Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

2022

Nieuws, Blogs, Vlogs

Toon

Maatwerk bij hypotheken van groot belang voor kwetsbare groepen

09 augustus 2022

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft na onderzoek bij een aantal geldverstrekkers, een groot aantal geldverstrekkers aangeschreven en benadrukt dat ze een beter acceptatiebeleid op moeten stellen zodat er duidelijkere regels zijn voor maatwerk situaties, zodat daarmee overkreditering wordt voorkomen.

Wanneer spreken we van maatwerk? Dat is met name als voor een potentiële klant op basis van de standaard hypotheeknormen zoals die door de overheid zijn vastgelegd, de gevraagde hypotheek niet haalbaar is op basis van het inkomen. Die standaard hypotheeknormen zijn bepaald aan de hand van een gemiddelde consument. Het is daarom goed dat in de wetgeving is vastgelegd dat onder bepaalde voorwaarden afgeweken kan worden van die standaardnorm, het zogenaamde maatwerk (in vaktaal ook wel explain genoemd). Het is een misverstand dat heel veel hypotheken als maatwerk worden gesloten. De overgrote meerderheid van de afgesloten hypotheken past prima binnen de normen.

En als er afgeweken wordt, dan moet wel duidelijk aangetoond worden dat dit tot een verantwoorde hypotheek leidt en niet tot overkreditering. Voor een deel van de huidige maatwerk situaties hanteren geldverstrekkers duidelijke regels, maar sommige zaken liggen in een grijs gebied en zijn mede afhankelijk van de beoordeling van een individuele acceptant van een geldverstrekker. Van Bruggen Adviesgroep is er een groot voorstander van dat geldverstrekkers (samen met) de AFM duidelijkere spelregels moeten opstellen wanneer maatwerk is toegestaan en wanneer niet, waarbij het ook belangrijk is dat het acceptatiebeleid gedeeld wordt met financieel adviseurs.

Reflex: geen maatwerk meer mogelijk

Nadat de AFM een brief uitstuurde waarin zij waarschuwde voor onzorgvuldig maatwerk, zagen we dat meerdere geldverstrekkers de mogelijkheden voor maatwerk fors inperkten. Van Bruggen Adviesgroep vindt dat een hele slechte zaak. Want zonder maatwerk staan bepaalde kwetsbare groepen in de kou, zoals bijvoorbeeld bepaalde groepen senioren, mensen die gaan scheiden en sommige ondernemers. Het is een maatschappelijke verantwoordelijkheid van geldverstrekkers om voor die kwetsbare groepen maatwerkbeleid te hebben, maar uiteraard wel met dusdanige waarborgen dat dit niet tot onverantwoorde hypotheken leidt. Het is dan ook te hopen dat de geldverstrekkers die in het verleden maatwerk boden, dit ook in de toekomst weer gaan doen. Alleen met duidelijkere regels in hun acceptatiebeleid.

Misverstand: maatwerk voor starter om net iets meer te lenen

Hoeveel maatwerk er precies plaatsvindt op de hypotheekmarkt is niet bekend; de AFM noemt daarover ook geen cijfers. Op basis van een onderzoek onder onze adviseurs schatten we in dat dit om ongeveer 5 tot 10% van alle hypotheekaanvragen gaat.

Om meteen een misverstand weg te nemen: wanneer bijvoorbeeld een starter op basis van zijn inkomen de hypotheek niet kan verkrijgen, dan is het niet zo dat een hypotheekadviseur een maatwerk aanvraag kan doen en er alsnog een hypotheek wordt verstrekt. Alleen in hele specifieke situaties is maatwerk mogelijk. Maatwerk vindt met name plaats bij senioren (hierover verderop meer), en in veel mindere mate bij scheiding of een ondernemer.

Maatwerk senioren

Een groeiende groep op de woning- en hypotheekmarkt zijn de senioren; dat is ook logisch als gevolg van de vergrijzing. Bij die groeiende groep senioren moet niet alleen rekening gehouden met het huidige inkomen, maar ook met het pensioeninkomen. Want bijvoorbeeld een zestiger die een woning koopt en hypotheek afsluit, moet de hypotheeklasten niet alleen kunnen betalen tot de tijd dat hij werkt, maar ook als hij met pensioen gaat en zijn inkomen lager uitvalt. Hypotheekadviseurs en geldverstrekkers houden dan ook rekening met het pensioeninkomen bij het bepalen van de hoogte van de hypotheek.

Alleen zien we dat de standaard hypotheeknormen behoorlijk rigide zijn en de daaruit voortvloeiende hypotheeklasten van een senior in de praktijk vaak niet aansluiten bij zijn werkelijke hypotheeklasten. Op basis van die standaardnormen kan dat leiden tot een afwijzing van de hypotheek. En dat kan zonder maatwerk zelfs tot heel schrijnende situaties leiden. We laten dat zien aan de hand van een voorbeeld.

Rekenvoorbeeld gepensioneerde senior

Een gepensioneerde weduwe van 72 jaar, waarvan haar man drie jaar geleden is overleden. Ze woont in een groot huis ter waarde van € 450.000,-, waar nog slechts een aflossingsvrijehypotheek (box 3) op rust van € 250.000,-, de rente staat nog 1 jaar vast op 4,6%. Haar bruto maandlast bedraagt € 767,-. Ze kan net de hypotheeklasten opbrengen met haar pensioeninkomen (inclusief AOW) van € 30.000,-, evenals haar kosten voor onderhoud en de tuin, die omgerekend per maand ongeveer € 150,- zijn.

Ze wil de woning verkopen en verhuizen naar een appartement van € 350.000,-, waarbij de servicekosten € 100,- per maand zijn. Ze wil graag een nieuwe aflossingsvrije hypotheek van € 150.000,- en zou de rente 20 jaar vast kunnen zetten tegen 4,3%. Op basis van alleen de standaard hypotheeknormen is er slechts een maximale hypotheek mogelijk van ongeveer € 123.500,-. Dat komt omdat de standaardnormen ervan uitgaan dat mevrouw een annuïteitenhypotheek afsluit, waar maandelijks op wordt afgelost. Maar wordt er met de werkelijke maandelijkse kosten van de aflossingsvrije hypotheek gerekend, dan is de hypotheek van € 150.000,- wel haalbaar. Haar maandelijkse maandlasten bedragen € 538,-; en dat valt dan weer binnen het bedrag dat volgens de standaardnormen verwoond mag worden, namelijk € 612,-.

Mevrouw is financieel een stuk gunstiger uit. Haar bruto hypotheeklasten dalen van € 767,- naar € 538,- en ze heeft zekerheid over de hoogte van haar hypotheeklasten voor de komende 20 jaar. Haar maandelijkse kosten voor onderhoud en tuin dalen van € 150,- naar € 100,-, te weten de servicekosten. Dat is een daling van 30% in kosten (nog los van het lagere eigenwoningforfait en lagere onroerend zaakbelasting). En ze verwacht er veel meer woonplezier te hebben, omdat de huidige woning veel te groot was voor haar alleen. Deze stap zou niet mogelijk zijn, als er geen maatwerk zou mogen plaatsvinden.

En zo zijn er bij senioren veel meer voorbeelden te vinden waarbij maatwerk een passende uitkomst biedt. Een ander voorbeeld is bijvoorbeeld als door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd het pensioeninkomen een stuk lager is dan het inkomen tijdens het werkzame leven. Door het oversluiten van de hypotheek, waarbij een aflossende hypotheek deels of volledig wordt omgezet in een aflossingsvrije hypotheek, gecombineerd met een lange rentevaste periode; kan ervoor zorgen dat de hypotheek weer goed betaalbaar wordt en waarbij er ook voor langere tijd zekerheid is over de hoogte van de hypotheeklasten.

Scheiding: ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid

Een andere kwetsbare groep zijn stellen die uit elkaar gaan en één van beide in de woning wil blijven wonen. Dat betekent dat de ander uitgekocht moet worden en de hypotheek door de achterblijvende partner alleen gedragen moet kunnen worden. Als dat op basis van de standaard hypotheeknormen met een volledige annuïteitenhypotheek moet plaatsvinden, dan past dat regelmatig niet. Maar als er een deels aflossingsvrije hypotheek is, kunnen de hypotheeklasten soms prima betaalbaar zijn. Het is dan wel belangrijk dat hier duidelijke regels in het acceptatiebeleid staan, onder welke randvoorwaarden mag naar de werkelijke last gekeken worden en hoe wordt dan bepaald of die daadwerkelijk betaalbaar zijn.

Maatwerk moet blijven

Samenvattend is het dus heel belangrijk dat maatwerk mogelijk blijft. Niet om een niet financieel haalbare hypotheek alsnog door te laten gaan, maar om een oplossing te bieden voor een specifieke groep. Waarbij door duidelijke acceptatieregels op te stellen, gewaarborgd moet worden dat de hypotheek ook daadwerkelijk goed betaalbaar is.

Ook als consument moet je verder kijken dan je neus lang is. Je kunt kiezen voor de goedkoopste geldverstrekker met de laagste rente. Maar in de toekomst blijkt dat je misschien beter bij een geldverstrekker had kunnen zitten die een iets hogere rente hanteert, maar wel bereid is om via maatwerk je uit de brand te helpen in een specifieke situatie. Bijvoorbeeld als je relatie eindigt of als je pensioeninkomen anders uitpakt dan verwacht.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Groeiende onzekerheden bij nieuwbouw

02 augustus 2022

Een belangrijk motto van dit kabinet is ‘bouwen, bouwen, bouwen’. Maar dat is in de huidige tijd nog niet zo makkelijk. Gemeenten willen een goede prijs voor hun grond, terwijl aannemers voorzichtig zijn, omdat in combinatie met stijgende bouwkosten nieuwbouwwoningen wel betaalbaar moeten blijven. Voordat er daadwerkelijk gebouwd kan worden, moeten vergunningen geregeld zijn, wat steeds moeilijker wordt als gevolg van stikstofproblemen en juridische procedures die door omwonenden of andere belangenpartijen worden opgestart. Aannemers hebben verder te maken met een tekort aan personeel en bouwmaterialen die steeds duurder worden en/of moelijker te verkrijgen. Kortom: nieuwbouw gaat niet van een leien dakje. Als potentiële nieuwbouw koper moet je daarom ook extra letten op een aantal zaken.

Gaat het project wel door? Rente lang genoeg geldig

Net als de projectontwikkelaar moet je als koper van een nieuwbouwproject maar hopen dat het project ook daadwerkelijk doorgaat. Steeds vaker neemt de bouwer een opschortende voorwaarde op, omdat bepaalde vergunningen nog geregeld moeten worden of omdat er nog een juridische procedure loopt. Als koper is het van belang dat de hypotheekofferte lang genoeg geldig is en dat je indien nodig de offerte kunt verlengen. Want niemand weet hoe de hypotheekrente zich verder zal ontwikkelen en dan wil je niet dat opeens je hypotheekofferte niet meer geldig is, omdat de vergunning voor de bouw langer op zich laat wachten en je een nieuwe hypotheek moet aanvragen tegen mogelijk een hogere rente . De geldigheid van de hypotheekofferte en de mogelijkheid om te verlengen en de daarbij behorende kosten verschilt sterk per geldverstrekker.

Langere bouwduur

Als je een nieuwbouwwoning koopt, zit je tijdelijk met dubbele woonlasten. Namelijk de hypotheek- of huurlasten van je huidige woning, maar ook beginnen de kosten voor je nieuwe woning te lopen zodra je bij de notaris bent geweest. Naarmate de bouw vordert, nemen de kosten toe voor de nieuwe woning. Het is belangrijk om die dubbele woonlasten goed te begroten en ook om daar een goede marge bij aan te houden. Want als de bouw langer duurt, heb je ook langer te maken met dubbele woonlasten.

Extra kosten

De NVM waarschuwt dat steeds vaker aannemers een deel van de snel stijgende bouwkosten (deels) willen doorbelasten aan de koper. De NVM geeft aan dat aannemers vaker geen vaste prijzen afgeven voor projecten. Let hier dus goed op in de koopaannemingsovereenkomst. Heb je hier te maken, zorg dan dat je een extra goede buffer hebt om prijsverhogingen op te kunnen vangen.

Houd bij je begroting ook rekening met toekomstige prijsstijging van zaken die je zelf nog moet aanschaffen, bijvoorbeeld een keuken of badkamer die je zelf gaat plaatsen, een vloer of tuininrichting. Het is altijd al verstandig om een goede extra marge aan te houden, omdat er in de praktijk altijd onverwachtse extra kostenposten zijn. Maar het is verstandig deze nu extra te verhogen en zo rekening te houden met mogelijke kostenverhogingen.

Overbrugging: hanteer conservatieve waarde huidige woning

In veel gevallen is de huidige woning nog niet verkocht als de nieuwbouwwoning wordt aangekocht. Omdat de bouw enkele maanden duurt en de oplevering soms meer dan een jaar of zelfs twee jaar kan duren, wordt de huidige woning vaak pas op een later moment verkocht. In de afgelopen jaren viel dat financieel gunstig uit, omdat de huizenprijzen stegen en je op een later tijdstip meer voor je woning kreeg. Maar in de huidige markt is het een stuk onzekerder tegen welke waarde je de woning in de toekomst kunt verkopen. Wellicht gaat dat tegen een lagere prijs dan je nu verwacht dat die oplevert. Het is daarom van belang om een conservatieve waarde te hanteren bij het vaststellen van de overbruggingshypotheek. Reken liever met tussen de 80 à 90% van de verwachte waarde van de woning, dan met 100%. Je kunt namelijk makkelijk een extra aflossing doen als de verkoopwaarde achteraf gezien meevalt. Maar je wilt niet terug naar de geldverstrekker om een extra hypotheek af te sluiten als de verkoopwaarde tegenvalt.

Het alternatief is om je woning ongeveer tegelijkertijd met de aankoop van de nieuwbouwwoning te verkopen. Dan weet je waar je aan toe bent. Je zou af kunnen spreken met de koper van je woning dat de overdracht van de woning pas plaatsvindt op het moment van de oplevering van de nieuwbouwwoning. De koper moet daar dan natuurlijk wel mee akkoord gaan. Waarbij de positie van de koper in de huidige markt sterker wordt en de kans groot is dat deze een korte termijn qua overdracht zal vragen.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Aflossingsvrije hypotheek: probleem of oplossing?

26 juli 2022

Veel instanties, waaronder De Nederlandsche Bank en de AFM, kijken huiverend naar het grote aantal aflossingsvrije hypotheken in Nederland. De afgelopen jaren hebben ze grote druk uitgeoefend op geldverstrekkers om hun klanten goed te informeren over de risico’s van een aflossingsvrije hypotheek. Terwijl aan de andere kant de populariteit van de aflossingsvrije hypotheek de afgelopen jaren juist weer stijgt.

Is de aflossingsvrije hypotheek nu een probleem of juist een oplossing? Het antwoord daarop is dat dit afhangt van de individuele situatie. In enkele gevallen kan een aflossingsvrije hypotheek in de toekomst tot grote problemen leiden. In dit blog leggen we uit wat daar de oorzaak van kan zijn en wat je er tegen kunt doen. In de meeste gevallen is een aflossingsvrije hypotheek nu en in de toekomst prima betaalbaar en in sommige gevallen kan de overgang naar een aflossingsvrije hypotheek juist tot een beter betaalbare situatie leiden.

Wanneer kan een aflossingsvrije hypotheek een probleem worden?

Als je een relatief grote aflossingsvrije hypotheek hebt in verhouding tot je inkomen, dan kan
een aflossingsvrije hypotheek een probleem worden. Dat komt vooral doordat bepaalde zaken
in de loop van de tijd kunnen veranderen. We benoemen de belangrijkste vier:

  1. Je pensioeninkomen is een stuk lager
    Stel je hebt een aflossingsvrije hypotheek van € 250.000,- waar je een rente van 3% voor betaalt, je bruto maandlast is dan € 625,-. Als je die aflossingsvrije hypotheek lang geleden hebt afgesloten, voor 1-1-2013, dan is de hypotheekrente hoogstwaarschijnlijk aftrekbaar. Je netto maandlast (zonder rekening te houden met het eigenwoningforfait) bedraagt € 393,-.

  2. De hypotheekrenteaftrek daalt of eindigt
    Bovendien moet je er rekening mee houden dat met een pensioeninkomen van rond de € 35.000,- de hypotheekrenteaftrek niet ruim 37% meer is, maar slechts iets meer dan 19%. In ons vorige voorbeeld komt de netto maandlast dan niet uit op € 393,- maar op € 505,-.

    En dan zijn we er voor het gemak ook nog van uitgegaan dat de hypotheekrente überhaupt
    nog aftrekbaar is. Want de hypotheekaftrek is maximaal 30 jaar en eindigt dus voor veel
    mensen rond de tijd dat ze met pensioen gaan. Gaat het om een aflossingsvrije hypotheek
    die na 1-1-2013 nieuw is afgesloten, dan is de hypotheekrente sowieso niet aftrekbaar.

  3. De rente stijgt
    Veel mensen hebben de rente de afgelopen jaren voor mooie lage tarieven mogen vastzetten
    van soms zelfs rond de 1%. Maar op het moment van renteverlenging kan de rente een stuk
    hoger liggen, op bijvoorbeeld 4% of 5%. Dan nemen je maandlasten fors toe. Stel dat in ons
    eerder voorbeeld de rente op het verlengingsmoment 5% bedraagt, dan stijgt de bruto
    maandlast van € 625,- naar € 1.042,-

  4. Je partner overlijdt
    Hoe ouder we worden, hoe groter de kans dat we te maken krijgen met een partner die
    overlijdt. Dit heeft ook gevolgen voor het inkomen. In plaats van tweemaal een AOW-inkomen
    voor een stel, kom je nog maar in aanmerking voor een AOW-inkomen voor een single. Het
    AOW-inkomen daalt netto dan met € 466,- per maand. Ook het nabestaandenpensioen ligt
    lager en bedraagt meestal 70% van het oorspronkelijk ouderdomspensioen van je partner.

Elk van bovenstaande oorzaken kan er toe leiden dat de maandlasten moeilijker of niet meer
te betalen zijn. Vaak zien we ook nog eens een combinatie van meerdere van deze oorzaken.

Ben je 50’er of 60’er en ben je niet zeker over je eigen situatie, dan kan een financieel adviseur dit voor je inzichtelijk maken. Hoe eerder je dit inzicht hebt, hoe eerder je actie kunt ondernemen. Bijvoorbeeld door alsnog een deel van de hypotheek de komende jaren af te lossen als daar financiële ruimte voor is. Of door de hypotheekrente voor een langere periode vast te zetten, zodat er voor een lange periode zekerheid is over de hoogte van de hypotheeklasten. Maar ook behoort tot de overwegingen om te verhuizen naar een goedkopere woning.

Aflossingsvrije hypotheek meestal geen probleem

De meeste huishoudens kunnen de hypotheeklasten van een aflossingsvrije hypotheek in de toekomst prima betalen, ook als één of meerdere van de in de vorige alinea’s genoemde risico’s zich voordoen. Dat komt omdat vaak een belangrijk deel van de hypotheek afgelost is na 30 jaar.

Een voorbeeld:
Een stel van elk 57 jaar hebben een combinatiehypotheek bestaande uit € 150.000,- spaarhypotheek en € 100.000,- aflossingsvrij. De spaarhypotheek eindigt in 2034 en wordt dan volledig afgelost. De rente voor de aflossingsvrije hypotheek staat vast tot 2034.

In dit voorbeeld is het van belang dat de hypotheeklasten ook nog betaalbaar zijn in 2032, als dit stel met pensioen gaat en de hypotheeklasten nog voor zowel de spaar- als de aflossingsvrije hypotheek lopen en het pensioeninkomen waarschijnlijk wel een stuk lager is dan hun huidige inkomen. 

Waarschijnlijk is dit hoogstens een tijdelijk probleem, omdat in 2034 de spaarhypotheek wordt afgelost en alleen nog maar een aflossingsvrije hypotheek resteert van € 100.000,-. Zelfs bij een rente van 6% resteert dan slechts een bruto maandlast van € 500,-. Om de tijdelijke hogere maandlasten in de periode 2032 tot en met 2034 op te vangen, kan dit stel de komende jaren een bedrag extra sparen en opzij zetten. Een andere oplossing is om extra af te lossen op de spaarhypotheek of extra premie te storten, zodat de resterende looptijd van de spaarhypotheek korter wordt.

Aflossingsvrije hypotheek als oplossing

Omzetten van een aflossende hypotheek naar een aflossingsvrije hypotheek kan met name ook voor sommige senioren een goede oplossing zijn om betaalbare maandlasten te krijgen/houden.

Een voorbeeld:
Stel je gaat met pensioen en woont in een woning van € 450.000,-. Je hebt een annuïteitenhypotheek van nog € 145.000,- (oorspronkelijke hypotheek € 175.000,- afgesloten in 2014 tegen een rente van 4%) en een aflossingsvrije hypotheek van € 50.000,- waarvan de rente ook 4% bedraagt.

De bruto maandlast bedraagt € 972,- en de netto maandlast was € 807,- wat prima te betalen was van het inkomen van € 60.000,-. Stel dat het pensioeninkomen slechts € 35.000,- bedraagt, dan is de bruto maandlast van € 972,- opeens wel een probleem en de netto hypotheeklast is met € 884,- ook opeens een stukje hoger.

Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn om de annuïteitenhypotheek om te zetten in een aflossingsvrije hypotheek. Gevolg is wel dat de hypotheekrente over dat deel niet meer aftrekbaar is, maar de bruto maandlast daalt naar € 650,- en de netto maandlast komt ook ongeveer op hetzelfde bedrag uit. In dit voorbeeld is het dan misschien meteen verstandig om de rente voor een lange periode van bijvoorbeeld 20 jaar vast te zetten (ergens tussen de 4,2% en 4,5%), zodat je niet over twee jaar met een mogelijk nog hogere rente te maken krijgt. Bovendien moet je geldverstrekker wel mee willen werken aan deze omzetting.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Zonnepanelen aanschaffen deel 3: De financiering

20 juli 2022

Nu ik een keuze heb gemaakt voor een leverancier van zonnepanelen is de volgende vraag: “Hoe ga ik dat betalen?”. Dat is gelukkig een onderwerp waar ik zelf al heel veel van weet. Er zijn verschillende mogelijkheden:

  1. Betalen uit spaargeld

    Als je voldoende spaargeld hebt, is dit de eenvoudigste manier. Er zijn twee nadelen van het gebruiken van spaargeld. In de eerste plaats vanwege het feit dat je geen spaarrente meer ontvangt op je spaarrekening, maar die is in de meeste gevallen toch al nagenoeg 0%. In de tweede plaats moet je zeker weten dat je het spaargeld dat je nu gebruikt voor de zonnepanelen, niet binnenkort nodig hebt voor iets anders. Waarbij je ook rekening moet houden met onverwachtse uitgaven, zoals een auto die stuk gaat of als je werkloos wordt.

  2. Een lening bij ouders

    Heb je zelf niet het geld dan zou je het geld kunnen lenen bij je ouders. In feite is dat een win-win situatie. Je ouders krijgen rente over deze lening, terwijl ze nagenoeg 0% rente krijgen op hun spaarrekening. Als het een annuïteitenlening is, dan is de rente voor jou aftrekbaar. En misschien zijn je ouders wel bereid een deel van je maandelijkse kosten voor deze lening, bijvoorbeeld de rente (deels), terug te schenken.

  3. Via een hypotheek

    In veel gevallen is er een mogelijkheid om binnen je huidige hypotheek een extra bedrag te lenen, zeker als dat slechts een paar duizend euro is voor zonnepanelen. Voordeel is dat je dan niet opnieuw naar de notaris hoeft. Zijn de zonnepanelen een onderdeel van een grotere verbouwing, dan is de kans groter dat je een tweede hypotheek moet nemen en je wel opnieuw naar de notaris moet. Kies je voor een annuïteitenhypotheek, dan is de rente aftrekbaar. Met een aflossingsvrije hypotheek ben je op korte termijn goedkoper uit, omdat je dan alleen rente betaalt en geen aflossing. Maar je hypotheekrente is dan niet aftrekbaar en aan het einde van de looptijd is de hypotheekschuld nog altijd even hoog.

  4. Een persoonlijke lening

    Kun je niet binnen je huidige hypotheek een extra bedrag lenen en wil je sowieso in een korte periode van bijvoorbeeld tien jaar de extra lening aflossen, dan is een persoonlijke lening een goed alternatief. Je betaalt wel een hogere rente dan bij een hypotheek, die aftrekbaar is, maar je bespaart notariskosten. Waarom zou je kiezen voor een looptijd van bijvoorbeeld tien jaar (dit geldt overigens ook voor de hypotheeksituatie)? Omdat je de rente- en aflossingskosten waarschijnlijk al kunt betalen uit de besparing op je energiekosten. Na tien jaar ben je dan van je leningkosten af, maar profiteer je nog wel van de lagere energiekosten.

  5. Een duurzaamheidslening

    Deze laatste optie is ook een persoonlijke lening, alleen is deze specifiek gericht op het financieren van verduurzaming en loopt de lening bij je gemeente. De rente voor een duurzaamheidslening is ook lager dan die van een persoonlijke lening.

In de praktijk kiezen de meeste mensen ervoor om zonnepanelen te financieren met eigen spaargeld. Ik zelf ben wel benieuwd naar de financiering via een duurzaamheidslening bij de gemeente en in de volgende blog vertel ik meer over mijn ervaringen bij de gemeente en SVn (de uitvoerder van de lening).

>Deel 4: Aanvraag duurzaamheidslening

Naast deze blogserie over zonnepanelen geven wij op deze pagina meer informatie over manieren om je woning te verduurzamen. 

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Deel 50-plussers heeft nog slechts 8,5 jaar hypotheekrenteaftrek

19 juli 2022

50-plussers die in ieder geval al sinds 2001 een hypotheek hebben, moeten er rekening mee houden dat op 1-1-2031 de hypotheekrenteaftrek eindigt voor het hypotheekdeel dat 30 jaar loopt. Per 1 januari 2001 werd namelijk ingevoerd dat de hypotheekrenteaftrek maximaal 30 jaar is. Wie een annuïteiten-, lineaire of (bank-)spaarhypotheek had afgesloten, hoeft zich nergens zorgen over te maken. Na 30 jaar is de hypotheek volledig afgelost en is het dus ook niet erg dat de hypotheekrenteaftrek eindigt.

Maar juist veel 50-plussers hebben een deels of volledig aflossingsvrije hypotheek. Wat zijn voor hen de gevolgen?

Het jaar 2031: een simpel voorbeeld

Laten we met een simpel voorbeeld beginnen. Stel we hebben een stel dat op 1 januari 2001 een woning kocht en een hypotheek nodig had van € 300.000,-, voor de helft een spaarhypotheek en voor de helft een aflossingsvrije hypotheek. Dan resteert op 1-1-2031 nog een aflossingsvrije hypotheek van € 150.000,-, want de spaarhypotheek wordt na 30 jaar
ineens afgelost.

Stel dit stel betaalt een rente van 4%. Ze betalen dan per 1-1-2031 nog € 500,- rente per maand en die is niet aftrekbaar. Als de rente wel aftrekbaar zou zijn dan betaalden ze netto ongeveer € 315,-. Dat scheelt € 185,-.

Voor de meeste huishoudens is het einde van de hypotheekrenteaftrek prima op te vangen, omdat de hypotheek relatief klein is. Er is vaak al een belangrijk deel van de hypotheek afgelost.

In de praktijk is het meestal ingewikkelder

De meeste huishoudens kunnen niet zo heel makkelijk de gevolgen van de maximale duur van de hypotheekrenteaftrek op een rij te zetten. Veel huishoudens hebben tussentijds een wisseling gehad van woning, met verschillende ingangsdata van nieuwe hypotheekdelen. Een groot deel heeft zelfs één of meer andere partners gekregen.

wijzigingen woonsituaties

Dan is het even puzzelen wanneer de hypotheekrenteaftrek van je hypotheekdelen precies
eindigt.

Wat doet de rente?

Veel 50-plussers hebben de rente de afgelopen jaren voor een lange periode vastgezet tegen heel lage rentes. Wanneer je bijvoorbeeld in 2019 de rente voor 20 jaar vastzette tegen een rente van bijvoorbeeld 2,5%, dan zijn de procentuele gevolgen van het einde van de hypotheekrenteaftrek misschien nog wel serieus, maar in absolute bedragen valt het erg mee. Stel je hebt nog een aflossingsvrije hypotheek van € 200.000,-. Dan gaat per 1-1-2031 je
netto hypotheeklast omhoog van € 262,- naar 417,-. Pas in 2039 krijg je te maken met een nieuwe rente.

Maar heb je in 2019 de rente voor 10 jaar vast gezet dan moet je afwachten hoe hoog de rente is als je die in 2029 moet vastzetten en kan het effect dus wel een stuk groter zijn, zowel bruto als netto. Dat is dus een onzekerheid.

Pensioeninkomen

Als het einde van de hypotheekrenteaftrek ook nog eens samenvalt met een lager pensioeninkomen, dan kan dit impact hebben op de betaalbaarheid van de hypotheeklasten. Zorg er daarom voor dat je nu al inzicht krijgt in de ontwikkeling van je netto hypotheekmaandlasten als gevolg van het bereiken van de pensioenleeftijd en het aflopen
van de hypotheekrenteaftrek. Dan kun je indien nodig nu nog maatregelen nemen. Bijvoorbeeld door toch een extra deel van de hypotheek in de komende jaren af te lossen of door te verhuizen naar een goedkopere woning.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Zonnepanelen aanschaffen deel 2: Leveranciersselectie

14 juli 2022

Tim en Peter kwamen mij adviseren over zonnepanelen. Jammer dat Peter geen Tom heette. De twee adviseurs die ik had uitgenodigd om mij te adviseren over zonnepanelen hadden namelijk zo de broertjes Coronel kunnen zijn. Tim en Peter waren beide twee vrolijke mannen, die veel verstand van zaken hebben en dan niet over autosport, maar over zonnepanelen. Het is altijd fijn als twee verschillende adviseurs met dezelfde boodschap komen.

Misschien goed dat ik eerst nog even aangeef hoe ik tot deze twee adviseurs ben gekomen. Een paar aspecten die ik belangrijk vind bij de keuze van een leverancier:

1. De leverancier moet het Zonnekeur keurmerk hebben. Het verplicht installateurs om te voldoen aan kwaliteitseisen op het gebied van opleiding, bedrijfsvoering en leveringsvoorwaarden. Ik wil bijvoorbeeld later niet te maken krijgen met brand als gevolg van een installatiefout van de zonnepanelen.

2. Ik vind kwaliteit belangrijker dan prijs. Op basis van de achtergrondinformatie die ik gelezen heb, vind ik het belangrijk dat elk zonnepaneel zijn eigen omvormer heeft, zodat niet alle zonnepanelen ermee ophouden als er één beschadigd is. Een omvormer is een apparaat die nodig is om de energie die de zonnepanelen opwekken, om te zetten in bruikbare stroom. Verder vind ik de garanties die de leverancier geeft belangrijk. Dat gaat niet alleen over het product, zoals de zonnepanelen en de omvormer, maar bijvoorbeeld ook de installatie en de vermogensgarantie (hoeveel vermogen garandeert de leverancier over x jaar nog).

3. Tot slot vind ik het belangrijk dat de zonnepanelen duurzaam zijn geproduceerd; onder andere dat er geen misbruik is gemaakt van de Oeigoeren bij het produceren van de zonnepanelen.

Ik heb zowel Tim als Peter uitgenodigd en zoals hiervoor al geschreven is hun verhaal eensluidend en ze komen tot hetzelfde advies. Mijn dak ligt op het zuidoosten en heeft een hellingshoek van 45%. Dat is niet de meest ideale situatie, maar ik kan mijn huis niet draaien naar het zuiden of er een ander dak opzetten met een iets mindere hellingshoek. Ik kan dan wel niet de optimale capaciteit uit zonnepanelen halen, maar ik kom waarschijnlijk uit op ongeveer 90%.

Beiden raden aan om inderdaad te kiezen voor een systeem met omvormers onder elk zonnepaneel. Er is de keuze uit verschillende type kwaliteit zonnepanelen. Mijn voorkeur gaat uit naar de zonnepanelen met de hoogste kwaliteit, met een productgarantie van 25 jaar en een vermogensgarantie van 92% na 25 jaar. De zonnepanelen bieden een maximaal vermogen in de ideale situatie van 400W. Uitgaande van mijn iets ongunstiger ligging komt dat uit op ongeveer 360W. Op basis van mijn huidige stroomverbruik heb ik zes zonnepanelen nodig en heb ik de kosten op basis van huidig energiecontract (de nog lage energietarieven) binnen 10 jaar terugverdiend. De prijsstelling van beide adviseurs ligt dicht bij elkaar.

Uiteindelijk kies ik voor het voorstel van Tim, omdat die net iets meer informatie kon verstrekken over btw terugvragen en over de doorlooptijd van opdracht tot daadwerkelijk plaatsen van de zonnepanelen. De volgende stap, waar ik in de volgende blog dieper op in zal gaan, is hoe ik de zonnepanelen ga financieren. Betaal ik de investering in de zonnepanelen uit spaargeld, een lening bij mijn ouders, een tweede hypotheek of een duurzaamheidslening?

>Deel 3: De financiering

Naast deze blogserie over zonnepanelen geven wij op deze pagina meer informatie over manieren om je woning te verduurzamen. 

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Kan ik als 60’er, 70’er, 80’er nog een hypotheek krijgen?

12 juli 2022

Een angstbeeld bij sommige senioren is dat zij in de toekomst geen hypotheek meer kunnen krijgen als hun huidige hypotheek afloopt of als ze naar een andere woning willen verhuizen, bijvoorbeeld naar een seniorenwoning. Over het algemeen kunnen senioren nog prima een hypotheek krijgen, maar er zijn wel een paar aandachtspunten.

Inkomen voldoende?

Net als voor een jongere huizenbezitter of koper, kijkt een geldverstrekker naar het inkomen bij het bepalen van de hoogte van de (maximale) hypotheek. Maar daar zitten meteen ook een paar verschillen:

  1. Als je nu nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebt bereikt, maar dit wel het geval is binnen 10 jaar, dat wil zeggen je bent 57 jaar of ouder, dan wordt er niet alleen naar je huidige inkomen gekeken maar ook naar je toekomstig pensioeninkomen. Dat kan betekenen dat je soms iets meer kunt lenen, maar ook minder, afhankelijk van je pensioen inkomen.

    Ben je bijvoorbeeld een groot deel van je leven zzp’er geweest, dan ontvang je geen pensioen vanuit je werkgever. Maar misschien heb je wel lijfrentes aangekocht, die onder voorwaarden mee kunnen tellen als pensioeninkomen (NB de regels hierover verschillen per geldverstrekker).

    Heb je al wel de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, dan wordt er naar je pensioeninkomen gekeken. Dat kan bestaan uit AOW, pensioen van je werkgever en lijfrente uitkeringen. Over het algemeen ligt dit pensioeninkomen een stuk lager dan het oude inkomen tijdens de werkzame tijd.

  2. Vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd betaal je over het eerste deel van je inkomen (tot € 35.472,-) minder belasting, namelijk 19,17% in plaats van 37,07%. Daardoor houd je netto dus ook meer over van je pensioeninkomen. Daarom zijn de woonnormen ook iets ruimer voor AOW-gerechtigden. Dat houdt in dat ze een iets groter percentage van hun bruto inkomen uit mogen geven aan wonen, waardoor bij eenzelfde inkomen een AOW-gerechtigde meer mag lenen dan een niet AOW-gerechtigde.

  3. Seniore huizenbezitters hebben over het algemeen de hypotheek al langere tijd lopen. Dat kan betekenen dat op een bepaald moment de hypotheekrenteaftrek vervalt, omdat ze al 30 jaar aftrek hebben gehad. Er is ook geen hypotheekrenteaftrek als ze een aflossingsvrije hypotheek hebben afgesloten na 1-1-2013, die niet valt onder het overgangsregime. Heb je een hypotheek die in box 3 valt, dan gelden er lagere woonnormen. Dat wil zeggen: je mag een kleiner percentage van je inkomen aan wonen besteden, waardoor je maximale hypotheek lager uitvalt.

Rekenvoorbeeld

We laten de gevolgen van punt 1 en 2 zien aan de hand van een voorbeeld

Stel een 50-jarige heeft een inkomen van € 45.000,-. Bij een rente van bijvoorbeeld 3,8% kan die maximaal een kleine € 197.000,- lenen. Een 70-jarige met eenzelfde inkomen mag ruim € 261.000,- lenen. Dat is dus fors meer. Maar zoals we hiervoor al schreven, ligt over het algemeen het pensioeninkomen inclusief AOW een stuk lager dan het eerdere inkomen tijdens loondienst. Vaak mag je al blij zijn als je de 70% van je eerdere loon haalt. Dat zou in dit voorbeeld betekenen dat als onze 50’er uit dit voorbeeld over hopelijk 17 jaar met pensioen gaat, hij op een pensioeninkomen uitkomt van € 31.500,-. De maximale hypotheek bedraagt dan bijna € 158.000,-.

Kortom: we zien in de praktijk dat het lagere pensioeninkomen meestal een grotere impact heeft dan de hogere woonnorm, waardoor seniore huizenbezitters en -kopers rekening moeten houden met een lagere maximale hypotheek.

Veel afgelost

Voor veel 60’ers, 70’ers en 80’ers is het overigens geen probleem dat ze een minder hoge hypotheek kunnen krijgen. Zij hebben in het verleden al veel afgelost, waardoor er vaak nog maar een relatief kleine hypotheek resteert. Maar dat geldt natuurlijk niet voor iedereen, voor sommige senioren leidt de maximale hypotheektoets wel tot problemen. Gelukkig kan dan regelmatig de speciale seniorentoets uitkomst bieden.

Speciale seniorentoets: de netto werkelijke lasten toets

Het gekke is dat bij het bepalen van de maximale hypotheek er standaard vanuit wordt gegaan dat de consument een annuïteitenhypotheek afsluit. Maar veel senioren hebben een deels of volledig aflossingsvrije hypotheek. Hun hypotheeklasten zijn dan veel lager dan bij een volledige annuïteitenhypotheek. Gelukkig zijn er een groot aantal geldverstrekkers die van deze zogenaamde werkelijk last uitgaan voor de betaalbaarheid van de hypotheek.

Dit is een belangrijke regeling die bijvoorbeeld ook van belang is wanneer iemand een partner heeft verloren en een grote, dure woning wil inruilen voor een kleinere goedkopere woning.

Een voorbeeld: Een weduwe met een klein pensioeninkomen (inclusief AOW) van € 25.000,- heeft een woning met een waarde van € 330.000,- met daarop nog een aflossingsvrije hypotheek van € 200.000,-. Ze heeft dus een overwaarde van € 130.000,-. Ze wil graag verhuizen naar een appartement die € 270.000,- kost. Als we de bijkomende kosten even buiten beschouwing laten, dan heeft ze een hypotheek nodig van € 140.000,-.

Uitgaande van een rente van 4,2% (20 jaar vast) is op basis van de standaard woonnormen slechts een hypotheek mogelijk van ruim € 104.000,-. Terwijl deze mevrouw haar financiële situatie behoorlijk kan verbeteren door naar een kleinere hypotheek te gaan. Gelukkig is op basis van de speciale seniorentoets (de netto werkelijke lasten toets) een hypotheek mogelijk van ruim € 147.000,-. Het vervelende is dat deze speciale seniorentoets niet bij alle geldverstrekkers mogelijk is.

Op zoek naar onafhankelijk hypotheekadvies? Onze adviseurs van Van Bruggen Adviesgroep helpen je hier graag bij. Kom langs bij één van onze vestigingen of maak geheel vrijblijvend een afspraak voor een gratis eerste gesprek.

Maak een afspraak

Zonnepanelen aanschaffen deel 1: het besluit

07 juli 2022

Als marktonderzoeker en perswoordvoerder van Van Bruggen Adviesgroep schrijf ik regelmatig over verduurzaming. De aanschaf van zonnepanelen is eigenlijk een ‘no brainer’. Met zonnepanelen lever je een bijdrage aan het klimaat en per saldo levert het je het geld op. Door zonnepanelen gaan je energiekosten omlaag, waardoor je de investering na een aantal jaren terugverdient. Bovendien wordt je huis meer waard.

Toch had ik tot voor kort geen zonnepanelen op mijn dak liggen. Ik gebruikte altijd het argument dat ik toch maar weinig stroom verbruik en dat ik een relatief lage energierekening heb. Bovendien kost het natuurlijk wel wat tijd en energie om zonnepanelen te regelen.

Maar ik nam het besluit om toch  zonnepanelen aan te schaffen. Een mooie aanleiding was het klimaatcongres in Glasgow van vorig jaar. Demissionair premier Rutte riep in Glasgow op tot ‘actie, actie, actie’; al vind ik dat het kabinet wel wat meer voortvarende stappen mag zetten op het gebied van klimaat en ook meer duidelijkheid aan woningeigenaren mag verschaffen. Waar ik het wel mee eens ben, is dat het tijd wordt voor actie; in ieder geval voor mij persoonlijk. Helemaal nu na mijn broertje, zelfs mijn ouders van 84 en 78 jaar, een contract hebben gesloten voor de aanschaf van zonnepanelen. Het laatste zetje werd de afgelopen maanden gegeven door de sterk stijgende energieprijzen. De kans lijkt mij groot dat de energieprijzen de komende jaren hoog blijven. Dan kan ik beter ook zelf energieproducent worden.

Door mijn werk wist ik al waar je onafhankelijke informatie over zonnepanelen kunt vinden, namelijk op de overheidssite milieucentraal.nl. Een mooi startpunt voor mijn zoektocht naar zonnepanelen. Ik heb vervolgens meteen de daad bij het woord gevoegd en afspraken gemaakt met twee leveranciers van zonnepanelen.

Ik zal in een reeks vlogs  mijn ervaringen delen met het vinden van een geschikte leverancier en de technische aandachtspunten bij zonnepanelen. Ook zal ik dieper ingaan op de verschillende mogelijkheden voor de financiering en de keuze die ik daarbij heb gemaakt. Tot slot zal ik beschrijven hoe de installatie is verlopen en welke zaken ik vervolgens nog moest regelen, zoals met de netbeheerder en hoe ik de btw terug heb gevraagd.

In de volgende editie deel ik mijn ervaringen met Tim en Peter, twee adviseurs van zonnepanelen. je vindt hem via onderstaande link.

>Deel 2: De leveranciersselectie

Naast deze blogserie over zonnepanelen geven wij op deze pagina meer informatie over manieren om je woning te verduurzamen. 

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Wat merkt de consument van de renteverhogingen?

28 juni 2022

De financiële markten zijn al weken onrustig door de stijgende rentes en de hoog oplopende inflatie. Maar wat betekenen de stijgende spaar- en hypotheekrentes eigenlijk voor jou als consument?

Spaarrente

De spaarrente wordt bepaald op de internationale geldmarkt en is dus sterk afhankelijk van het rentebeleid dat de Europese Centrale Bank (ECB) voert.

In 2008 ontvingen spaarders nog gemiddeld 2,9% rente op hun spaargeld. Afgelopen jaar moesten spaarders met meer dan € 100.000,- echter geld betalen om het geld op de spaarrekening te stallen.  Om de Europese economieën aan te jagen, stelde de ECB een negatieve beleidsrente in. Geld lenen werd spotgoedkoop, en voor banken werd het onvoordelig om geld ‘vast’ te laten staan op spaarrekeningen.

De ECB heeft onlangs aangekondigd dat het de beleidsrente met ongeveer twee procentpunt gaat opschroeven tussen juli 2022 en mei 2023. Door dit besluit komen de banken ook in beweging. Rabobank maakte bekend de negatieve spaarrente te halveren van -0,5% naar -0,25% vanaf € 100.000,-. ING volgde met de mededeling dat het de negatieve rente voor grote spaarders gaat afschaffen.

Voorlopig hoeven spaarders er echter niet op te rekenen dat de spaarrente weer richting het niveau van 2008 gaat. Daarvoor is de ECB-rente nog te laag. Bovendien kan het soms jaren duren voordat de spaarrentes meegaan met de beleidsrente van de ECB.

Hypotheekrente

In tegenstelling tot de vrij statische spaarrente wordt de hypotheekrente bepaald door de kapitaalmarkt. Bij deze rente zijn de rentesprongen de afgelopen weken een stuk groter. Bij een stijgende hypotheekrente worden vooral starters getroffen. Deze groep, die het op de oververhitte huizenmarkt al zwaar te verduren hebben, krijgen door de stijging van de hypotheekrente nog minder leenruimte.

Rekenvoorbeeld:

In onderstaand rekenvoorbeeld gaan we uit van een stel dat samen € 83.400,- verdient en met de huidige rente van 3,7% een hypotheek wil aanvragen. Met dat inkomen kunnen ze een hypotheek krijgen van € 422.783,-, ongeveer de gemiddelde huizenprijs op dit moment. Als de hypotheekrente stijgt tot 4,2%, kan datzelfde stel nog maximaal € 412.153,- lenen. Stijgt de hypotheekrente verder tot bijvoorbeeld 5,2%, dan kan dit stel nog maximaal € 398.690,- lenen.

Begin januari was de hypotheekrente voor de meest verstrekte hypotheek (met een rentevaste periode van 20 jaar) nog 1,4%. Afgelopen week stond die op 3,7%, ruim anderhalf keer hoger. We sluiten niet uit dat de rentes de 4% gaan overschrijden.

Naast dat het fictieve stel minder kan lenen, stijgen de maandlasten mee als de hypotheekrente stijgt. Het stel uit het voorbeeld moet bij de huidige rente van 3,7% € 1.946,- bruto per maand betalen, als zij het huis kopen voor € 422.783,-. Stijgt de hypotheekrente naar 4,2%, dan betalen ze € 122,- per maand meer en lossen ze ook nog eens minder af. Stijgt de rente naar 5,2% dan stijgt de bruto maandlast naar € 2.322,-.

Kortere rentevaste periode meer in trek?

Inmiddels zijn ook hypotheken met een kortere rentevaste periode meer in trek. Omdat mensen hopen dat het over tien jaar beter is, kiezen ze vaker voor een hypotheek met een wat kortere rentevaste periode – al biedt dat ook geen garanties. Als je een econoom vorig jaar gevraagd had hoe hoog de hypotheekrente zou staan, dan had niemand je dit kunnen zeggen.

Omdat de meeste huizenkopers hun hypotheekrente voor periodes van tien tot twintig jaar vastzetten, is een hogere hypotheekrente vooral vervelend voor wie in de tussentijd de renteperiode afloopt. Hoewel sommige huizenbezitters er ook op vóóruit gaan. Wie in 2002 zijn hypotheekrente voor twintig jaar vastzette, deed dat tegen een hogere rente dan nu. Voor deze groep kan het dus interessant zijn om de hypotheek over te sluiten. Door de hypotheek over te sluiten, kunnen ze mogelijk besparen op hun maandelijkse hypotheeklasten. Ook krijgen ze zekerheid over wat ze de hele rentevaste periode aan maandlasten zullen gaan betalen. Ze hebben dus zicht op de maandelijkse kosten voor de hypotheek over tien, vijftien of twintig jaar.

Wil je advies over wat jij in jouw situatie het beste kunt doen? Ga in gesprek met een financieel adviseur.

Maak een afspraak

Rookmelders verplicht vanaf 1 juli 2022

28 juni 2022

Vanaf 1 juli 2022 zijn rookmelders wettelijk verplicht in iedere koop- en huurwoning in Nederland. De rookmelderverplichting bestaat al sinds 2003 voor nieuwbouw, maar gaat nu ook gelden voor bestaande bouw. Op iedere verdieping waar gewoond wordt dient tenminste één goedgekeurde rookmelder te hangen. In een kelder of zolder, die niet dient als verblijfsruimte, hoeft geen rookmelder geplaatst te worden. Ook moeten besloten ruimtes waar een vluchtroute doorheen loopt worden voorzien van een rookmelder.

Bij wie ligt de verantwoordelijkheid?

Huiseigenaren van bestaande woningen zijn zelf verantwoordelijk voor het ophangen van rookmelders die voldoen aan de eisen én voor het plegen van onderhoud. Huur je de woning? Dan is de verhuurder verantwoordelijk voor het ophangen van voldoende werkende rookmelders. De huurder is wél zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van de rookmelders.

Waarom deze nieuwe wetgeving?

Helaas vallen er jaarlijks bij brand de meeste slachtoffers door het inademen van rook. In 2021 waren er een kleine 65.000 woningbranden, dat zijn er 177 per dag! Naast veel gewonden vielen daarbij 31 dodelijke slachtoffers. Als er ’s nachts brand uitbreekt, wil je dat je hier tijdig op geattendeerd wordt. Je wordt namelijk niet wakker van rooklucht. En rook bevat veel giftige gassen waardoor je al binnen enkele minuten bewusteloos kunt raken. Met deze nieuwe wetgeving hoopt de overheid het aantal doden bij woningbranden te verminderen.

Voldoet je huis per 1 juli 2022 niet aan deze nieuwe regelgeving, dan riskeer je een boete of problemen met je verzekering. Maar je veiligheid is natuurlijk het allerbelangrijkste. Zorg er dus voor dat je jouw huis tijdig voorziet van de juiste rookmelders.

Waar moet ik op letten als ik een rookmelder ga kopen?

Goedkope rookmelders met een onbekend merk zijn vaak onbetrouwbaar. Investeer daarom in betrouwbare en kwalitatieve rookmelders. De rookmelder moet allereerst voldoen aan de Europese NEN-14604 norm. Rookmelders op netstroom moeten tevens voldoen aan de Europese NEN-2555 norm. Voldoet de rookmelder aan deze normen, dan kun je ervan uitgaan dat de melder is voorzien van een goed geluidssignaal, eenvoudige montage en tijdige detectie van rook. Rookmelders moeten daarnaast voorzien zijn van een CE-keurmerk. In tegenstelling tot nieuwbouw woningen worden er bij bestaande bouw geen eisen gesteld aan de doorkoppeling van de rookmelders. De melders hoeven ook niet op elektriciteit te zijn aangesloten, een melder op batterij volstaat.

Een rookmelder kost gemiddeld rond de € 30,-. Ze zijn verkrijgbaar bij o.a. de diverse bouwmarkten in Nederland.

Succes met het veiliger maken van je eigen woning!

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Onzekere rente-toekomst: wel of niet oversluiten?

28 juni 2022

Nog niet zo lang geleden spraken de meeste economen de verwachting uit dat de rente, en daarmee ook de hypotheekrente, nog jaren laag zou blijven. Wellicht dat de rente met een paar tienden tot misschien zelfs wel één procent extra zou oplopen. En die verwachting gold niet alleen voor de nabije toekomst, maar die verwachting werd vaak uitgesproken voor de komende tien jaar. En heel raar was dat ook niet. De afgelopen twintig jaar ging de rente alleen maar naar beneden, op enkele korte tijdelijke oplevingen na. Belangrijke oorzaak was de wereldwijde vergrijzing, waarbij er steeds meer geld beschikbaar was, en het aanbod van geld dus groot was. Bovendien leken we in Europa de inflatie uitgeroeid te hebben en probeerde de Europese Centrale Bank (ECB) het afgelopen decennium met onconventionele maatregelen de inflatie op te krikken omdat die niet rond het gewenste niveau van 2% wilde komen.

Een coronacrisis en oorlog in onze achtertuin later, is de situatie drastisch anders geworden met een inflatie die we voor het laatst in de jaren zeventig van de vorige eeuw hadden. De koopkracht van huishoudens staat onder druk door de hoge energie-, brandstof- en boodschappenuitgaven. De gemiddelde hypotheekrente van 10 jaar vast is sinds het dieptepunt met 2,6% gestegen.

Hoge hypotheekrente voor velen geen probleem

De meeste huishoudens hebben hun hypotheekrente de afgelopen jaren tegen een enorm laag hypotheekrentepercentage vast gezet. We zijn een voorzichtig volk, dus vaak is de rente voor minimaal 10 jaar vastgezet, maar vaker zelfs nog voor 20 jaar en de laatste jaren zagen we een opmars van 30 jaar vast. De meeste huishoudens kunnen op dit moment zorgeloos naar de stijging van de hypotheekrente kijken, omdat het nog vele jaren duurt voordat hun rentevaste periode afloopt.

Korte resterende rentevaste periode

Heb je nog een korte rentevaste periode te gaan, dan heb je op dit moment een moeilijk dilemma. Hoop je dat de hypotheekrente over enkele maanden of jaren, afhankelijk van de duur van je resterende rentevaste periode, weer gaat dalen? Daar valt iets voor te zeggen als de prognoses van de ECB uitkomen dat de inflatie volgend jaar weer richting de 2% gaat. Of ben je bang dat de rente nog wel eens verder kan stijgen? Ook geen onrealistisch scenario als bijvoorbeeld de oorlog in de Oekraïne nog lang aanhoudt en Rusland de gasaanvoer steeds verder afknijpt, bedrijven de hogere kosten van energie en grondstoffen steeds vaker doorrekenen in een hogere prijs voor hun producten, en werknemers hogere lonen gaan eisen en dit mogelijk tot een loon-prijs spiraal leidt.

Het is geen gemakkelijk dilemma, omdat niemand met zekerheid kan voorspellen welke kant de hypotheekrente op zal gaan. Dat heeft het afgelopen half jaar ons wel geleerd.

Vijf rentescenario’s

Het is zinvol als je weet wat de gevolgen zijn van een toekomstige rente-ontwikkeling op je maandlasten. Die gevolgen verschillen per situatie, waarbij de hoogte van de hypotheek, de hypotheekvorm en de huidige rente een rol spelen. Aan de hand van twee concrete voorbeelden laten we de gevolgen zien van vijf rentescenario’s:

  1. De hypotheekrente daalt de komende tijd met 2% t.o.v. de rente van dit moment
  2. De rente daalt met 1%
  3. De hypotheekrente blijft gelijk
  4. De hypotheekrente stijgt met nog eens 1%
  5. De hypotheekrente stijgt met 2%

Voorbeeld 1

Als uitgangspunt pakken we een vijftigplus koppel die een aflossingsvrije hypotheek hebben van € 200.000,- en de rente in juni 2013 10 jaar vast hebben gezet tegen 4,2%. Dat was het gemiddelde hypotheekrentepercentage op dat moment. De bruto maandlast bedraagt op dit moment € 700,- en de netto maandlast exclusief eigenwoningforfait ongeveer € 441,-. Wat gebeurt er met de bruto- en netto maandlast in de verschillende scenario’s, uitgaande van de huidige 10 jaar vaste hypotheekrente van 3,6%?

Tabel maandlasten hypotheekrente dalingen en stijgingen

Op basis van deze verschillende rentescenario’s heb je beter inzicht in de concrete gevolgen voor de maandlasten en kun je weloverwogen een keuze maken over of je afwacht wat de rente gaat doen of dat je toch liever nu actie onderneemt en zekerheid krijgt over je hypotheeklasten.

Voorbeeld 2

In het tweede voorbeeld hebben we een wat jonger stel gepakt van begin veertig die in juli 2014 hun eerste huis kochten en een annuïteitenhypotheek hebben van € 260.000,- met een 10 jaar vaste rente van 3%, wat het gemiddelde tarief op dat moment was. Hun huidige bruto maandlast bedraagt € 1.096,- en de netto maandlast exclusief eigenwoningforfait ongeveer € 902,-. Wat gebeurt er met de bruto- en netto maandlast in de verschillende scenario’s uitgaande van weer de huidige 10 jaar vaste hypotheekrente van 3,6% als over twee jaar hun huidige rentevaste periode afloopt? Extra gegeven is dat de hypotheek dankzij de aflossingen op het renteverlengingsmoment nog € 197.652,- bedraagt.

Tabel 2 maandlasten hypotheekrente stijgingen en dalingen

* De netto maandlast is die in het eerste jaar na ingang van de nieuwe rente. De netto maandlast loopt bij een annuïteitenhypotheek op.

Voor wie zekerheid wil

Wil je nu al zekerheid over een lange periode, dan kun je verschillende acties ondernemen:

  1. rentemiddelen bij je huidige geldverstrekker;
  2. oversluiten bij je huidige geldverstrekker;
  3. oversluiten naar een nieuwe geldverstrekker.

Elk van deze opties heeft zo zijn voor- en nadelen en je financieel adviseur kan berekeningen voor je maken en je adviseren welke optie goed bij jouw situatie aansluit. Moet je bijvoorbeeld wel of geen boeterente betalen? Betaal je op dit moment een lagere rente dan de huidige rente, dan kun je meestal zonder boeterente je hypotheek oversluiten. Je gaat na oversluiten een hogere rente betalen, maar je hebt dan wel voor een langere periode zekerheid over je hypotheeklasten. Als je geldverstrekker rentemiddeling toestaat, is dat mogelijk een interessantere optie, omdat je huidige lage rente meetelt in het bepalen van de nieuwe rente.

8 tips om inbraak tijdens vakantie te voorkomen

24 juni 2022

Je moet er niet aan denken: terugkomen van vakantie en ontdekken dat er is ingebroken in je woning. 100% voorkomen kan niet, maar je kan wel de nodige maatregelen nemen om het risico op een inbraak te verminderen. Wij geven je 8 tips om inbrekers op afstand te houden.

 

1. Ruim je woonkamer en keuken niet op

Laat wat koffiemokken en een krant op tafel liggen. Heb je kinderen, laat dan wat speelgoed op de grond slingeren. Zo ziet het eruit alsof er nog iemand in huis is en breng je inbrekers op het verkeerde spoor.

2. Koop een goed alarmsysteem

Een goede manier om inbrekers uit je huis te weren is natuurlijk een alarmsysteem. Goedkoop kan ook hierbij soms letterlijk duurkoop zijn. Investeer in een goed alarmsysteem.

3. Plaats automatische verlichting

Met een schakelklok kun je zelf instellen wanneer je lampen aan en uit gaan. Stel ze in op verschillende tijden. Zorg dat je er ook op de bovenverdieping één hebt. Installeer ook bewegingsmelders rondom je huis.

4. Even niet posten op social media

Op vakantie of avondje weg? Deel het pas via social media als je weer thuis bent. Laat ook niet via je voicemail weten dat je weg bent.

5. Schakel je buren in

Laat het je buren weten als je een paar dagen weg bent of op vakantie gaat. Vraag ze of ze af en toe de gordijnen open en dicht doen. En of ze de post achter de voordeur weghalen.

6. Extra slot op kniehoogte

Eén van de veelgebruikte inbraakmethodes is het opentrappen van je deur. Met een extra slot op kniehoogte verstevig je de deur.

7. Sluit je aan op een WhatsApp buurtpreventie-appgroep

In veel buurten zijn er WhatsApp-groepen beschikbaar waar bewoners elkaar op de hoogte houden van verdachte situaties. Zoek uit of jou buurt al een WhatsApp-groep heeft en sluit je aan. Nog geen groep? Overweeg om er een te starten.

8. Plaats tijdens je vakantie een auto op de oprit

Plaats een eventuele tweede auto van jezelf of de auto van je buren op de oprit zodat het lijkt dat er iemand thuis is.

 

Denk ook aan je verzekering

Met deze 8 slimme tips kun je de kans op inbraak verkleinen. Maar mocht het toch een keer gebeuren, dan is het wel een prettig idee dat je hier goed voor verzekerd bent. De inboedelverzekering zorgt ervoor dat je de gestolen en beschadigde spullen vergoed krijgt. En de opstalverzekering dekt de schade die de inbreker aan je woning heeft aangebracht.

Wil je graag verzekeringsadvies? Maak dan een gratis en vrijblijvende afspraak bij één van onze verzekeringsadviseurs.

Maak een afspraak