Veel instanties, waaronder De Nederlandsche Bank en de AFM, kijken huiverend naar het grote aantal aflossingsvrije hypotheken in Nederland. De afgelopen jaren hebben ze grote druk uitgeoefend op geldverstrekkers om hun klanten goed te informeren over de risico’s van een aflossingsvrije hypotheek. Terwijl aan de andere kant de populariteit van de aflossingsvrije hypotheek de afgelopen jaren juist weer stijgt.
Is de aflossingsvrije hypotheek nu een probleem of juist een oplossing? Het antwoord daarop is dat dit afhangt van de individuele situatie. In enkele gevallen kan een aflossingsvrije hypotheek in de toekomst tot grote problemen leiden. In dit blog leggen we uit wat daar de oorzaak van kan zijn en wat je er tegen kunt doen. In de meeste gevallen is een aflossingsvrije hypotheek nu en in de toekomst prima betaalbaar en in sommige gevallen kan de overgang naar een aflossingsvrije hypotheek juist tot een beter betaalbare situatie leiden.
Als je een relatief grote aflossingsvrije hypotheek hebt in verhouding tot je inkomen, dan kan
een aflossingsvrije hypotheek een probleem worden. Dat komt vooral doordat bepaalde zaken
in de loop van de tijd kunnen veranderen. We benoemen de belangrijkste vier:
Elk van bovenstaande oorzaken kan er toe leiden dat de maandlasten moeilijker of niet meer
te betalen zijn. Vaak zien we ook nog eens een combinatie van meerdere van deze oorzaken.
Ben je 50’er of 60’er en ben je niet zeker over je eigen situatie, dan kan een financieel adviseur dit voor je inzichtelijk maken. Hoe eerder je dit inzicht hebt, hoe eerder je actie kunt ondernemen. Bijvoorbeeld door alsnog een deel van de hypotheek de komende jaren af te lossen als daar financiële ruimte voor is. Of door de hypotheekrente voor een langere periode vast te zetten, zodat er voor een lange periode zekerheid is over de hoogte van de hypotheeklasten. Maar ook behoort tot de overwegingen om te verhuizen naar een goedkopere woning.
De meeste huishoudens kunnen de hypotheeklasten van een aflossingsvrije hypotheek in de toekomst prima betalen, ook als één of meerdere van de in de vorige alinea’s genoemde risico’s zich voordoen. Dat komt omdat vaak een belangrijk deel van de hypotheek afgelost is na 30 jaar.
Een voorbeeld:
Een stel van elk 57 jaar hebben een combinatiehypotheek bestaande uit € 150.000,- spaarhypotheek en € 100.000,- aflossingsvrij. De spaarhypotheek eindigt in 2034 en wordt dan volledig afgelost. De rente voor de aflossingsvrije hypotheek staat vast tot 2034.
In dit voorbeeld is het van belang dat de hypotheeklasten ook nog betaalbaar zijn in 2032, als dit stel met pensioen gaat en de hypotheeklasten nog voor zowel de spaar- als de aflossingsvrije hypotheek lopen en het pensioeninkomen waarschijnlijk wel een stuk lager is dan hun huidige inkomen.
Waarschijnlijk is dit hoogstens een tijdelijk probleem, omdat in 2034 de spaarhypotheek wordt afgelost en alleen nog maar een aflossingsvrije hypotheek resteert van € 100.000,-. Zelfs bij een rente van 6% resteert dan slechts een bruto maandlast van € 500,-. Om de tijdelijke hogere maandlasten in de periode 2032 tot en met 2034 op te vangen, kan dit stel de komende jaren een bedrag extra sparen en opzij zetten. Een andere oplossing is om extra af te lossen op de spaarhypotheek of extra premie te storten, zodat de resterende looptijd van de spaarhypotheek korter wordt.
Omzetten van een aflossende hypotheek naar een aflossingsvrije hypotheek kan met name ook voor sommige senioren een goede oplossing zijn om betaalbare maandlasten te krijgen/houden.
Een voorbeeld:
Stel je gaat met pensioen en woont in een woning van € 450.000,-. Je hebt een annuïteitenhypotheek van nog € 145.000,- (oorspronkelijke hypotheek € 175.000,- afgesloten in 2014 tegen een rente van 4%) en een aflossingsvrije hypotheek van € 50.000,- waarvan de rente ook 4% bedraagt.
De bruto maandlast bedraagt € 972,- en de netto maandlast was € 807,- wat prima te betalen was van het inkomen van € 60.000,-. Stel dat het pensioeninkomen slechts € 35.000,- bedraagt, dan is de bruto maandlast van € 972,- opeens wel een probleem en de netto hypotheeklast is met € 884,- ook opeens een stukje hoger.
Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn om de annuïteitenhypotheek om te zetten in een aflossingsvrije hypotheek. Gevolg is wel dat de hypotheekrente over dat deel niet meer aftrekbaar is, maar de bruto maandlast daalt naar € 650,- en de netto maandlast komt ook ongeveer op hetzelfde bedrag uit. In dit voorbeeld is het dan misschien meteen verstandig om de rente voor een lange periode van bijvoorbeeld 20 jaar vast te zetten (ergens tussen de 4,2% en 4,5%), zodat je niet over twee jaar met een mogelijk nog hogere rente te maken krijgt. Bovendien moet je geldverstrekker wel mee willen werken aan deze omzetting.
Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.