Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

2021

Nieuws, Blogs, Vlogs

Toon

Hypotheektrends 2022: alles op een rij!

20 december 2021

Een aantal van de trends die we in de afgelopen jaren hebben gezien, krijgen een vervolg in 2022. Maar sommige trends zetten naar onze verwachting niet door in 2022.

1. Einde in 2022 aan dalende gemiddelde hypotheekrentes

In de periode 2016-2021 gingen de gemiddelde hypotheekrentes voor de rentevaste periodes van 5, 10, 20 en 30 jaar elk jaar omlaag.

Ditzelfde beeld zien we bij de gemiddelde hypotheekrentes zonder NHG.

Zoals in het eerdere artikel al aangegeven, is onze verwachting dat 2022 een trendbreuk gaat brengen. Wij verwachten dat de gemiddelde hypotheekrentes met 0,2 à 0,4% gaan stijgen.

Gemiddelde hypotheekrente met nhg per rentevasteperiode


2. In 2022 einde aan dalende renteverschillen tussen verschillende rentevaste periodes

In de periode 2016-2021 groeiden de gemiddelde hypotheekrentes van verschillende rentevaste periodes steeds meer naar elkaar toe.

De grootste daling was te zien bij het verschil tussen 10 en 20 jaar vast. Dit verschil halveerde in vijf jaar tijd van 0,68% naar 0,32%. Je betaalt dus slechts 0,32% extra rente maar krijgt wel 10 jaar langer zekerheid over de hoogte van je maandlasten. Dat verklaart mede de grote stijging van de populariteit van de 20 jaar rentevaste periode (zie 3).


Voor 2022 verwachten wij dat de verschillen weer een heel klein beetje
groter worden.

Hypotheekrenteverschillen tussen verschillende rentevasteperiodes

3. Lang vast blijft populair en stijgt waarschijnlijk in 2022 verder door

Consumenten zijn de hypotheekrente steeds langer vast gaan zetten in de afgelopen zes jaar. Ruim van de helft afgesloten rentevaste periodes is op dit moment 20 jaar vast. Dat is ten koste gegaan van 10 jaar vast. De grootste groei zat in 2021 bij 30 jaar vast.

Hoewel wij verwachten dat de verschillen tussen rentevaste periodes weer iets groter worden, denken wij wel dat de trend van langer vastzetten zich verder zal doorzetten in 2022.

De in de grafiek genoemde percentages slaan op het aandeel van de desbetreffende rentevaste periode ten opzichte van het totaal in 2021.

Verdeling rentevaste periodes 2016-2021

4. Daling aandeel NHG hypotheken zet door in 2022

Het percentage aankopen dat met NHG gefinancierd wordt, daalde van 48% in 2016 naar slechts 35% in 2021.

Belangrijke oorzaak is dat de stijging van de NHG-kostengrens minder hard gaat dan de gemiddelde stijging van de huizenprijzen. Het aandeel NHG zal dan ook verder afnemen in 2022.

Kijken we niet alleen naar de woningaankopen maar naar alle hypotheken, dan is het aandeel in de periode 2016 tot en met 2021 zelfs gedaald van 39% naar 29%.

Cirkel-diagram hypotheken met nhg en zonder nhg 2016-2021

5. Er lijkt weinig ruimte voor verdere verlaging van de bruto rentemarge in 2022
De bruto rentemarge bereikte in 2021 het laagste niveau in 13 jaar tijd.

Vanwege het feit dat we geen inzicht hebben in de daadwerkelijke inkoopprijzen en de verschillende kosten die komen kijken bij hypotheken, hanteren we als vergelijkingsmaatstaf voor de brutomarges (dus voor kosten) het verschil tussen de kapitaalmarktrente (10 jaar) en de gemiddelde 10 jaar vaste hypotheekrente met NHG.

Wij verwachten dat de concurrentiestrijd fel blijft op de Nederlandse hypotheekmarkt in 2022. Toch verwachten wij geen serieuze verdere daling, omdat de marges al klein zijn.

Bruto rentemarge 2016-2021

6. Daling woningaankopen en stijging woningprijzen in 2022

Na een flitsende start in 2021 dankzij de vrijstelling van de overdrachtsbelasting voor ‘starters’, is het aantal gepasseerde woningen vanaf het tweede kwartaal steeds verder teruggezakt ten opzichte van 2020.

Steeds meer starters kunnen geen woning meer kopen en steeds meer doorstromers zijn niet bereid om de hoofdprijs te betalen voor een andere koopwoning.

De dalende trend qua aantal woningverkopen zal zeker aanhouden in 2022. De kans is groot dat het aantal woningverkopen in 2022 uitkomt onder de 200.000 en dat zou het laagste niveau zijn in zeven jaar tijd. In de periode 2016 tot en met 2021 zat het altijd boven de 214.000.

Het is ook erg lastig om een goede voorspelling te kunnen doen van de ontwikkeling van de woningprijzen in 2022. De vraag is nog steeds veel groter dan het aanbod, waardoor er een woningtekort is. Steeds meer bestaande woningbezitters haken af om een nieuwe, duurdere koopwoning te kopen en nieuwbouw is er ook onvoldoende om te voldoen aan de inhaalvraag. De prijzen zullen dan ook door blijven stijgen in 2022, maar waarschijnlijk niet zo absurd als in het afgelopen jaar. Het is te hopen dat het nieuwe kabinet voortvarend aan de slag gaat met de uitdagingen op het gebied van de woningmarkt. Maar daar hoeven we in 2022 nog weinig van te verwachten, qua aantal nieuw op te leveren woningen.

Aantal woningverkopen 2020-2021

7. Overwaarde blijft stijgen in 2022

De gemiddelde overwaarde is voor alle leeftijdscategorieën fors gestegen in de jaren 2017 tot en met 2020. De cijfers zijn gebaseerd op cijfers van het CBS en zijn nog niet bekend over 2021.

De stijgende trend kunnen we met zekerheid doortrekken voor het jaar 2021 en wij verwachten dat de groei ook door zal zetten in 2022.

Steeds vaker wordt de overwaarde benut om een lagere rente-opslag te krijgen, een verbouwing te realiseren of als consumptief doel. Bijvoorbeeld om een grote consumptieve uitgave te doen of het pensioen aan te vullen.

Gemiddelde overwaarde per leeftijdscategorie

8. Aandeel aflossingsvrije hypotheken stijgt door in 2022

In de afgelopen vijf jaar is het aandeel aflossingsvrije hypotheken gegroeid. In 2022 verwachten wij dat de groei verder door zal zetten. Dat is te danken aan enerzijds de lagere rente en anderzijds de grote overwaarde.

Daarbij zien we ook dat het aandeel aflossingsvrij bij de 50-plusser substantieel hoger ligt dan de 50-minner. De stijging van het aandeel
aflossingsvrij geldt overigens voor zowel de 50-plusser als de 50-minner.

Cirkel-diagram hypotheekvorm 2017-2021

9. Verbouwingen en oversluitingen blijven populair in 2022

Hoewel de cijfers over 2021 niet volledig zijn (t/m half december) kunnen we nu al zien dat het aantal hypotheekaanvragen gerelateerd aan woningaankopen voor zowel starters als doorstromers dit jaar terugloopt. Wij verwachten dat die terugloop in 2022 verder doorzet.

Wij verwachten dat de groei in oversluitingen doorzet in 2022;
zeker als de hypotheekrente inderdaad gaat stijgen. Ook denken wij dat de stijging van tweede hypotheken en hypotheekverhogingen doorzet. Het aantal verbouwingen en benutting van overwaarde neemt naar onze verwachting toe in 2022.

HDN hypotheekaanvragen per type

10. Aflossingsdeel in annuïteitenhypotheek fors gegroeid

Dankzij de sterk gedaalde rente bestaat een steeds groter deel van de netto maandlast uit aflossing.

Uitgaande van de gemiddelde 20 jaar vaste hypotheekrente met NHG, gaat maar liefst 76% van de netto maandlast in het eerste jaar naar jezelf. Want dat is aflossing, waardoor je hypotheekschuld minder wordt. In 2022 zal dit slechts heel beperkt afnemen als de rente iets stijgt.

Verdeling netto rente en aflossingsdeel annuïteitenhypotheek

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Hypotheek gewijzigd in 2021? Pas je voorlopige aanslag 2022 aan!

15 december 2021

Heb je op dit moment een voorlopige aanslag? Dan krijg je rond half december het voorstel van de voorlopige aanslag 2022 van de Belastingdienst. Heb je dit jaar een woning gekocht of je hypotheek overgesloten of aangepast, dan is het belangrijk dat je de voorlopige aanslag aanpast. Andere redenen om de voorlopige aanslag aan te passen zijn bijvoorbeeld dat je een kind hebt gekregen, je gaat scheiden, je hebt de AOW-leeftijd bereikt, je bent meer of minder gaan verdienen of je bent (deels) als zzp’er begonnen.

Voorlopige aanslag

Met een voorlopige aanslag krijg je maandelijks belasting terug, bijvoorbeeld voor de hypotheekrenteaftrek, en hoef je niet tot de jaarlijkse belastingaangifte achteraf te wachten. Het is uiteraard belangrijk dat je maandelijks niet teveel terugkrijgt, omdat je anders bij de definitieve aanslag geld terug moet betalen. Controleer daarom je voorlopige aanslag 2022 goed en geef wijzigingen door aan de Belastingdienst.

Wat is wel meegenomen in de voorlopige aanslag 2022?

In de voorlopige aanslag 2022 heeft de Belastingdienst de nieuwe tarieven voor de inkomstenbelasting verwerkt. Een belangrijke wijziging is bijvoorbeeld dat het percentage van de maximale hypotheekrenteaftrek, die omlaag gaat van 43% in 2021 naar 40% in 2022. Voor mensen met een hoog inkomen die te maken hebben met deze verlaging van het maximale aftrekpercentage, betekent het dat de Belastingdienst in de voorlopige aanslag automatisch met het lagere aftrekpercentage rekent en de teruggave voor de hypotheekrente omlaag gaat.

Niet meegenomen in de voorlopige aanslag 2022

Zijn er wijzigingen in je inkomen, in de waarde van je woning, zorgkosten, hypotheek of ben je in 2021 gescheiden en moet je partneralimentatie betalen of ga je die ontvangen? Het zijn allemaal zaken die de Belastingdienst nog niet weet. We lichten er een paar wijzigingen toe die te maken hebben met de eigen woning.

  • Nieuwe woning gekocht

Ben je het afgelopen jaar verhuisd, dan moet er voor de voorlopige aanslag met twee nieuwe gegevens rekening worden gehouden:

- Een andere waarde van de woning.

- Een nieuwe hypotheek, betekent ook een andere bedrag aan aftrekbare hypotheekrente.

  • Verbouwing

Heb je het afgelopen jaar je woning grondig verbouwd, dan is je woning waarschijnlijk meer in waarde gestegen dan de gemiddelde waardestijging. Je WOZ-waarde kan dan wel eens fors gestegen zijn, waardoor de bijtelling van het eigenwoningforfait omhoog moet.

Heb je de verbouwing niet met spaargeld gefinancierd maar met een hypotheek of lening, dan is het belangrijk om deze gegevens ook door te geven aan de Belastingdienst.

  • Hypotheek overgesloten, rentemiddeling of nieuwe rente

Heb je het afgelopen jaar een lagere rente op je hypotheek gekregen, omdat je een nieuwe rentevaste periode hebt gekregen of je hypotheek overgesloten of rentemiddeling toegepast? Dan is de voorlopige aanslag gebaseerd op een te hoge teruggave. Pas deze aan bij de Belastingdienst, zodat je niet bij de definitieve aanslag ineens een groot bedrag moet terugbetalen.

Optimale verdeling bij fiscale partners

Doe je samen met je fiscale partner aangifte, dan kun je gezamenlijke aftrekposten zoals voor de eigen woning en het vermogen verdelen over beide personen. Dat betekent dat je over het algemeen de aftrekposten zoveel mogelijk wilt toe rekenen aan degene met het hoogste inkomen. Tot nu toe moest je die verdeling zelf uitvogelen, maar voor 2022 gaat de Belastingdienst helpen bij het bepalen van de beste verdeling.

Hoe pas ik mijn voorlopige aanslag aan?

Je aanpassingen kun je online doorgeven aan de Belastingdienst door in te loggen op Mijn Belastingdienst. Op de site van de Belastingdienst staat stap voor stap beschreven hoe je de wijzigingen door kunt voeren. 

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Wel of niet extra aflossen op hypotheek?

14 december 2021

Aan het einde van het jaar zien we dat veel mensen weer de overweging maken om extra af te lossen op de hypotheek. Bij de huidige lage spaarrente is het niet vreemd dat veel consumenten ervoor kiezen om extra af te lossen.

Op de lange termijn is aflossen een goede zaak, maar zorg er wel altijd voor dat je een goede buffer overhoudt, zodat je op korte termijn niet in de problemen komt. Houd daarbij ook rekening met onvoorziene gebeurtenissen. Zo had niemand de corona-epidemie aan zien komen, terwijl dit financieel voor menig huishouden een enorme impact heeft gehad.

Spaarbuffer belangrijk om inkomensdaling op te vangen

Het is dus belangrijk om een goede spaarbuffer aan te houden. Je kunt beter iets te veel hypotheekrente betalen terwijl je nagenoeg geen rente op je spaarrekening ontvangt, dan dat je niet meer over je spaargeld kunt beschikken als het even tegenzit.

Stel, je betaalt nog een hoge hypotheekrente van bijvoorbeeld 3% en je lost € 20.000,- extra af op een annuïteitenhypotheek, dan gaan je bruto hypotheeklasten omlaag met ongeveer € 84,- per maand. Maar daar heb je niet zoveel aan als je inkomen ineens met 20 à 25% naar beneden gaat als je werkloos wordt. Dan is het fijner dat je die € 20.000,- nog op je spaarrekening hebt staan, zodat je een groot aantal maanden de inkomensachteruitgang op kunt vangen.

Denk er dus goed over na of je voldoende spaarbuffer achter de hand hebt, voordat je extra gaat aflossen. Zeker in deze tijd kun je misschien beter even een jaartje wachten met het doen van een extra aflossing, dan dat je volgend jaar onverwachts in de problemen komt.

Eerst aflossen op consumptief krediet

Heb je voldoende spaarbuffer en wil je toch extra aflossen, dan is het over het algemeen het verstandigst om eerst af te lossen op een persoonlijke lening, als je die hebt lopen. De rente die je betaalt over een persoonlijke lening ligt meestal een stuk hoger dan bij een hypotheek. Je maandelijkse besparing is waarschijnlijk ook groter dan bij een hypotheek, omdat een persoonlijke lening een kortere looptijd heeft dan een hypotheek. Het maandelijkse aflossingsbedrag gaat daardoor bij een aflossing op een persoonlijke lening meestal harder naar beneden dan bij een hypotheek. Waarbij je er soms ook voor kunt kiezen om het aflossingsbedrag gelijk te houden. Je lost dan sneller je persoonlijke lening af, waardoor je over de hele looptijd gezien minder geld kwijt bent.

Aflossen op je hypotheek

Heb je voldoende spaarbuffer en geen consumptief krediet dan is aflossen op je hypotheek uiteraard ook een goede optie. Heb je meerdere lening delen met verschillende rentes, resterende rentevaste periodes en/of hypotheekvormen, bespreek dan met je financieel adviseur op welk lening deel je het beste kunt aflossen.

Los je bijvoorbeeld af op een aflossingsvrije hypotheekdeel, dan is je besparing alleen de rente, maar als je aflost op een annuïteiten , lineaire of (bank-)spaarhypotheek dan gaat je maandlast meer omlaag, omdat ook je aflossing of maandelijkse spaarinleg omlaag gaat. Is aflossen op een aflossingsvrije hypotheek dan slechter dan op een andere hypotheekvorm? Nee, want door af te lossen op je aflossingsvrije deel bespaar je minder rente, maar zorg je er ook voor dat je aan het einde van de looptijd een lagere restschuld overhoudt. Weeg dit dus goed af met je adviseur.

Heb je een (bank-)spaarhypotheek, dan kan een goed alternatief voor aflossen zijn om extra te storten op de spaarrekening/in de spaarpolis. Het voordeel is namelijk dat je spaarinleg/spaarpremie dan behoorlijk omlaag gaat en je netto maandlast meer omlaag gaat dan met aflossen.

Alternatief voor aflossen: verduurzamen

In plaats van aflossen kun je er in sommige situaties ook voor kiezen om het bedrag niet te steken in extra aflossen, maar in verduurzaming. Bijvoorbeeld door zonnepanelen aan te schaffen of isolerende maatregelen te nemen. Je bespaart je dan geen rente, maar bespaart wel op je maandlasten doordat je energiekosten omlaag gaan. Bijkomend voordeel is dat het ook nog eens gunstig is voor het klimaat.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Hoe tijdelijk is de inflatie en het koopkrachtverlies?

07 december 2021

Qua hypotheekaanvragen is het nog steeds erg druk op de hypotheekmarkt, maar qua aantal hypotheekrente wijzigingen is het extreem rustig. Op een sporadische rentewijziging na gebeurt er op dit moment niks. Geldverstrekkers kijken de kat uit de boom, terwijl de financiële markten wel erg onrustig zijn. Beleggers worden heen en weer geslingerd door enerzijds een zeer hoge inflatie en anderzijds de onzekerheid van de omikron coronavariant en de mogelijke gevolgen voor de economische groei.

Inflatie rijst de pan uit

Wie alleen naar de inflatiecijfers kijkt, heeft de indruk dat die op dit moment geheel uit de bocht vliegen. In Nederland stegen de prijzen in november met 5,6%, terwijl die in oktober ook al fors waren gestegen met 3,7%, zo blijkt uit de gegevens van Eurostat, het Europese statistisch bureau.

We moeten terug naar de vorige eeuw dat we in Nederland zo’n hoge inflatie hadden. Maar niet alleen in Nederland is de inflatie hoog. De prijzen in de hele eurozone lagen 4,9% hoger dan hetzelfde prijspeil in november 2020. In de Verenigde Staten bereikte de inflatie in oktober een stand van 6,2%, het hoogste niveau in 31 jaar.

Naast de consumentenprijzen stijgen ook de producentencijfers. De afzetprijzen van de Nederlandse industrie lagen in oktober gemiddeld ruim 20% hoger dan dezelfde maand vorig jaar.

Tijdelijke of structurele inflatie

Een belangrijke reden voor de hoge inflatie zijn de hoge energieprijzen. Een andere reden zijn de tekorten aan grondstoffen en halffabricaten, zoals bijvoorbeeld van chips, die zijn ontstaan doordat in de lockdown de vraag door bedrijven werd verlaagd en er nu tijd nodig is om te voldoen aan de inhaalvraag, als gevolg van het economische herstel.

De grote vraag is of we te maken hebben met een tijdelijk hogere inflatie of dat we voor langere tijd te maken krijgen met een hogere inflatie. Centrale banken riepen tot nu toe het hardst dat het om tijdelijke inflatie gaat, en dat er geen reden is dat zij haar beleidsrente verhogen. Maar in dat roepen komt steeds meer nuance. De president van de Fed, de centrale bank van de Verenigde Staten, gaf afgelopen week aan dat hij eigenlijk af wil van het woord ‘tijdelijk’; want wat is nu precies tijdelijk. Beleggers verwachten dat de Fed de afbouw van het opkopen van staatsobligaties versneld gaat afbouwen en dat er volgend jaar meerdere kleine renteverhogingen doorgevoerd worden.

Lagarde, president van de Europese Centrale Bank (ECB) blijft er, in ieder geval ‘tijdelijk’, bij dat er op dit moment geen reden is om de rente te verhogen, omdat het minimaal 18 maanden duurt voordat je de effecten ziet van een rentverhoging; en volgens haar is de inflatie dan al weer gezakt onder de 2%.

Koopkracht gepensioneerde

De ECB kijkt alleen maar op macroniveau, maar ondertussen ondervindt bijvoorbeeld menig gepensioneerde de vervelende gevolgen van inflatie. Werknemers kunnen de komende maanden de hogere inflatie proberen te verrekenen in een hoger salaris. Al zien we daar ook nog relatief weinig van, in de recent afgesloten cao’s. Gepensioneerden zijn afhankelijk van de prijspeil-compensatie in hun AOW en pensioen. De AOW-uitkering is een afgeleide van het minimumloon en wordt half jaarlijks gecorrigeerd aan de inflatie. Als de inflatie sterk blijft stijgen, loopt men wel iets achter de feiten aan, maar wordt de AOW-uitkering uiteindelijk wel aangepast.

Dat ligt anders bij veel pensioenen. Doordat de dekkingsgraad van veel pensioenfondsen te laag is, mogen de pensioenuitkeringen niet geïndexeerd worden om de prijsstijgingen te compenseren. Onder andere ABP heeft al aangegeven dat naar alle waarschijnlijkheid de pensioenen gelijk blijven in 2022. De oorzaak is dat de beleids-dekkingsgraad wel iets is gestegen, maar onvoldoende om de minimale grens van 110% te halen. Dit gaat waarschijnlijk voor veel pensioenfondsen gelden. Gepensioneerden leveren bij deze hoge inflatie dus koopkracht in. En zelfs als de inflatie over een jaar weer terugzakt naar onder de 2%, dan heeft de ‘tijdelijke’ inflatie toch gezorgd voor een structurele daling in de koopkracht van gepensioneerden.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Tiny house, tiny mortgage?

23 november 2021

Op de overspannen woningmarkt is een nieuwe trend alweer een tijdje aan de gang: het kopen of soms zelf bouwen van een tiny house. RTL speelt hier zelfs op in met een apart programma, de ‘Tiny House Battle’.

Een ‘tiny house’ is een kleine woning, wat wil zeggen: een vloeroppervlak van maximaal 50 vierkante meter. Naast het kleiner wonen is ook de filosofie er achter belangrijk. Kopers van een tiny house willen een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk achterlaten. Ze zijn gericht op minder consumeren, terwijl het wel volwaardige woningen zijn, maar dan op kleine schaal. Duurzaamheid is een belangrijke factor en soms zijn de woningen geheel zelfvoorzienend, dus niet aangesloten op bijvoorbeeld riool en het gasnet.

Het aantal tiny houses is nog beperkt in Nederland, maar duidelijk is dat er een groeiende behoefte is en het aantal woningprojecten groeit snel. Op tinyhousenederland.nl kun je een aantal voorbeelden vinden in een aantal gemeenten.

Wat kost een tiny house?

De kosten van een tiny house zitten in een brede bandbreedte van € 20.000,- tot en met € 100.000,-. De uiteindelijke kosten zijn bijvoorbeeld afhankelijk van of het huis op eigen grond moet komen te staan of op huurgrond; maar ook of je zelf gaat bouwen of een kant-en-klare woning wilt kopen.

Financiering van een tiny house?

Als je onvoldoende spaargeld hebt, dan heb je een aanvullende financiering nodig. Dat kan door middel van een lening bij je ouders, een hypotheek of een persoonlijke lening. Welke optie het beste past, is erg afhankelijk van de individuele situatie.

Hypotheek bij een verplaatsbare woning, wat voor een redelijk aantal tiny houses geldt, is een hypotheek niet mogelijk. Bij een tiny house die ‘nagelvast’ aan de grond is verbonden en een woonbestemming heeft, kun je onder bepaalde voorwaarden bij bepaalde geldverstrekkers wel een hypotheek krijgen (denk bijvoorbeeld aan een minimale hoogte van de hypotheek).

Als aan de definitie van een eigenwoningschuld voldaan wordt, is de hypotheekrente gewoon aftrekbaar. Dat geldt ook als een annuïteiten- of lineaire hypotheek of lening bij ouders wordt afgesloten, die in maximaal 360 maanden wordt afgelost. En dit geldt ook bij een persoonlijke lening. De (hypotheek-)rente is niet aftrekbaar als niet aan het criterium eigenwoningschuld voldaan wordt.

Persoonlijke lening

Een belangrijke beperking van een persoonlijke lening ten opzichte van een hypotheek bij een geldverstrekker of hypotheek/lening bij ouders, is dat de looptijd meestal maximaal 15 jaar is. Dit maakt dat de aflossingscomponent veel hoger is. Dat hoeft overigens niet altijd een groot probleem te zijn, omdat het te lenen bedrag ook een stuk lager is dan bij een hypotheek voor een reguliere woning. Voordeel van een kortere looptijd is dat je daardoor over de gehele looptijd gezien goedkoper uit bent. Een ander bijkomend nadeel van een persoonlijke lening is de hogere rente; die is snel het dubbele ten opzichte van een hypotheek.

Eigen grond of erfpacht

We zien bij een groot aantal projecten bij tiny houses dat je niet zelf de grond kunt kopen, en dat er sprake is van erfpacht, huur van de grond van de gemeente. Dat kan soms een relatief grote kostenpost betekenen. Al zijn er ook bepaalde gemeenten die de grond huurvrij ter beschikking stellen, omdat ze de filosofie van tiny houses willen stimuleren.

Stimuleren tiny house initiatieven

Van Bruggen Adviesgroep is er een groot voorstander van dat lokale gemeenten initiatieven voor tiny houses stimuleren, door bijvoorbeeld specifieke locaties hiervoor te reserveren. In de eerste plaats omdat dit soort duurzaamheidsinitiatieven een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de woningvoorraad. Door aandacht voor dit soort initiatieven raken ook andere mensen geïnteresseerd, waardoor we de ecologische voetafdruk van wonen kunnen verkleinen.

Maar ook voor de woningmarkt is dit initiatief goed. Alle alternatieven die bij kunnen dragen aan het verlichten van de druk op de woningmarkt zijn welkom en zeker als ze duurzaam zijn en aan een behoefte voldoen. Eerder pleitten we daarom ook al voor herbestemming van lege kantoor- en winkelpanden en het op grotere schaal toestaan van permanente bewoning van vakantiewoningen.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Schenken voordat het te laat is

16 november 2021

Sinterklaas is ondanks problemen met een stuurwiel en corona toch weer in Nederland aan gekomen en heeft hij inmiddels de wensenlijst van vele kinderen doorgenomen. Maar de Sint is niet de enige die allerlei cadeaus moet bedenken. Want sommige 50-plussers vragen zich af welke mogelijkheden er nog zijn om te schenken. Er loopt namelijk een belangrijke discussie over de ongelijkheid tussen kinderen van ouders zonder en met poen. En de grote vraag is of een nieuw kabinet daar wat aan gaat doen.

Jaarlijks schenkingsbedrag

Ouders die hun kind een bedrag willen schenken, kunnen dat dit jaar belastingvrij doen, tot een bedrag van € 6.604,-. Dit bedrag is tijdelijk verhoogd met € 1.000,- in verband met corona.

Voor een kind tussen de 18 en 40 jaar oud mag je eenmalig maximaal € 26.881,- schenken. De besteding van het geld is volledig vrij. Voorwaarde is dus dat het kind niet eerder gebruik heeft gemaakt van een verhoogde vrijstelling. Doe je een dergelijke schenking, dan moet je kind aangifte doen bij de Belastingdienst; dit kan online. Volgt je kind een kostbare studie dan mag hij/zij onder voorwaarden zelfs een belastingvrije schenking ontvangen van € 55.996,-.

Eenmalige schenking voor aankoop woning

Een aantal jaar geleden is de eenmalige belastingvrijstelling voor het ontvangen van een schenking voor de aankoop van een woning fors verruimd. In 2021 geldt voor een kind tussen de 18 en 40 jaar een vrijstelling van € 105.302,-. Het mag overigens ook gaan om een schenking voor bijvoorbeeld het financieren van een verbouwing of het aflossen van een hypotheek (eigenwoningschuld).

De verhoging van deze vrijstelling was een belangrijke maatregel om de op dat moment stroperige woningmarkt op gang te houden. Het was een manier om vooral voor starters de koop van een eigen woning mogelijk te maken. Maar wat voor een individueel persoon een mooi middel kan zijn, kan voor een hele groep negatief uitpakken.

Want deze maatregel zorgt er mede voor dat de huizenprijzen zo snel stijgen de afgelopen jaren. Voor steeds meer starters is een koopwoning financieel niet meer haalbaar.

Overigens komt dit natuurlijk niet alleen door deze maatregel, maar die draagt daar wel aan bij. Daarom gaan er stemmen op om de verhoogde schenkvrijstelling te verlagen of af te schaffen. Een belangrijk argument daarbij is dat het ook niet eerlijk is, omdat alleen kinderen met rijke ouders profiteren van deze hoge schenkingsvrijstelling en kinderen die geen schenking krijgen, alleen maar geconfronteerd worden met nog hogere prijzen van koopwoningen.

Nieuw kabinet

Er bestaat om die reden een grote kans dat een nieuw kabinet de regeling van de verhoogde schenkingsvrijstelling versobert of afschaft. Doordat dit boven de markt hangt, kan het daarom raadzaam zijn voor ouders die een schenking overwegen, deze plannen niet te ver voor zich uit te schuiven.

Overigens is het de vraag in hoeverre de afschaffing van de verhoogde schenkingsvrijstelling veel effect zal hebben. Ouders kunnen alsnog besluiten om een bedrag aan een kind te schenken, waarbij gewoon de schenkbelasting voldaan wordt. Bovendien zou de overheid dan ook de mogelijkheid moeten blokkeren dat kinderen een hypotheek krijgen van hun ouders, waarbij de maandelijkse hypotheeklasten weer worden terug geschonken.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Drie belangrijke wijsheden voor (beginnende) beleggers

09 november 2021

Het aantal beleggende huishoudens stijgt de afgelopen jaren fors van ruim 1,4 miljoen naar ongeveer 1,9 miljoen. Een belangrijke reden is de lage en soms zelfs negatieve spaarrente. De meeste beleggers, namelijk twee op de drie, laten zich daarbij niet adviseren. Ze bepalen zelf het doel, hoeveel risico ze bereid zijn te nemen, de strategie en selecteren zelf waarin ze beleggen en de samenstelling van de portefeuille. In vaktermen heet dit execution-only beleggen. Belangrijke redenen: het is via online mogelijkheden eenvoudig toegankelijk en de kosten zijn laag.

Overweeg je om te gaan beleggen? Wij geven de volgende drie wijsheden en tips mee.

1. Wees niet bang om de boot te missen, want je kunt ook het schip in gaan

Je hoort steeds vaker dat vrienden aan het beleggen zijn. Realiseer je daarbij dat ze vaak liever over de successen vertellen dan de missers. Dat veel mensen beleggen is natuurlijk niet gek bij de lage spaarrente. Maar bedenk je dat beleggen, zeker in aandelen, een belangrijk verschil kent met sparen: je kunt een deel van je inleg verliezen.

De AFM constateerde vorige week dat 12% van de zelfstandige beleggers in de categorie ‘kwetsbaar’ vallen. Dat wil zeggen dat deze beleggers weinig spaargeld hebben als buffer en hun beleggingsgeld in de toekomst mogelijk nodig hebben om een tegenvaller op te vangen. En als de beleggingen het op dat moment minder goed doen, dan kunnen ze in de problemen komen.

Zorg er dus altijd voor dat je eerst een goede spaarbuffer opbouwt, voordat je aan beleggen begint.

2. Winnaars hebben een plan, verliezers een excuus

Met een goed weldoordacht plan is de kans op succes bij beleggen veel groter. Waar moet je bijvoorbeeld aan denken:

  1. Bedenk: voor welk doel je wilt beleggen?
    Dat kan overigens ook een algemeen doel zijn, zoals vermogensgroei.
  2. Wat is je beleggingshorizon?
    Wanneer heb je het geld nodig? Is dat bijvoorbeeld over twee jaar, dan kun je beter gewoon gaan sparen in plaats van beleggen. En als je doel pas over twintig jaar ligt, dan kun je wat risicovoller beleggen, dan wanneer je doel over tien jaar is.
  3. Hoeveel risico ben je bereid te nemen?
    Ga voor jezelf na, hoe je verwacht te reageren als je beleggingen opeens met 5%, 10% of zelfs 25% achteruitgaan. Slaap je dan nog rustig? Dat bepaalt mede hoe je je inleg verdeelt over de verschillende beleggingscategorieën.
  4. Weet waar je eigen valkuilen liggen. Particuliere beleggers hebben de neiging om hun eigen beleggingsvaardigheden te overschatten. Ook kijken ze vaak naar hun beleggingen, wat leidt tot (te) veel transacties. Beleg alleen in beleggingscategorieën die je begrijpt.
  5. Zorg dat je aan spreiding doet. Omdat dit een heel belangrijke element is, besteden we daar een aparte wijsheid aan.

3. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst

Niemand kan met zekerheid zeggen hoe de financiële markten en specifieke beleggingssoorten zich gaan ontwikkelen. Zitten we nu bijvoorbeeld op een piek bij aandelen of zal de stijgende trend nog een tijdje aanhouden? En hoe zal de rente zich ontwikkelen, wat voor een belangrijk deel bepalend is voor het rendement bij obligaties? Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, maar door spreiding kun je wel de kans het grootst maken dat op een zo’n hoog mogelijk rendement, bij een zo laag mogelijk risico.

Spreiden doe je op vier verschillende manieren:

  1. Als je je beleggingen spreidt over meerdere beleggingscategorieën, zoals aandelen, obligaties en vastgoed; verminder je het risico dat het slecht of minder gaat in één specifieke beleggingscategorie.
  2. Zorg ervoor dat je ook binnen de beleggingscategorie spreidt. In plaats van individuele aandelen kun je beter voor een beleggingsfonds kiezen of nog beter, voor een indexfonds. Omdat een grote groep beleggers beleggen leuk vindt, is dat misschien minder sexy, maar het kan je rendement verhogen en je risico verminderen. Het gokgehalte wordt minder groot.
  3. Veel beleggers kiezen voor nationale aandelen, maar ook hier geldt dat gemiddeld genomen het rendement stijgt en het risico daalt als je spreidt over meerdere landen en zelfs werelddelen.
  4. Tot slot is het belangrijk om te spreiden in de tijd. Je kunt veel beter periodiek, bijvoorbeeld maandelijks, een bedrag inleggen dan grote, incidentele bedragen. Daarmee voorkom je dat je net op het verkeerde moment instapt. Als je periodiek inlegt, pak je zowel de hoge als de lage instapmomenten mee.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Hypotheekmarkt op weg naar post-kredietcrisis record

26 oktober 2021

Na een booming eerste kwartaal zwakte de woningmarkt in de daarop volgende twee kwartalen steeds verder af. In het eerste kwartaal waren er bijna 30% meer woningtransacties dan in hetzelfde kwartaal in 2020. In het tweede kwartaal lag het aantal bestaande woningverkopen 4% lager en in het derde kwartaal is de daling zelfs ruim 13%, zo blijkt uit cijfers van het Kadaster. Over de eerste drie kwartalen van 2021 zijn er overigens nog bijna 3% meer woningen verkocht dan in dezelfde periode vorig jaar.

Over geheel 2021 slechts iets minder woningtransacties dan in 2020

Het Kadaster baseert haar cijfers op de woningen die passeren bij de notaris. Makelaars zitten nog iets eerder in het traject en op basis van hun sombere cijfers kunnen we nu al voorspellen dat ook het vierde kwartaal een duidelijke min laat zien tegenover het vierde kwartaal van vorig jaar, waardoor we de cijfers van 2020 waarschijnlijk niet gaan overtreffen. Wij verwachten dat we over heel 2021 ongeveer 2 à 3% minder woningtransacties zullen zien dan in 2020. Het is goed om te realiseren dat afgelopen jaar op de tweede plaats staat qua aantal woningtransacties; alleen in 2017 werden er nog meer woningen verkocht. Het aantal woningverkopen van 2018 en 2019 gaan we dit jaar dan ook zeker overtreffen.

Dalende trend qua woningtransacties zet door in 2022

Maar de trend van het derde kwartaal maakt wel dat 2022 er wat minder rooskleurig uitziet. De doorstroming op de woningmarkt gaat steeds stroever. Potentiële verkopers stellen de verkoop van hun woning uit, omdat ze eerst een andere woning willen kopen. Door het verminderde aanbod is dat lastig. Een ander deel van de woningeigenaren die eerder overwogen om te verhuizen, is hier op terug gekomen, omdat ze de prijzen van de volgende woning te hoog vinden. Een deel van hen heeft besloten om in plaats van te verhuizen de huidige woning te verbouwen. De starter heeft het helemaal lastig, omdat die te maken heeft met aan de ene kant de beperkte doorstroming, waardoor er ook aan de onderkant van de markt weinig woningen vrijkomen en er ook beperkt nieuwbouw is voor starters. Aan de andere kant heeft de starter niet de luxe van de stijgende overwaarde van een bestaande woning, waardoor voor menigeen een koopwoning niet meer haalbaar is door de gestegen prijzen. Wij verwachten dat het aantal woningtransacties tussen de 7,5% en 10% lager gaan uitvallen in 2022.

Drukte op hypotheekmarkt dankzij oversluitingen

Het aantal afgesloten hypotheken is op weg om, sinds de kredietcrisis, een nieuw record te vestigen. In de eerste drie kwartalen zijn er bijna 10% meer hypotheken afgesloten dan in 2020. De groei is voor namelijk te danken aan het aantal oversluitingen en tweede hypotheken (voor bijvoorbeeld een verbouwing).

Door de oplopende rente zien we de afgelopen weken nog een verdere toename in het aantal afspraken om te bekijken of het interessant is om de hypotheek over te sluiten. Consumenten die nog overwegen of ze willen oversluiten, moeten er ook rekening mee houden dat geldverstrekkers het in de laatste maand altijd extra druk hebben. Als ze nog dit jaar willen oversluiten, moeten ze op tijd een afspraak maken. Naast de oplopende rente kan er nog een reden zijn om nog dit jaar over te sluiten. Voor hogere inkomens geldt dat ze de bijkomende kosten, waaronder de boeterente, nu nog af kunnen trekken tegen 43%, terwijl dit volgend jaar nog maar 40% is. Dat kan zo enkele honderden euro’s schelen.

Een voorspelling over het aantal hypotheken over geheel 2022 is lastig. Wij verwachten dat het aantal woningaankoop gerelateerde hypotheken lager uit zal vallen. Daar staat tegenover dat zeker in de eerste helft van het nieuwe jaar, het aantal oversluitingen en bijsluitingen hoog zal blijven. We verwachten dat de licht stijgende hypotheekrente nog even voortzet, en hierdoor het aantal oversluitingen zeker in het eerste halve jaar de niveaus van dit jaar kunnen overtreffen. Er zijn nog veel slapers, die door de stijgende hypotheekrentes getriggerd kunnen worden om hun hypotheek open te breken en daarmee zekerheid te kopen over de hoogte van hun hypotheeklasten voor een lange periode.

Vele mensen hebben de afgelopen tijd dus kunnen profiteren van het oversluiten van hun hypotheek en daarmee vaak een bijkomende besparing. Achter elke besparing gaat een uniek en persoonlijk verhaal schuil. Dit heeft Euridice onlangs zelf mogen ervaren. Ze heeft onlangs haar hypotheek laten oversluiten door Van Bruggen Adviesgroep. Lees hier haar verhaal. 

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

50-plusser kiest bij oversluiten vaker voor 30 jaar vast

12 oktober 2021

De 50-plusser in de leeftijdscategorie 50 tot 60 jaar kiest vaker voor een rentevaste periode van 30 jaar vast dan andere leeftijdscategorieën. Van de gekozen rentevaste periodes is 23% een 30 jaar vaste rente. Bij de meeste andere leeftijdscategorieën ligt dit onder de 15%. Al zien we ook bij de 40-plusser een stijging van het aandeel 30 jaar vast; namelijk 16% in de leeftijdscategorie 40-44 en 19% in de categorie 45-50. Op hogere leeftijd zien we dan weer een afname in het afsluiten van 30 jaar vast. Wat ook logisch is, omdat de kans dat je bijvoorbeeld op 80-jarige leeftijd die 30 jaar nog als huiseigenaar gaat meemaken, niet zo groot is en er voor een kortere, iets goedkopere rentevaste periode wordt gekozen.

Overigens is de meest gekozen rentevaste periode ook voor de oversluitende 50-plusser 20 jaar vast; ruim 47% van de gekozen rentevaste periodes is 20 jaar vast. Bij de oversluitende 60-plusser zien we zelfs dat die van alle leeftijdscategorieën het meest voor 20 jaar vast kiezen; namelijk 56%.

50-plusser kiest voor zekerheid bij oversluiten

De 50-plusser kiest voor het oversluiten van de hypotheek dus vaak voor lang vast. Op zich is dat ook niet zo raar. Jongere generaties hebben vaak nog een stijgend inkomensperspectief, terwijl voor de 50-plusser de pensioensituatie veel belangrijker is. Dit pensioeninkomen is vaak een stuk lager dan het huidige inkomen. Zelfs als je rekening houdt met de lagere belastingen/sociale premies, moeten veel gepensioneerden netto een stapje terug doen. En dan wil je in de toekomst niet nog eens verrast worden door een stijging van de hypotheekrente van misschien wel 1%, 2%, 3% of zelfs 4%. Want hoewel niemand het lijkt te verwachten, valt niet met zekerheid te zeggen waar de hypotheekrente over 1 of 2 jaar staat, laat staan over 10 of 20 jaar.

Kleine verschillen in rente

Daar komt nog eens bij dat de verschillen tussen 10, 20 en 30 jaar vast ook historisch klein zijn. Het gemiddelde hypotheektarief voor 20 jaar vast is ongeveer 0,35% hoger dan 10 jaar vast en het gemiddelde hypotheektarief voor 30 jaar vast is ongeveer 0,25% hoger dan 20 jaar vast. Omdat de meeste mensen 10 jaar te kort vinden, gaat het vooral om de afweging of je bereidt bent om 0,25% extra te betalen voor 10 jaar extra zekerheid over de hoogte van je hypotheeklasten. Overigens is het wel zaak om je goed te laten adviseren, omdat de verschillen tussen geldverstrekkers groot kunnen zijn.

De dalers en stijgers bij de rentevaste periodes

Als we niet alleen kijken naar de gekozen rentevaste periodes bij oversluitingen, maar naar het totaal kijken inclusief woning gebonden hypotheekaanvragen, dan zien we de afgelopen zeven jaar een enorme stijging bij de rentevaste periode 20 jaar vast. Het aandeel 20 jaar vast is gestegen van 32% in 2017 naar boven de 50%. Ook 30 jaar vast maakte een grote stijging door van een kleine 4% naar ruim 16%. De stijging van 20 en 30 jaar vast ging met name ten koste van 10 jaar vast. Dit aandeel daalde van ruim 45% in 2017 naar 20% nu.

Verdeling rentevaste periodes 2015-2021

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Belangrijke reden voor oversluiten: zekerheid over hypotheeklasten

05 oktober 2021

In het derde kwartaal zagen we 38% meer hypotheekaanvragen voor oversluitingen in vergelijking met hetzelfde kwartaal vorig jaar. Ten opzichte van het tweede kwartaal waren er juist 22% minder hypotheekaanvragen voor oversluitingen. Waarbij we ons moeten bedenken dat het tweede kwartaal een behoorlijke uitschieter naar boven was.

Sinds het vierde kwartaal van 2019 zien we een grote toename in het aantal oversluitingen.

Veel consumenten kiezen dus om over te sluiten. Ze hebben daarvoor verschillende redenen. Een belangrijke reden is natuurlijk om een lagere rente en lagere maandlasten te krijgen. Een andere reden is de wens om de hypotheek aan te passen en dat moment aangrijpen om meteen over te stappen naar een andere geldverstrekker. Denk bijvoorbeeld aan een andere hypotheekvorm, nieuwe looptijd van 30 jaar of financiering van een verbouwing. Maar een hele belangrijke reden is ook dat je door over te sluiten, nu zekerheid krijgt voor een lange periode over de hoogte van de rente en daarmee over de hoogte van de maandelijkse hypotheeklasten. Veel consumenten kiezen daarbij voor een lange rentevaste periode van 20 jaar.

De keuze om nu over te sluiten is niet raar. De hypotheekrente staat historisch laag. Heel veel meer kan de hypotheekrente niet omlaag, terwijl er wel ruimte is voor een behoorlijke stijging van de hypotheekrente. Al wordt dit laatste ook niet echt verwacht; maar een stijging van een paar tienden is heel goed mogelijk. Zo sprak De Nederlandsche Bank in haar halfjaarlijkse Economische Ontwikkelingen en Voortuitzichten van juni de verwachting uit dat de ‘lange rente Nederland’ de komende jaren stijgt. Van -0,4% in 2020 naar -0,1% in 2021 en vervolgens in 2022 doorstijgt naar 0,2% en in 2023 naar 0,4%. Dat betekent voor de komende twee jaar een verwachte stijging van 0,3% à 0,5%; waarbij het uiteraard de vraag is in hoeverre dit zich ook één op één zal vertalen in een hogere hypotheekrente.

Ook een paar tienden scheelt serieus geld

Heb je de afgelopen jaren niet overgesloten en betaal je nog een hoge rente, dan is het misschien nu wel tijd om over te sluiten of rentemiddeling toe te passen. Want ook een stijging van enkele tienden kan over de duur van een nieuwe rentevaste periode van 10 of 20 jaar een boel geld schelen.

Rekenvoorbeeld

We pakken een concreet voorbeeld van twee 55-jarigen die in 2013 een andere koopwoning kochten van € 350.000,-. Hun hypotheek bestond uit een aflossingsvrije hypotheek van € 200.000,- met een rente van 4,6% voor 10 jaar vast en een annuïteitenhypotheek van € 130.000,- met een rente van 4,4%. Hun bruto maandlast bedraagt € 1.428,-.

Als deze consumenten nu oversluiten, dan gaat de rente fors omlaag. Zelfs als ze kiezen voor een nieuwe rentevaste periode van 20 jaar in plaats van 10 jaar. De nieuwe rente voor 20 jaar vast komt uit op 2% en voor de annuïteit op 1,8%. Maar dankzij de gestegen waarde van de woning kan de rente-opslag er grotendeels van af, waardoor de rente voor aflossingsvrij op 1,6% en voor de annuïteit op 1,4%. De nieuwe bruto maandlast komt uit op € 751,-.

Als je vervroegd oversluit en naar een andere geldverstrekker gaat, moet je een boete betalen plus de bijkomende kosten voor de notaris, taxatie en hypotheekadvies. In dit voorbeeld komen die uit op ongeveer € 18.000,-. We gaan er vanuit dat de klant die kosten uit eigen spaargeld betaalt. Deze kosten zijn ook aftrekbaar.

Het grote voordeel voor de klant is dus dat zijn bruto maandlast daalt naar € 751,-. De extra kosten zijn na iets minder dan twee jaar terugverdiend. Dat is dus nagenoeg gelijk aan de resterende rentevaste periode die de klant nog heeft.

Stel dat de rente ongewijzigd blijft, dan kan de klant dus net zo goed nog even afwachten. Maar wat als de rente stijgt? We laten in totaal 4 scenario’s zien, wat de klant bespaard zou hebben over de komende 20 jaar of juist extra betaald zou hebben, als hij besluit om nu niet over te sluiten.

scenario's renteontwikkelingen

Wanneer oversluiten?

Of en op welk moment je het beste kunt oversluiten is dus op voorhand niet met zekerheid te zeggen. Dat is namelijk afhankelijk van de renteontwikkeling in de resterende duur van je rentevaste periode. Maar uitgaande van een stijging van de hypotheekrente in de komende tijd, lijkt dit een goed moment om het te overwegen.

Meer weten over oversluiten? Lees het hier. 

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Vijf redenen om voor een nieuwbouwwoning te kiezen

14 september 2021

Van alle woningen die er in Nederland verkocht worden, gaat het in 1 op de 4 à 5 gevallen om een nieuwbouwwoning. In 2020 waren er 69.000 nieuwbouwwoningen en voor dit jaar worden er 68.000 verwacht en in 2022 70.000. We benoemen vijf redenen waarom consumenten graag voor een nieuwbouwwoning kiezen.

1. Energiezuinig/energieneutraal

Nieuwbouwwoningen zijn heel energiezuinig en steeds meer nieuwbouwwoningen zijn zelfs energieneutraal (dat wil zeggen dat een woning evenveel energie opwekt als verbruikt). Dat betekent dat je ook geen of zeer lage energiekosten hebt. Bij bestaande woningbezitters, die geen energiebesparende maatregelen hebben doorgevoerd, zien we juist dat de energiekosten en steeds groter deel van de woonlasten vormen.

2. Onderhoudsvrij

Een nieuwbouwwoning vraagt om veel minder onderhoud dan een bestaande woning. Zeker in de beginjaren. Maar ook door het gebruik van andere materialen, zoals bijvoorbeeld kunststof kozijnen, heb je er in de toekomst veel minder onderhoud aan. Dat zal zeker ook voor oudere woningkopers, die een steeds groter deel van de woningmarkt vormen, een belangrijke factor zijn.

3. Waardestijging

Een nieuwbouwwoning stijgt de eerste jaren na aankoop vaak veel sneller dan een bestaande koopwoning.

4. Zelf bepalen hoe de woning eruit ziet

Een belangrijk voordeel van een nieuwbouwwoning is dat je vanaf de tekening een boel zelf kunt bepalen. Via meerwerk kun je de woning helemaal naar je eigen zin inrichten en ook de inrichting van de tuin kun je zelf bepalen. Bij een bestaande woning is dat veel
lastiger en zelfs met slopen en verbouwen ben je vaak toch beperkter dan in een
nieuwbouwwoning.

5. Soms lagere hypotheekrente

We zien steeds meer geldverstrekkers die een lagere hypotheekrente aanbieden bij nieuwbouwwoningen. De hoogte van de korting kan erg verschillen, van enkele honderdsten tot soms enkele tienden. Zo kent ABN AMRO Bank een duurzaamheidskorting van 0,15%, bij Obvion is die 0,05%, en bij Florius en Rabobank is de korting 0,1%. Rabobank kent ook een Groenhypotheek voor milieuvriendelijke en duurzame nieuwbouwwoningen waar een groenverklaring voor is afgegeven. Je kunt daarmee maar liefst 0,5% korting krijgen op je hypotheekrente, waarbij je er wel rekening mee moet houden dat dit alleen geldt voor een 10 jaar vaste hypotheekrente (de meeste woningkopers zetten de rente graag tot iets langer vast). Een wat kleinere geldverstrekker, Woonnu, richt zich heel nadrukkelijk op nieuwbouw en energiezuinige bestaande woningen. Woonnu laat de hoogte van de korting afhangen van hoe energiezuinig een woning is, waarbij de korting fors kan zijn, tot wel 0,25%. Verder kent Nationale Nederlanden een speciaal nieuwbouwtarief, waarbij de korting afhankelijk is van de gekozen rentevaste periode en hoeveel je leent ten opzichte van de waarde van de woning. 

Verduurzamen omdat het kan en niet omdat het moet

07 september 2021

Max Verstappen en de Formule 1 hebben er afgelopen weekend een feestje van gemaakt op het circuit van Zandvoort. Al zorgt dit evenement ook voor veel controverse. Natuurbeschermers probeerden de bouw van het circuit tegen te houden, omdat dit ten koste ging van zandhagedissen en rugstreeppadden. Evenementenorganisaties waren verbolgen dat de Formule 1 wel doorging, maar dat zij geen evenementen mogen organiseren. Een milieuorganisatie probeerde via een kort geding vergeefs de race tegen te houden, omdat de provincie bij de vergunningverlening een verkeerde rekensom zou hebben gemaakt ten aanzien van de uit te stoten stikstof. Vorige week lekte uit dat het kabinet op Prinsjesdag bekend gaat maken dat zij zes tot zeven miljard euro extra gaat uittrekken om de CO2-uitstoot te verminderen. Ondanks alle mooie woorden dat klimaatbeleid hoog op de agenda staat, lijkt het nog steeds meer zo te zijn dat het kabinet dit doet omdat het ‘moet’ in plaats van dat ze zelf hier het belang van inziet. De extra miljarden voor onder meer elektrische auto’s en isolatie van woningen lijken voor een belangrijk deel afgedwongen door de Urgenda rechtszaak.

Ruim een derde stroom komt uit hernieuwbare bron

Afgelopen twee maanden kwam meer dan een derde van alle gebruikte stroom in Nederland uit een hernieuwbare bron. Ondanks het matige zomerweer waren  zonnepanelen in augustus, goed voor 13,6% van de stroom, eenzelfde percentage kwam uit windenergie en 10% kwam
uit biomassa. Ongeveer 1,5 miljoen huishoudens hebben zonnepanelen op hun huis liggen. Dat betekent dat bijna 1 op de 5 huishoudens nu zonnepanelen heeft. Gemiddeld komen er de laatste drie jaar 240.000 huizen bij met zonnepanelen. Zonnepanelen zijn een laagdrempelige manier om aan verduurzaming te doen, maar er zijn uiteraard veel meer manieren. Welke wijze van verduurzamen bij jou past is uiteraard ook afhankelijk van het type en de leeftijd van je woning.

Vier redenen om aan verduurzaming te doen

Er zijn meerdere redenen om je woning te verduurzamen:
1. Een beter milieu
Als we de klimaatgevolgen willen afremmen, zullen we allemaal, particulieren en bedrijven, stappen moeten zetten om onze CO2-uitstoot te verminderen.

2. Meer wooncomfort
Wat nog wel eens vergeten wordt, is dat veel verduurzamingsmaatregelen aan een woning ook leiden tot een hoger wooncomfort. Bijvoorbeeld extra isolerend glas zorgt ervoor dat je minder last hebt van tocht. Hetzelfde geldt voor isolerende kozijnen en bijkomend voordeel van deze kunststof kozijnen is dat je er ook veel minder onderhoud aan hebt.

3. Hogere waarde van de woning
Een woning die energiezuinig en goed geïsoleerd is, levert bij verkoop meer geld op, dan een woning die minder zuinig en minder geïsoleerd is. Er van uitgaande dat de verduurzaming van woningen de komende jaren een steeds grotere vlucht zal krijgen, zal dit de prijs van woningen met een laag energielabel steeds meer gaan drukken.

4. Lagere energiekosten
Verduurzamen van een woning leidt ook tot minder energiekosten. Hoe lang de terugverdientijd is, verschilt per energiebesparende maatregel.

Lage financieringskosten

Investeren in verduurzaming is interessant bij de huidige lage spaarrente van rond de nul procent. Maar ook als je geld moet lenen via bijvoorbeeld je hypotheek, profiteer je nu van de lage hypotheekrente. We laten voor een paar verschillende investeringsbedragen zien wat de bruto kosten ongeveer zijn als je die financiert met een hypotheek. De hoogte van de rente die je betaalt, is afhankelijk van hoe lang je de rente vast zet en of je met of zonder NHG leent. In de onderstaande berekening van de bruto maandlasten zijn we even uitgegaan van een rente die 15 jaar vastgezet wordt tegen 1,6%.

 

Hoogte investeringAnnuïteitenhypotheek Aflossingsvrije hypotheek
€ 5.000,-€ 18€ 7
€ 10.000,-€ 35€ 13
€ 20.000,-€ 70€ 27
€ 30.000,-€ 105€ 40


We zijn even van bruto bedragen uitgegaan, maar als je een annuïteiten- of lineaire hypotheek afsluit, dan is de rente ook nog eens aftrekbaar, als je de investering gebruikt voor verduurzaming van je eigen woning. Je komt dan netto nog een paar euro lager uit dan de bedragen die in de tabel worden genoemd.
De kosten van de investering zullen in veel gevallen lager zijn dan de besparing in de energielasten. Verduurzamen is dus een mooie manier om je energielasten te verlagen, de waarde van je woning stijgt, je wooncomfort stijgt en het is goed voor het klimaat. Genoeg redenen om te verduurzamen, en niet omdat het moet, zoals bij de overheid, maar omdat het kan en zinvol is.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.