Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

2020

Nieuws, Blogs, Vlogs

Toon

Gestage langzame rentedaling

12 oktober 2020

Al ruim twee maanden lang verlagen de geldverstrekkers hun hypotheekrentes. Het gaat vaak om verlagingen voor slechts een paar rentevaste periodes en het zijn hele kleine verlagingen van slechts een paar honderdsten. Daardoor gaat de gemiddelde hypotheekrente voor bijvoorbeeld de lange rentevaste periodes van 10, 20 en 30 jaar met ongeveer één honderdste per week omlaag. Al die kleine verlagingen bij elkaar hebben de afgelopen ruim twee maanden geleid tot een verlaging van 0,14% voor 20 en 30 jaar vast en 0,11% voor 10 jaar vast.

In dezelfde periode vorig jaar gingen de lange vaste hypotheekrentes een stuk harder omlaag, met tussen de 0,4 á 0,6%.

In dit tempo, met een verlaging van gemiddeld één honderdste per week, duurt het nog 8 weken voordat voor de meest populaire rentevaste periode van 20 jaar een nieuw record is bereikt. Maar voor 30 jaar vast is het laagterecord al heel dicht binnen bereik. Overigens blijft het de vraag of nieuwe laagterecords voor alle rentevaste periodes daadwerkelijk bereik komen. De kleine verlagingen van nu laten zien dat er weinig ruimte is bij geldverstrekkers, ze willen tenslotte een gezonde marge blijven behouden.

PROFITEREN VAN DE LAGE RENTE

Wil je weten of jij ook kunt profiteren van de huidige lage rente, bijvoorbeeld door oversluiting, rentemiddeling of verlaging van de rente-opslag, maak dan een afspraak en dan kijken wij naar jouw persoonlijke situatie.

Maak een afspraak

Nieuw pensioenstelsel geen tovermiddel

05 oktober 2020

De kogel is al enkele maanden door de kerk; we krijgen een nieuw pensioenstelsel. De contouren staan, maar de detailuitwerking en overgang naar het nieuwe pensioenstelsel gaat nog wel een paar jaar duren. Het huidige pensioenstelsel piept en kraakt ondertussen. Een groot aantal pensioenfondsen heeft een dekkingsgraad die te laag is volgens de regels en dat vraagt volgens de regels om ingrijpen. Volgens die regels zouden veel pensioenfondsen de pensioenpremies moeten verhogen en de pensioenuitkeringen moeten verlagen. En niet alleen omdat 2020 een incidenteel jaar is waarin het even slecht gaat, maar omdat de dekkingsgraden van de meeste pensioenfondsen al jaren onder het gewenste niveau staan van minimaal 104,3%.

Uitstel om maatregelen te treffen

Eind vorig jaar besloot minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid al om de pensioenfondsen een jaar uitstel te geven als de minimale dekkingsgraad in ieder geval 90% bedroeg. Hier maakten veel pensioenfondsen gebruik van. De situatie is door de coronacrisis niet verbeterd en opnieuw was de oproep vanuit zowel werknemer- als werkgeverorganisaties om ook voor 2021 uitstel te geven om in te grijpen. Minister Koolmees heeft vorige week bekendgemaakt om aan deze oproep gehoor te geven, onder dezelfde condities als vorig jaar. Het pensioenfonds mag besluiten om maatregelen volgend jaar uit te stellen als de dekkingsgraad minimaal 90% is. De vraag is overigens of alle pensioenfondsen op 31 december 2020 aan deze eis voldoen.

Maar omdat ook de pensioenfondsen die wel actie moeten ondernemen slechts hoeven te herstellen naar een dekkingsgraad van 90%, zal een eventuele pensioenkorting heel beperkt zijn tot waarschijnlijk 0,2%.

Overgangsperiode

In de periode 2022 tot 2026 moet er een overgang plaatsvinden naar het nieuwe pensioenstelsel. In dit nieuwe pensioenstelsel wordt niet meer gewerkt met vaste pensioenuitkeringen maar zijn die afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten. De minister is bereid om ook voor de komende jaren te kijken naar een versoepeling van de huidige pensioenregels tot het nieuwe pensioenstelsel is ingegaan. Maar het aanpassen van de regels lost uiteraard de financiële problemen van de pensioenfondsen niet op en ze zullen goed moeten kijken of bij een ongewijzigd beleid de positie van nieuwe en zittende pensioenklanten niet te veel verslechterd. Want het risico is dat als nu bepaalde aanpassingen niet worden gedaan, het nieuwe stelsel belast wordt met een erfenis uit het huidige stelsel en kan het lastig worden om het gewenste indexatieperspectief in het nieuwe stelsel te realiseren.

Pensioenpremieverhogingen en pensioenkortingen zijn dan ook voor de komende jaren niet uitgesloten. Zo zal bijvoorbeeld naar verwachting de premie van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) volgend jaar al met een paar procent omhoog gaan.

Pensioenen worden duurder

DNB-president Knot waarschuwt dat we ons moeten realiseren dat pensioenen duurder worden. Dat lost zich niet op met een nieuw pensioenstelsel. Oorzaak is de lage rente en daar gaan we nog jaren last van hebben. Een lagere rente betekent dat we meer moeten sparen om hetzelfde bedrag aan pensioen te krijgen. Alternatief is dat we genoegen nemen met een lager pensioen. Een gemakkelijke oplossing is er niet. Knot pleit er dan ook voor om vooral eerlijk en duidelijk te communiceren; iedereen is gebaat bij een helder inzicht in de te verwachten hoogte van het pensioen én de bijbehorende onzekerheden.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

NHG wijzigingen per 2021

28 september 2020

Enkele voorwaarden van de Nationale Hypotheek Garantie wijzigen per 1 januari 2021. Wat betekent dit wellicht voor jou? Wij hebben de belangrijkste wijzigingen voor jou op een rij gezet:

  • Het maximale NHG bedrag, de kostengrens, stijgt naar € 325.000,- (nu: € 310.000,-). Dat is een stijging van bijna 5%, maar bedenk dan wel dat het CBS bekend maakte dat de prijzen van bestaande woningen in augustus met meer dan 8% gestegen waren in vergelijking met augustus 2019.

    Is er sprake van energiebesparende maatregelen dan is de maximale kosten grens € 344.500,- (nu: € 328.600,-).

  • Niet gewijzigd: de kosten voor NHG; die blijven 0,7% van het hypotheekbedrag. Dit heb je in de meeste gevallen binnen twee jaar terugverdiend.
  • Het tweede inkomen gaat meer meetellen bij het bepalen van de hoogte van de woonquote, namelijk 90% in plaats van 80%. Dat kan betekenen dat een huishouden met twee inkomens meer kan lenen, maar dat is nog geen zekerheid.

    Een voorbeeld op basis van de inkomensnormen: Stel de rente is 1,7% en een stel heeft een inkomen van € 30.000,- en € 20.000,-. Bij het bepalen van de woonquote geldt het eerste inkomen plus 80% van het tweede inkomen; ofwel € 46.000,- en dan geldt een woonquote van 19,5%. De maximale hypotheek bedraagt € 229.003,-.

    Als het tweede inkomen voor het bepalen van de woonquote meetelt voor 90% wordt de woonquote bepaalt op basis van een inkomen van € 48.000,-. De woonquote is dan nog steeds 19,5% en de maximale hypotheek blijft dan gelijk op € 229.003,-.

    Bovendien moeten de financieringsnormen voor 2021 nog vastgesteld worden. Die kan in theorie verhoogd worden, maar de kans op een verlaging is groter dan een verhoging. De kans bestaat dus dat dit stel met dezelfde inkomens in 2021 minder kan lenen dan nu ondanks de verhoging van het meetellen van het tweede inkomen voor het bepalen van de woonquote.
  • Studieleningen gaan iets minder zwaar wegen, waardoor er iets meer geleend kan worden.
  • Consumenten met de Britse nationaliteit moeten als gevolg van de Brexit in 2021 over een verblijfsdocument in Nederland beschikken. Een Brits paspoort is dan niet meer voldoende.

Strengere voorwaarden om een hypotheek zonder NHG over te sluiten naar NHG

Tot slot willen we een wijziging toelichten die betrekking heeft op consumenten die een hypotheek zonder NHG willen oversluiten naar een hypotheek met NHG. Vaak is de aanleiding daarvoor dat ze dan een lagere rente krijgen. Omdat NHG zich meer alleen wil richten op kwetsbare groepen en consumenten in kwetsbare situatie gaan er extra regels gelden voor deze groep consumenten. Om van niet-NHG over te kunnen sluiten naar NHG, is het oversluiten naar NHG nodig om woningbehoud voor de klant mogelijk te maken of dient de aflossingsvrije hypotheek deels te worden omgezet naar een hypotheek met aflosvorm. Wie alleen voor de lage rente een hypotheek met NHG wil afsluiten, moet dus snel zijn.

Een enorme run op NHG hypotheken door oversluiters voor het einde van het jaar is niet waarschijnlijk. Veel oversluiters komen niet in aanmerking voor een hypotheek met NHG, omdat de waarde van de woning groter is dan € 310.000,-. Daarnaast merken wij in de praktijk dat de meeste oversluiters al behoorlijk wat overwaarde in hun woning hebben zitten, waardoor het rentevoordeel van NHG al een stuk minder is dan voor starters. Dat betekent dat de terugverdientijd van de NHG kosten meestal ook wat langer zijn. Toch kan het voor sommige huishoudens interessant zijn om een niet-NHG hypotheek over te sluiten naar een NHG hypotheek.

Vrijstelling box 3 omhoog naar € 50.000

17 september 2020

De vrijstelling voor de vermogensbelasting gaat in 2021 fors omhoog naar € 50.000,- per belastingplichtige, terwijl dat dit jaar ‘slechts’ € 30.846,- was. Een koppel mag dus in 2021 € 100.000,- vermogen hebben, zonder vermogensbelasting te hoeven betalen. Dat betekent dat in 2021 bijna een miljoen belastingplichtigen geen vermogensbelasting meer hoeven te betalen.

Voor degene die wel vermogensrendementsheffing moeten betalen gaat het tarief wel iets omhoog van 30% naar 31%. Dat betekent dat per saldo een single belastingplichtige er bij een vermogen tot € 220.000,- er op vooruit gaat en een stel bij een vermogen tot € 440.000,- er op vooruit gaat.

Voor het kabinet is er nog steeds de uitdaging om het belasting systeem voor box 3 aan te passen. Er wordt namelijk nog steeds gerekend met een forfaitair rendement. Het kabinet wil op termijn het werkelijke rendement belasten, maar dat is uitvoeringstechnisch op korte termijn niet te realiseren.

Hoe wordt ook al weer de belasting berekend?

Er geldt dus een vrijstelling van € 50.000,- per belastingplichtige.

Vervolgens zijn er in box 3 drie schijven:
Schijf 1 loopt van € 50.000,- tot € 100.000,-.
Schijf 2 loopt van € 100.000 tot € 1.000.000,-.
Schijf 3 is boven € 1.000.000,-.

De Belastingdienst rekent met een forfaitair rendement van 0,03% voor sparen en 5,69% voor beleggingen, waarbij per schijf uitgegaan wordt van een vaste mix van sparen en beleggen, namelijk:

Schijf 1: 67% sparen en 33% beleggingen.
Schijf 2: 21% sparen en 79% beleggingen.
Schijf 3: 100% beleggingen.

Over het forfaitair rendement betaal je vervolgens 31% belasting.

Stel je hebt € 60.000,- vermogen. Dan heb je in 2021 een vrijstelling van € 50.000,-. Van het meerdere, € 10.000,-, wordt uitgegaan dat je 67% spaart tegen 0,03% en 33% belegt met een rendement van 5,69%. In 2021 betaal je € 58,- belasting, terwijl dit over 2020 nog € 156,- is.

Meer over Prinsjesdag 2020

Minder hypotheekrenteaftrek en eigenwoningforfait

0% overdrachtsbelasting voor doorstromer jonger dan 35 jaar

Minder hypotheekrenteaftrek en eigenwoningforfait

17 september 2020

Het tarief voor de eerste schijf van de inkomstenbelasting gaat omlaag van 37,35% naar 37,10%. Goed nieuws, want dat betekent dat we iets meer van ons bruto inkomen overhouden. Het betekent ook voor de lagere en middeninkomens dat de hypotheekrenteaftrek tegen een iets lager percentage gaat. Stel je betaalt op jaarbasis € 6.000,- aan hypotheekrente (je hebt bijvoorbeeld een hypotheek van € 300.000,- en de rente is 2%), dan heb je in 2021 op maandbasis € 1,- minder hypotheekrenteaftrek. Dat is te overzien.

Voor de hogere inkomens gaat de maximale hypotheekrenteaftrek omlaag van 46% (2020) naar 43% (2021). Stel je hebt een hypotheek van € 400.000,- en je hypotheekrente bedraagt 2%, dan betaal je op jaarbasis € 8.000 aan hypotheekrente (voor de eenvoud gaan we even uit van een aflossingsvrije hypotheek). Je hypotheekrenteaftrek is in 2021 per maand € 20,- lager. Er zijn ook genoeg huishoudens die een rente vast hebben gezet voor 4% of hoger. Dan gaat het dus al om € 40,- minder aftrek per maand.

Tip: Heb je een hoog inkomen en heb je oversluitplannen, dan kan het interessant zijn omdat nog in 2020 te doen, omdat je aftrek van de boeterente en bijkomende financieringskosten 46% bedraagt in plaats van 43%. Stel dat bijvoorbeeld je boeterente en financieringskosten in totaal € 20.000,- bedragen, dan bespaar je € 600,- als je voor het einde van dit jaar je hypotheek oversluit. Wil je dat? Onderneem dat snel actie, omdat geldverstrekkers aan het einde van het jaar druk zijn, waardoor je de kans loopt dat je niet op tijd kunt passeren.

Voor AOW’ers gaat het belastingtarief in de eerste en tweede belastingschijf ook omlaag met 0,25%.

Eigenwoningforfait omlaag

Ter compensatie van de lagere maximale hypotheekrenteaftrek gaat het eigenwoningforfait omlaag van 0,6% in 2020 naar 0,5% in 2021. Maar bedenk wel dat de WOZ-waarde van je woning ook stijgt.

Voorbeeld:

Stel de WOZ-waarde van je woning is begin dit jaar vastgesteld op € 300.000,- (peildatum 1-1-2019). Het eigenwoningforfait, het bijtellingsbedrag voor de inkomstenbelasting was dan € 1.800,-. De lagere en middeninkomens betaalden dan ongeveer € 56,- per maand belasting over.

Stel de WOZ-waarde stijgt met de gemiddelde prijsstijging van 6,9% (volgens CBS). De WOZ-waarde neemt dan toe naar € 320.700,-. Het eigenwoningforfait in 2021komt dan uit op ongeveer € 1.604,-. De lagere en middeninkomens betalen in 2021 daar dan ongeveer
€ 50,- per maand belasting over. Een netto meevaller van ongeveer € 6,- per maand.

Stijgt de WOZ-waarde van je woning harder dan gemiddeld of heb je een hoger inkomen dan valt het voordeel relatief lager uit. Sowieso geldt voor de hogere inkomens dat de lagere hypotheekrenteaftrek niet volledig gecompenseerd wordt door het lagere eigenwoningforfait.

Wet Hillen verder afgebouwd

De Wet Hillen wordt volgens schema verder afgebouwd in 2021. Dat betekent dat mensen met geen of een geringe eigenwoningschuld nog maar 90% van de bijtelling van het eigenwoningforfait als aftrekpost mogen opvoeren.

Meer over Prinsjesdag 2020

Vrijstelling box 3 omhoog naar € 50.000

0% overdrachtsbelasting voor doorstromer jonger dan 35 jaar

Huren ongeveer twee keer duurder dan kopen

15 september 2020

Het is een ongelijke strijd tussen huren en kopen. Het CBS maakte bekend dat de huren in 2020 gemiddeld met 2,9% zijn gestegen. Dankzij de fors gedaalde hypotheekrente in de afgelopen jaren zijn de netto kosten van een koopwoning al snel de helft van een vergelijkbare huurwoning.

Bij een vergelijking tussen huren en kopen wordt vaak de huur vergeleken met de netto hypotheeklast. Maar dat is geen eerlijke vergelijking. Want in de netto hypotheeklast is de grootste component de aflossing. Dat is feitelijk geen kostenpost, omdat een aflossing betekent dat je vermogen opbouwt (wat je niet doet bij huren).

Voorbeeld vergelijking huren of kopen

We lichten dit toe aan de hand van een voorbeeld, waarbij een huurwoning met een huur van € 1.000,- wordt vergeleken met een koopwoning met een gemiddelde koopsom van € 326.000,- en ook hypotheek van € 326.000,- met een 20 jaar vaste rente van 2,2%:

Huren duurder dan kopen

Houd er rekening mee dat je met een koopwoning wel een aantal extra kosten hebt in vergelijking met een huurwoning. De belangrijkste zijn de kosten voor onderhoud, waarbij het bedrag dat je hier jaarlijks aan kwijt bent erg verschilt per woning en waarbij de leeftijd van de woning een grote rol speelt. Daarnaast moet je rekeninghouden met onroerend zaakbelasting, de premie voor een opstalverzekering en een eventuele premie voor een overlijdensrisico- en/of een inkomensverzekering.

Huurstijging geen incident

De stijging van 2,9% ligt slechts iets hoger dan het langjarig gemiddelde. In de grafiek op de volgende pagina, gebaseerd op cijfers van het CBS, staat de ontwikkeling van de huren in de afgelopen 20 jaar:

Gemiddelde huurverhoging afgelopen 20 jaar

AEX stuwt dekkingsgraad pensioenfondsen

07 september 2020

Goed nieuws: de gemiddelde dekkingsgraden van pensioenfondsen zijn in augustus gestegen van 93% naar 96%. De dekkingsgraad is een indicator hoeveel vermogen een pensioenfonds heeft in verhouding tot de toekomstige verplichtingen qua pensioenuitkeringen. Hoe hoger de dekkingsgraad, hoe beter. Door vooral de lage marktrente staan de dekkingsgraden van pensioenfondsen al jaren onder druk, ondanks veelal fors gevulde pensioenpotten als gevolg van goede beleggingsresultaten.

Oversluiten met NHG? Meer dan alleen een lagere rente.

31 augustus 2020

In het eerste half jaar nam het aantal hypotheken toe dat met NHG werd afgesloten, van 56.500 in het eerste half jaar van 2019 naar 66.300 in het eerste half jaar van 2020. Maar omdat het totaal aantal afgesloten hypotheken nog veel harder groeide, zijn er in 2020 verhoudingsgewijs minder hypotheken met NHG afgesloten.

Hoe bereid ik mij voor op verlies van baan?

24 augustus 2020

De werkloosheid is toegenomen van 273.000 mensen in maart naar 419.000 werklozen in juli. De werkloosheid is daarmee al spectaculair snel gestegen van 3,0% naar 4,5% van de beroepsbevolking; al vlakte de toename van de werkloosheid in juli af. In het tweede kwartaal van 2020 zijn vooral veel uitzendbanen verdwenen en flexwerkers werkloos geworden, waaronder veel jongeren. Dankzij de overheidsmaatregelen zoals de NOW-regeling valt het aantal ontslagen medewerkers onder mensen in loondienst nog mee.

Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht dat de werkloosheid de komende maanden nog fors verder zal oplopen, naar 6,5% in 2021. Het CPB verwacht dat er nog bijna tweehonderd duizend werklozen bijkomen tot eind 2021. En dat is dan het meest realistische scenario. In het pessimistische scenario, als er een tweede golf komt die leidt tot verdere contactbeperkingen, kan de werkloosheid in 2021 zelfs oplopen naar 10%. De eerste grote bedrijven hebben al reorganisaties aangekondigd, waarbij nu ook medewerkers in loondienst vaker hun baan kwijt kunnen raken.

7 tips als voorbereiding op werkloosheid

Wat kun je doen om je voor te bereiden op eventuele werkloosheid en wat kun je beter niet doen? Als je verwacht dat je zelf je baan zou kunnen verliezen in de komende anderhalf jaar, dan geven we je 7 tips wat je kunt doen als voorbereiding:

1. Bezuinig op uitgaven

Kijk kritisch naar je uitgaven: bekijk op welke vaste uitgaven je kunt bezuinigen, bijvoorbeeld door een abonnement te beëindigen. Bekijk of je door een overstap te maken naar een andere energie-, telefoon- of televisie aanbieder, je jouw vaste maandlasten iets kan verlagen. Ga ook geen nieuwe, niet noodzakelijke verplichtingen aan.

2. Spaar, spaar, spaar

Probeer de komende maanden nog zo veel mogelijk extra te sparen. Bezuinig dus niet alleen op je vaste uitgaven maar denk ook heel goed na over je variabele uitgaven. Hoe groter je spaarpotje, hoe langer je een inkomensdaling als gevolg van werkloosheid kunt opvangen.

3. Los NIET af op je hypotheek

Sommige mensen denken dat het verstandig is om nog even extra af te lossen op de hypotheek, omdat de hypotheeklasten dan lager worden. Maar als je bijvoorbeeld € 10.000 spaargeld hebt, dan levert het aflossen op de hypotheek slechts een maandelijkse besparing op van een paar euro tot een paar tientjes. Terwijl als je dat geld op je spaarrekening laat staan, je een groot aantal maanden de inkomensachteruitgang van enkele honderden euro’s als gevolg van werkloosheid kunt opvangen. Kortom: los niet extra af op je hypotheek, als je mogelijk de komende anderhalf jaar je baan kwijt zou kunnen raken.

4. WW-uitkering: hoe hoog en hoe lang

Weet of je in aanmerking komt voor een WW-uitkering, hoe hoog die uitkering zal zijn en hoe lang je die uitkering krijgt. Op de site van het UWV kun je hier informatie over vinden en daar vind je ook berekentools. Hoge inkomens moeten bijvoorbeeld bij de hoogte van de uitkering er rekening mee houden dat er een maximum wordt gesteld aan de hoogte van de WW-uitkering. En de duur van de uitkering is afhankelijk van je arbeidsverleden. Ben je pas een paar jaar aan het werk, dan krijg je ook maar een paar maanden een WW-uitkering.

5. Terugval op partner en familie

Heb je een partner, dan kan die misschien een deel van de inkomensachteruitgang opvangen door tijdelijk iets meer te gaan werken. Als je onvoldoende spaargeld hebt, dan kunnen misschien ook ouders helpen met een tijdelijke lening of een schenking.

6. Denk na over een andere baan en omscholing

Sommige sectoren en functies worden zwaar geraakt door de coronacrisis. Er zijn echter ook sectoren waar nog steeds een groot tekort is aan arbeidskrachten. Een overstap naar een andere baan in een andere sector, inclusief een stukje opleiding, kan het overwegen waard zijn.

7. Betalingsregeling

Krijg je te horen dat je je baan verliest, zorg er dan voor dat je je financiën goed op een rij zet. Vraag advies aan je financieel adviseur. Verwacht je in de betalingsproblemen te komen, zorg dan dat je vóór het zover is je een betalingsregeling treft met bijvoorbeeld je geldverstrekker.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Echtscheidingsrisico bij hypotheken stijgt

17 augustus 2020

De golf aan verwachte extra scheidingen als gevolg van de coronacrisis is vooralsnog achterwege gebleven. Toch is het belangrijk dat stellen die gezamenlijk een woning kopen zich realiseren dat de kans op hypotheek- en woningproblemen groter is bij een relatiebreuk dan bij overlijden, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Door de zeer krappe woningmarkt en gestegen woningprijzen is het steeds lastiger voor één van beiden om in de woning te kunnen blijven wonen en is het steeds lastiger een andere passende woning te vinden.

(Bank)spaarhypotheek sterft een stille dood

10 augustus 2020

De voordelen van een (bank)spaarhypotheek zijn de afgelopen jaren een stuk kleiner geworden. We zien dat bij de aankoop van een andere woning, verbouwing of oversluiten de (bank)spaarhypotheek vaak beëindigd wordt. Enerzijds omdat de voordelen kleiner zijn geworden maar ook omdat voortzetting vaak beperkingen met zich meebrengt. Betrof in 2016 nog ongeveer 5% van de afgesloten hypotheekdelen van doorstromers een (bank)spaarhypotheek, inmiddels is dat gedaald naar ongeveer 1%.

Advies bij einde rentevaste periode: ga niet voor het gemak

03 augustus 2020

Als je een nieuwe hypotheek afsluit dan is één van de belangrijkste beslissingen die je over je nieuwe hypotheek moet nemen voor hoeveel jaar je de rente vastzet. Je financieel adviseur staat dan uitgebreid stil bij deze keuze en kijkt daarbij goed naar je wensen en financiële mogelijkheden. Want het is niet zo dat er één keuze is, bijvoorbeeld voor 10 of 20 jaar vaste rente, die voor iedereen het beste uitpakt. Bij een korte rentevaste periode betaal je een lagere rente waardoor je bij een annuïteitenhypotheek ook sneller aflost. Dat heeft weer een dempende werking op je hypotheeklasten als aan het einde van je rentevaste periode de rente stijgt. Terwijl het voordeel van een lange rentevaste periode juist weer is dat je langer zekerheid hebt over de hoogte van je hypotheeklasten. Het is daarbij verstandig te overleggen met je financieel adviseur. Die staat uitgebreid stil bij deze keuze.