Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

Tips voor het doen van de Belastingaangifte

Geschreven door: Marleen Overduin Coördinator support & products

Als huizenbezitters dien je tussen 1 maart en vóór 1 mei belastingaangifte te doen. Zorg dat je op tijd uitstel aanvraagt als je denkt dat het niet lukt om voor 1 mei aangifte te doen.

Aangifte kan online via Mijn Belastingdienst of via de aangifte-app. De Belastingdienst heeft al veel voorwerk gedaan. Veel gegevens die bekend zijn bij De Belastingdienst zijn al voor je ingevuld. Denk aan je persoons- en adresgegevens, je werkgevergegevens, de WOZ-waarde en informatie over de hypotheekrente die je in 2022 betaalde. Het blijft belangrijk om deze gegevens goed te controleren, want de belastingplichtige is uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens.

Dit doe je online met Mijn Belastingdienst of met de aangifte-app ‘Aangifte 2022’. Lukt het je niet om vóór 1 mei de aangifte te doen, vraag dan voor 1 mei uitstel aan. De Belastingdienst kan dan uitstel verlenen tot 1 september.

Houd alle gegevens bij de hand

Het invullen van een belastingaangifte is de afgelopen jaren steeds gemakkelijker geworden. Helemaal als je goed voorbereid bent. Verzamel voordat je begint de juiste documenten, bijvoorbeeld:

  • je Burger Service Nummer (BSN) en die van je eventuele partner of kinderen;
  • je DigiD en die van je partner;
  • de jaaropgave van je werkgever;
  • het jaaroverzicht van je hypotheek;
  • de notarisafrekening als je in 2022 een nieuwe of tweede hypotheek afsloot;
  • de WOZ-waarde die je vorig jaar van de gemeente hebt gekregen (dus met waardepeildatum 1-1-2021);
  • de jaaroverzichten van banken en verzekeraars waar je spaart of belegt.

Zaken rondom de eigen woning

We behandelen een aantal zaken die bij de belastingaangifte spelen rond de eigen woning.

Aftrekposten en bijtelpost eigen woning

  • Hypotheekrente

Voor de meeste eigenhuisbezitters is de hypotheekrente de belangrijkste aftrekpost. In de aangifte vul je in hoeveel hypotheekrente je in 2022 betaalde. Meestal staat dit al ingevuld, omdat de geldverstrekker dit bij De Belastingdienst moet aanleveren. Maar controleer dit wel goed.

Hoeveel je terugkrijgt van de betaalde hypotheekrente is afhankelijk van de hoogte van je inkomen en dat berekent het aangifteprogramma automatisch voor je. Voor de lagere en middeninkomens is dat 37,07% en voor hogere inkomens 40%. Voor AOW-gerechtigden geldt voor de lagere en middeninkomens tot ongeveer € 35.000,- dat zij minder belasting betalen, maar dat betekent dat ze ook minder hypotheekrenteaftrek hebben. Namelijk slechts 19,17%. Voor hogere inkomens geldt een aftrek van 40%.

De hypotheekrente is niet altijd aftrekbaar. Valt een hypotheek in box 3, dan is de hypotheekrente niet aftrekbaar is. De hypotheekschuld mag je wel aftrekken van je bezittingen in box 3, zodat je minder vermogensbelasting hoeft te betalen. 

Een hypotheek zit in box 3 als je bijvoorbeeld een hypotheek hebt genomen om een auto, camper of vakantiehuisje te kopen, of een ander consumptief doel. Een hypotheek valt ook in box 3 als je een aflossingsvrije hypotheek hebt afgesloten die niet valt onder het overgangsregime. Verder valt een (deel van je) hypotheek in box 3 als je bij het kopen van een andere woning de overwaarde niet volledig hebt gebruikt om de hypotheek op je nieuwe woning te verlagen.

  • Bijkomende kosten

Naast de hypotheekrente zijn ook sommige andere kosten aftrekbaar die verband houden met de financiering van je woning. Bijvoorbeeld de notariskosten voor de hypotheekakte, de kosten van NHG, taxatiekosten, de kosten van de hypotheekadviseur en eventueel betaalde bereidstellingsprovisie of boeterente. Heb je een nieuwbouwwoning gekocht, dan zijn ook de bouwrente, dit is de rente over de periode na het sluiten van de voorlopige koop-/aannemingsovereenkomst aftrekbaar. Het gaat daarbij om  de netto kosten van het nieuwbouwdepot of bij een bestaande woning om het verbouwingsdepot (onder voorwaarden).

Sloot je vorig jaar je hypotheek over, dan is de boeterente aftrekbaar, maar ook de notariskosten voor de hypotheek en de taxatiekosten.

Heb je een hypotheek die voor een deel in box 3 valt, dan geldt dat de eerder genoemde bijkomende kosten slechts evenredig aftrekbaar zijn. Namelijk voor het deel van de hypotheek dat in box 1 valt. Een voorbeeld: je sloot vorig jaar je hypotheek over, waarbij de totale bijkomende kosten € 9.000,- waren. Als je hypotheek voor € 200.000,- in box 1 valt en voor € 100.000,- in box 3 dan zijn de bijkomende kosten voor slechts 2/3e aftrekbaar; dus in dit geval € 6.000,-. Hetzelfde geldt voor de betaalde hypotheekrente.

Heb je in 2022 een taxatierapport laten maken om aan te tonen dat je hypotheek in verhouding tot de waarde van de woning lager is geworden, waardoor je een lagere renteopslag ging betalen? Dan zijn ook die taxatiekosten en eventuele administratiekosten van de geldverstrekker aftrekbaar.

  • Erfpacht

De erfpacht is een aftrekpost voor de belastingaangifte. Er is sprake van erfpacht als je woning niet op eigen grond staat en je daarvoor maandelijks of jaarlijks een bedrag betaalt aan de grondeigenaar, vaak de gemeente.

  • Eigenwoningforfait

Naast aftrekposten heb je bij een eigen woning ook te maken met een bijtelpost, het zogenaamde eigenwoningforfait. De hoogte van het eigenwoningforfait bedraagt 0,45% van de WOZ-waarde als deze waarde ligt tussen de € 75.000,- en € 1.130.000,-. Zoals eerder aangegeven gaat het om de WOZ-waarde die je vorig jaar van de gemeente hebt ontvangen, dus met peildatum 1-1-2021. Voor een woning met een WOZ-waarde van € 500.000,- is de bijtelling dan € 2.250,-. Lage en middeninkomens betalen hierover 37,07% belasting, wat neerkomt op bijna € 70,- per maand. Hogere inkomens betalen 49,5% belasting en dat komt neer op bijna € 93,- per maand.

Voor een woning met een WOZ-waarde onder de € 75.000,- geldt een lager eigenwoningforfaitpercentage en voor een woning vanaf € 1.130.000,- geldt juist een hoger percentage.

  • Verdeling aftrekbare kosten

Als je een fiscaal partner hebt dan mag je bepaalde inkomsten en aftrekbare kosten  - waaronder de kosten die betrekking hebben op de eigen woning - onderling verdelen, zodanig dat het voor jou en je partner het meest gunstigst is.

Bijzondere situaties

  • Tijdelijk twee woningen

Had je tijdelijk twee woningen, bijvoorbeeld omdat je een nieuw huis hebt gekocht, dan hoef je waarschijnlijk voor slechts één woning de WOZ-waarde op te geven en mag je de hypotheekrente voor beide woningen aftrekken. Op de site van de Belastingdienst vind je meer informatie en uiteraard kun je ook om hulp vragen bij je financieel adviseur.

  • Scheiden/uit elkaar gaan

Een andere bijzondere situatie is als jij en je partner uit elkaar zijn gegaan. Ook hierover kun je meer informatie lezen op de site van de Belastingdienst of uitleg vragen aan je financieel adviseur.

  • Kleine of geen hypotheek en afbouw Wet Hillen

Vooral veel senioren hebben geen hypotheek meer of slechts een kleine hypotheek. In dat geval kan het eigenwoningforfait hoger zijn dan de hypotheekrente. Politicus Hillen vond het niet eerlijk dat deze groep mensen dan per saldo alsnog belasting moest betalen. De wet Hillen werd ingevoerd, waardoor deze groep mensen recht heeft op een extra bedrag aan belasting, waardoor ze per saldo geen belasting hoeven te betalen over het saldo van eigenwoningforfait minus betaalde hypotheekrente. Maar enkele jaren geleden werd besloten dat de wet Hillen fasegewijs afgeschaft wordt in kleine stapjes. Deze extra aftrekpost bedraagt in 2022 maximaal 86,67% van het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten voor de eigen woning.

Een voorbeeld: stel je hebt een woning van € 440.000,- en je hebt nog een aflossingsvrije hypotheek van € 80.000,- waar je een rente van 2% voor betaalt. Je moet dan als eigenwoningforfait bijtellen € 2.250,- (namelijk 0,45% * € 500.000,-). Je mag de rente van € 1.600,- op jaarbasis als aftrekpost opvoeren. Daarnaast mag je als extra aftrekpost opvoeren 86,67% van € 2.250,- minus € 1.600,-; ofwel € 563,33.

  • Uitkering gehad van een (bank-)spaarhypotheek of levensverzekering

Beëindigde je in 2022 je (bank-)spaar-, leven of beleggingshypotheek, dan  kreeg je een uitkering van de levensverzekering of uit de spaar- en beleggingsrekening. Die uitkering moet je opgeven bij je belastingaangifte. In de meeste gevallen kun je gebruikmaken van een vrijstelling, als je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Daardoor hoef je geen belasting te betalen over je uitkering.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.