Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

50’ers opgelet; plan financiering grote uitgave vóór je 57e

Geschreven door: Marleen Overduin Coördinator support & products

Wie als 50’er plannen heeft om nog een grote uitgave te doen en hiervoor een hypotheek nodig heeft, kan dit vaak het beste plannen voor zijn 57e. Vanaf 57 jaar kun je namelijk te maken krijgen met minder mogelijkheden, onder meer omdat dan rekening wordt gehouden met je pensioeninkomen.

Voorbeelden gewenste grote uitgaven

Dat betekent dat het ook goed is om op tijd na te denken over eventueel toekomstige plannen. Want soms is het verstandig vóór je 57e de financiering te regelen, terwijl je dat geld wellicht pas later nodig hebt. Een grote uitgave kan zijn dat je bijvoorbeeld een auto of camper wilt kopen, of een vakantiewoning, of een schenking in de toekomst aan je kind wilt doen om zelf een woning te kunnen kopen. Een ander voorbeeld is dat je geld wilt reserveren zodat je vanaf een bepaalde leeftijd minder kunt gaan werken en je dit deels wilt financieren uit je huidige overwaarde.

Overwaarde groot 

Veel 50’ers hebben een behoorlijk grote overwaarde in hun woning zitten. De gemiddelde overwaarde van een 50’er ligt op dit moment rond de € 250.000,-. Dit is uiteraard slechts een gemiddelde en hangt uiteindelijk helemaal af van de persoonlijke situatie.

Grote uitgave goedkoop te financieren

Veel 50’ers kunnen een deel van die overwaarde benutten om goedkoop een aflossingsvrije hypotheek af te sluiten en een grote uitgave te doen of te reserveren voor later. Geldverstrekkers hanteren over het algemeen als regel dat een aflossingsvrije hypotheek maximaal 50% van de waarde van de woning mag bedragen. Daarbij wordt ook rekening gehouden met een eventueel al bestaande aflossingsvrije hypotheek. Belangrijk is natuurlijk wel dat de hypotheeklasten nu en in de toekomst betaalbaar zijn. Daar kun je behoorlijk wat zekerheid over krijgen, door de rente lang vast te zetten voor 20 of 30 jaar. Ondanks de gestegen hypotheekrentes kan dat nog altijd tegen een laag rentepercentage. 

Rekenvoorbeeld 1 

Een stel van beiden 55 jaar heeft een studerende zoon en een eigen woning die € 500.000,- waard is, met daarop een hypotheek van € 200.000,-, waarvan € 100.000,- een spaarhypotheek (resterende looptijd 10 jaar) en € 50.000,- aflossingsvrij. Het is hun wens om, als hun kind klaar is met studeren, te helpen met een eenmalige grote schenking van € 100.000,- (en mocht die afgeschaft zijn; willen ze een familiehypotheek van € 100.000,- verstrekken). 

Op basis van hun huidige inkomens kunnen ze die € 100.000,- aflossingsvrij als extra hypotheek nemen. Het totale aflossingsvrije deel komt daarmee op € 150.000,- en dat is minder dan 50% van de waarde van de woning; in dit geval € 250.000,-. Door de rente 30 jaar vast te zetten tegen een rente van bijvoorbeeld 2,5% weten ze dat ze een extra maandlast hebben van € 208,- in de maand. 
Die extra last kunnen ze prima betalen met hun huidige inkomen. De spaarhypotheek die ze hebben afgesloten, wordt op hun 65e afgelost. Ze weten daardoor dat de hypotheeklast ook betaalbaar is met hun pensioeninkomen. 

Als dit stel de extra hypotheek wil afsluiten vanaf of na hun 57e, dan lopen ze een gerede kans dat de geldverstrekker geen hypotheek wil verstrekken, doordat de geldverstrekker rekening houdt met een lager pensioeninkomen. Bij de berekening of de hypotheeklasten betaalbaar zijn, wordt er in beginsel vanuit gegaan dat de hypotheek een annuïteitenhypotheek is. Dat betekent dat er minder mogelijk is. Soms is een geldverstrekker bereid om naar de werkelijke lasten te kijken, die veel lager zijn, omdat je voor de aflossingsvrije hypotheek alleen rente betaalt en geen aflossing. 

Rekenvoorbeeld 2 

Een ander stel van beiden 55 jaar heeft de wens om vanaf hun 60e minder te gaan werken. Zij hebben maar beperkt spaargeld en willen de netto inkomensachteruitgang van € 1.000,- per maand opvangen middels een extra hypotheek. Ze verwachten dat voor hen de pensioenleeftijd nog oploopt naar 68 jaar, wat betekent dat ze 8 jaar moeten overbruggen. In totaal hebben ze dan een extra hypotheek nodig van ongeveer € 120.000,-. Namelijk 8 * € 1.000,- * 12 als inkomensaanvulling, plus € 24.000,- om de extra hypotheekrente in die 8 jaar van te betalen (te weten € 250,- per maand bij wederom een rente van 2,5%). 

Ook in dit voorbeeld geldt dat de kans dat ze een dergelijke hypotheek van € 120.000,- af kunnen sluiten groter is wanneer ze dit doen voor hun 57e, omdat ze anders de kans lopen dat een geldverstrekker op 60-jarige leeftijd niet bereid is om deze hypotheek te verstrekken. En ook in dit voorbeeld is het natuurlijk weer belangrijk om goed te bekijken of de hypotheek betaalbaar blijft met het pensioeninkomen. Waarbij je er ook nog eens rekening mee moet houden dat je ook minder pensioen gaat opbouwen als je inkomen omlaag gaat, doordat je minder gaat werken. 

Reserveren voor toekomstig doel kost wel geld

Niet voor iedereen is een toekomstige hypotheek lastiger; dus ook niet de noodzaak om voor je 57e een extra hypotheek af te sluiten. Want het nadeel is natuurlijk dat je al meteen kosten maakt, namelijk rente gaat betalen, terwijl de rente op een spaarrekening zo goed als 0% is en ook op een depositorekening een stuk lager dan de te betalen hypotheekrente. Hoe langer de uitgave in de toekomst ligt, hoe hoger in feite je reserveringskosten. Maar menig 50’er zal graag bereid zijn om die reserveringskosten te betalen als daarmee de wens in de toekomst in vervulling kan gaan.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.