Wat merkt de consument van de renteverhogingen?

De financiële markten zijn al weken onrustig door de stijgende rentes en de hoog oplopende inflatie. Maar wat betekenen de stijgende spaar- en hypotheekrentes eigenlijk voor jou als consument?

Spaarrente

De spaarrente wordt bepaald op de internationale geldmarkt en is dus sterk afhankelijk van het rentebeleid dat de Europese Centrale Bank (ECB) voert.

In 2008 ontvingen spaarders nog gemiddeld 2,9% rente op hun spaargeld. Afgelopen jaar moesten spaarders met meer dan € 100.000,- echter geld betalen om het geld op de spaarrekening te stallen.  Om de Europese economieën aan te jagen, stelde de ECB een negatieve beleidsrente in. Geld lenen werd spotgoedkoop, en voor banken werd het onvoordelig om geld ‘vast’ te laten staan op spaarrekeningen.

De ECB heeft onlangs aangekondigd dat het de beleidsrente met ongeveer twee procentpunt gaat opschroeven tussen juli 2022 en mei 2023. Door dit besluit komen de banken ook in beweging. Rabobank maakte bekend de negatieve spaarrente te halveren van -0,5% naar -0,25% vanaf € 100.000,-. ING volgde met de mededeling dat het de negatieve rente voor grote spaarders gaat afschaffen.

Voorlopig hoeven spaarders er echter niet op te rekenen dat de spaarrente weer richting het niveau van 2008 gaat. Daarvoor is de ECB-rente nog te laag. Bovendien kan het soms jaren duren voordat de spaarrentes meegaan met de beleidsrente van de ECB.

Hypotheekrente

In tegenstelling tot de vrij statische spaarrente wordt de hypotheekrente bepaald door de kapitaalmarkt. Bij deze rente zijn de rentesprongen de afgelopen weken een stuk groter. Bij een stijgende hypotheekrente worden vooral starters getroffen. Deze groep, die het op de oververhitte huizenmarkt al zwaar te verduren hebben, krijgen door de stijging van de hypotheekrente nog minder leenruimte.

Rekenvoorbeeld:

In onderstaand rekenvoorbeeld gaan we uit van een stel dat samen € 83.400,- verdient en met de huidige rente van 3,7% een hypotheek wil aanvragen. Met dat inkomen kunnen ze een hypotheek krijgen van € 422.783,-, ongeveer de gemiddelde huizenprijs op dit moment. Als de hypotheekrente stijgt tot 4,2%, kan datzelfde stel nog maximaal € 412.153,- lenen. Stijgt de hypotheekrente verder tot bijvoorbeeld 5,2%, dan kan dit stel nog maximaal € 398.690,- lenen.

Begin januari was de hypotheekrente voor de meest verstrekte hypotheek (met een rentevaste periode van 20 jaar) nog 1,4%. Afgelopen week stond die op 3,7%, ruim anderhalf keer hoger. We sluiten niet uit dat de rentes de 4% gaan overschrijden.

Naast dat het fictieve stel minder kan lenen, stijgen de maandlasten mee als de hypotheekrente stijgt. Het stel uit het voorbeeld moet bij de huidige rente van 3,7% € 1.946,- bruto per maand betalen, als zij het huis kopen voor € 422.783,-. Stijgt de hypotheekrente naar 4,2%, dan betalen ze € 122,- per maand meer en lossen ze ook nog eens minder af. Stijgt de rente naar 5,2% dan stijgt de bruto maandlast naar € 2.322,-.

Kortere rentevaste periode meer in trek?

Inmiddels zijn ook hypotheken met een kortere rentevaste periode meer in trek. Omdat mensen hopen dat het over tien jaar beter is, kiezen ze vaker voor een hypotheek met een wat kortere rentevaste periode – al biedt dat ook geen garanties. Als je een econoom vorig jaar gevraagd had hoe hoog de hypotheekrente zou staan, dan had niemand je dit kunnen zeggen.

Omdat de meeste huizenkopers hun hypotheekrente voor periodes van tien tot twintig jaar vastzetten, is een hogere hypotheekrente vooral vervelend voor wie in de tussentijd de renteperiode afloopt. Hoewel sommige huizenbezitters er ook op vóóruit gaan. Wie in 2002 zijn hypotheekrente voor twintig jaar vastzette, deed dat tegen een hogere rente dan nu. Voor deze groep kan het dus interessant zijn om de hypotheek over te sluiten. Door de hypotheek over te sluiten, kunnen ze mogelijk besparen op hun maandelijkse hypotheeklasten. Ook krijgen ze zekerheid over wat ze de hele rentevaste periode aan maandlasten zullen gaan betalen. Ze hebben dus zicht op de maandelijkse kosten voor de hypotheek over tien, vijftien of twintig jaar.

Wil je advies over wat jij in jouw situatie het beste kunt doen? Ga in gesprek met een financieel adviseur.

Maak een afspraak