Hoewel we het ons waarschijnlijk niet heel goed realiseren, heeft de hoogte van de rente een grote invloed op onze financiële situatie nu en in de toekomst. Waarbij we ons goed moeten realiseren dat er niet één rente is. We benoemen er een paar:
- De hypotheekrente
- De fundingsrente voor hypotheken: dit is de rentevergoeding die hypotheekverstrekkers aan beleggers moeten betalen als ze geld bij hen willen lenen, om vervolgens dit geld als hypotheek weer uit te lenen aan consumenten
- De kapitaalmarktrente
- De spaarrente
- De rekenrente
Wat deze rentes met elkaar gemeen hebben, is dat ze allemaal historisch laag staan. Dat is voor een belangrijk deel te danken of te wijten aan de vergrijzing, die ervoor zorgt dat er heel veel geld wereldwijd beschikbaar is. Bij veel aanbod, daalt de prijs, en dat is in dit geval de rente. Daar komt nog eens bij dat we wereldwijd centrale banken zien die kunstmatig er belang bij hebben dat de rente laag staat. Zij hanteren daarom zelf hele lage rentes richting de banken en kopen daarnaast voor hele grote bedragen obligaties op. Daardoor weten beleggers dat ze met een gerust hart obligaties uit kunnen geven en geen hoge prijs hoeven te betalen.
Gevolgen lage rente
De lage hypotheekrente zorgt ervoor dat consumenten heel goedkoop geld kunnen lenen en is mede een stimulans voor de hard gestegen huizenprijzen in de afgelopen jaren. Al speelt daarbij zeker ook het woningtekort een belangrijke rol. De lage rente heeft ook effect op het type hypotheekvorm dat een consument kiest; steeds vaker wordt bijvoorbeeld een deel aflossingsvrij afgesloten.
Dankzij de lage kapitaalmarktrentes kunnen overheden goedkoop geld lenen. In het geval van de Nederlandse overheid krijgt ze vaak zelfs geld toe. En beleggers zijn ook bereid om tegen lage rentes geld te lenen aan hypotheekverstrekkers, omdat er voor hen weinig risico aanzit en ze zo toch nog een mooi rendement kunnen behalen.
Hypotheekverstrekkers maken marge doordat ze hypotheken uitzetten tegen een hogere rente dan dat ze aan rente van beleggers moeten betalen (daarnaast hebben ze nog andere kosten, zoals bijvoorbeeld administratieve kosten, marketingkosten en de kosten door hypotheekverliezen). We zien die marge de laatste tijd kleiner worden, waarbij we als graadmeter de ontwikkeling van de kapitaalmarktrente gebruiken voor de renteontwikkeling van beleggers.
In de grafiek zie je de marge terug in het verschil in de assen. Gemiddeld bedraagt het verschil tussen de kapitaalmarktrente en de gemiddelde 10 jaar vaste hypotheekrente met NHG ongeveer 1,6%. Op de linkeras staat de hoogte van de gemiddelde hypotheekrente en de ontwikkeling zie je in de blauwe lijn. Op de rechteras staat de kapitaalmarktrente en de ontwikkeling zie je in de oranje lijn.
In de beginweken van dit jaar zagen we nog een hypotheekrentedaling, eigenlijk al tegen de trend van de kapitaalmarktrente in. De laatste weken zien we een horizontale lijn. Er gebeurt bijna niks qua hypotheekrentewijzigingen. En dat is best bijzonder, omdat de kapitaalmarktrente wel fors is opgelopen. Even leek het erop dat het extra opkopen van obligaties door de Europese Centrale Bank (ECB) tot een stabilisatie van de kapitaalmarktrente zou leiden, maar nu zien we die toch weer fors toenemen. Geldverstrekkers zien hun marge daardoor dalen, maar ze blijken huiverig om als eerste de hypotheekrente te gaan verhogen. Want je weet dat dan de productie naar andere geldverstrekkers gaat, die de rente nog niet aanpassen. Een lastig ‘prisoners dilemma’ voor de geldverstrekkers.
Verlaging spaarrente
Het ‘prisoners dilemma’ bij de spaarrente is al gebroken. De meeste banken kondigden de afgelopen weken aan dat ze het spaarbedrag vanaf waar er een negatieve spaarrente gaat gelden, omlaag gaat naar veelal € 100.000,-. Dat betekent dat de meeste spaarders met een spaartegoed boven dit bedrag een rente van een half procent gaan betalen. Vanuit de banken gezien is dat logisch, omdat zij ook een half procent aan de ECB moeten betalen als zij overtollig geld bij de ECB moeten stallen.
Een oplossing is om je spaargeld over meerdere banken te spreiden. Als je overigens rekening houdt met inflatie en de vermogensrendementsheffing dan hebben we al geruime tijd te maken met een negatief rendement op spaargeld. Met elke euro die op een spaarrekening staat, kun je een jaar later minder kopen dan nu.
Rekenrente
Onze pensioenen hebben ook erg te lijden onder de lage rente. Ondanks dat de pensioenpotten alleen maar verder groeiden, daalden de verwachte pensioenuitkeringen, omdat die gebaseerd worden op een steeds lagere rekenrente.
Wat dat betreft is daar juist positief nieuws te melden. Door de stijgende rente dit jaar, zijn de dekkingsgraden fors gestegen. De gemiddelde beleidsdekkingsgraad van de pensioenfondsen is in het eerste kwartaal gestegen met 1,9% naar 96,9%. Dat betekent niet dat pensioenen binnenkort geïndexeerd kunnen worden, maar wel dat de kans op pensioenkortingen in de komende jaren weer iets afneemt.
Wat gaat de hypotheekrente doen?
Het is lekker makkelijk om terug te kijken naar wat de rente heeft gedaan. Veel interessanter is nog wat de rente de komende tijd gaat doen en dan specifiek de hypotheekrente. En daar is helaas geen eenduidig antwoord op te geven.
Als de marktrente door blijft stijgen, is het uiteindelijk onafwendbaar dat geldverstrekkers ook de hypotheekrentes zullen verhogen. Een verdere stijging van de marktrente ligt erg voor de hand. Als de coronamaatregelen steeds meer versoepeld gaan worden in de komende maanden, gaat de economie waarschijnlijk een enorme groei doormaken. Wat normaal leidt tot hogere inflatieverwachtingen en een hogere rente.
Maar wel is er een belangrijke speler, de ECB, die er alles aan lijkt te willen doen om de rente laag te houden en dit zal proberen door extra obligaties op te kopen. Ook hier geldt een kanttekening: als de economische groei voldoende doorzet, zal die druk op de ECB om de rente heel laag te houden wel iets afnemen. We blijven onze boodschap dan ook herhalen: blijf de rente goed in de gaten de komende maanden.
::BLOK:AANMELDENNIEUWSBRIEF::