Nabestaandenlijfrente
Lijfrentes zijn een slimme en belastingvriendelijke manier om een buffer op te bouwen voor later. Dat kun je doen als extra pensioen voor jezelf, maar je kunt ook kiezen voor een nabestaandenlijfrente. Een nabestaandenlijfrente is vaak in combinatie met een reguliere lijfrente, en keert uit op het moment dat je zelf overlijdt. Voor nabestaandenlijfrente gelden wel specifieke voorwaarden. Lees hier wat nabestaandenlijfrente is en hoe het precies werkt. Meer weten? Maak dan een afspraak met een van onze financieel adviseurs.
Wat is nabestaandenlijfrente?
Als je een lijfrente hebt afgesloten, dan kun je met de aanbieder afspreken dat je nabestaanden een nabestaandenlijfrente ontvangen wanneer jij komt te overlijden. Hiermee geef je nabestaanden financiële zekerheid als jij komt te overlijden. De ontvangers (“begunstigden”) krijgen dan vanuit de lijfrente periodiek een bedrag uitgekeerd als jij komt te overlijden. Dat kan bijvoorbeeld elke maand, elk kwartaal of elk jaar zijn.
Meer in het algemeen is lijfrente extra inkomen dat je op een belastingvriendelijke manier opbouwt, bijvoorbeeld als aanvulling op je werkgeverspensioen of AOW. Tijdens de opbouw van de lijfrente mag je de lijfrentestortingen of -premie aftrekken van je belastbaar inkomen en betaal je hier geen vermogensbelasting over. Je bouwt lijfrente dus in de eerste plaats voor jezelf op, maar kunt daarnaast kiezen voor een nabestaandenlijfrente.
Hoe werkt nabestaandenlijfrente opbouwen?
Je kunt op drie manieren lijfrentekapitaal opbouwen:
- Sluit een lijfrenteverzekering af en betaal daarvoor premie.
- Beleg de lijfrente om zo – als je beleggingen rendement opleveren – het geld meer waard te maken (houd er wel rekening mee dat het belegde kapitaal ook minder waard kan worden).
- Neem een bankspaarrekening en stort daar eenmalig, periodiek of een aantal keer geld op als inleg.
Je bepaalt zelf of je periodiek een vast bedrag inlegt of dat je meer sporadisch geld inlegt of maar eenmalig een storting doet.
De uitkering van de nabestaandenlijfrente gaat in op het moment dat jij overlijdt. Je hebt bij het afsluiten zelf bepaald naar wie de uitkering gaat. Dat kan je partner zijn, maar bijvoorbeeld ook je kinderen. Je maakt bij het afsluiten afspraken over de duur van de uitkering. Vaak gelden hier vanuit het lijfrenteproduct ook voorwaarden voor. Wat die voorwaarden zijn, verschilt per lijfrentevariant
Goed om te weten: Het opbouwen van lijfrente is belastingvrij. Dit betekent dat je het ingelegde geld of de betaalde premie mag aftrekken van je belastbaar inkomen. Hierdoor betaal je minder inkomstenbelasting. Ook hoef je over het ingelegde geld geen vermogensbelasting te betalen.
Hoe lang moet een nabestaandenlijfrente lopen?
De nabestaandenlijfrente moet minimaal gedurende een bepaalde periode worden uitgekeerd. De precieze uitkeringsduur hangt af van de relatie van de ontvanger tot de overledene én van het lijfrenteproduct. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende uitkeringsduren:
Minimale uitkering bij banksparen | Minimale uitkering bij een lijfrenteverzekering | |
Kind of (achter)kleinkind | Meestal minimaal 5 jaar en uiterlijk tot 30-jarige leeftijd of minimaal 20 jaar na 30-jarige leeftijd | Uiterlijk tot 30-jarige leeftijd of levenslang |
Partner of ex-partner | Minimaal 5 jaar | Tijdelijk of levenslang (waarbij de minimale duur afhangt van de leeftijd van de ontvanger op het moment dat de persoon overlijdt) |
Wil je meer weten over de nabestaandenlijfrente die jij hebt ontvangen? Ga er met een financieel adviseur over in gesprek, zodat je de juiste keuzes kunt maken. Maak hiervoor een gratis eerste afspraak op een Van Bruggen-kantoor bij jou in de buurt.
Nabestaandenlijfrente aankopen
Zodra de nabestaandenlijfrente wordt uitgekeerd, spreek je van nabestaandenlijfrente aankopen. Dat houdt in dat de ontvanger een product en manier kiest waarop diegene de lijfrente krijgt uitgekeerd.
De ontvanger heeft na de datum van overlijden een wettelijke bedenktijd van maximaal twee jaar om te bepalen waar diegene de nabestaandenlijfrente wil aankopen en voor welke duur. Hier kan de ontvanger slim gebruik van maken door de uitkering juist te laten ingaan op het moment dat dat het gunstigst is. Bij een beleggingsproduct kun je bijvoorbeeld in de gaten houden wanneer de beleggingsopbrengst het hoogst is. Of je kunt wachten totdat je geen uitkering vanuit de Algemene nabestaandenwet (Anw) meer ontvangt.
Houd er rekening mee dat de ontvanger inkomstenbelasting betaalt over de nabestaandenlijfrente die diegene ontvangt. Hiervoor gelden de gebruikelijke belastingtarieven.
Tip: Maak als ontvanger op tijd een keuze over wat je met de lijfrente wilt doen. Doe je dit niet vóór 31 december in het tweede jaar na het overlijden, dan gaat de Belastingdienst ervan uit dat je de lijfrente afkoopt. Je moet dan een flinke boete betalen én betaalt in één keer inkomstenbelasting over de hele som geld.
Nabestaandenlijfrente uitkeren
In principe gaat de uitkering van de lijfrente direct in zodra de persoon in kwestie is overleden. Maar de ontvanger kan er dus voor kiezen om de lijfrente pas twee kalenderjaren na het overlijden te laten ingaan. Heeft de ontvanger daarnaast recht op de Algemene nabestaandenwet (Anw)? Dan geldt dat je de uitkering van de nabestaandenlijfrente nog langer mag uitstellen, namelijk tot het moment dat je geen recht meer hebt om Anw te ontvangen. Je kunt de nabestaandenlijfrente in dat geval storten op een bankspaarrekening totdat je er gebruik van gaat maken.
De ontvanger heeft een aantal opties om de nabestaandenlijfrente te laten uitkeren. We bespreken de drie opties hieronder.
Periodieke uitkering
De meest gebruikelijke optie is dat je periodiek (bijvoorbeeld maandelijks of elk kwartaal) een deel van de lijfrente laat uitkeren. Je ontvangt dan elke periode een vast bedrag op je rekening, waarbij een minimale uitkeringsduur geldt (zie de tabel eerder op deze pagina).
Lijfrente uitstellen
Je kunt er dus voor kiezen om nog even te wachten met de uitkering van de lijfrente. Dat is soms verstandig als je verwacht dat het lijfrentekapitaal meer waard wordt, bijvoorbeeld door voor een ander lijfrenteproduct (zoals een bankspaarrekening in plaats van een verzekering) te kiezen. Dit moet je dus wel binnen ongeveer twee jaar na het overlijden van de persoon doen.
Lijfrente afkopen
Een laatste optie is lijfrente afkopen. Dit houdt in dat je het bedrag in één keer in plaats van periodiek laat uitkeren. Dat is soms interessant als het totale lijfrentekapitaal niet meer is dan € 5.364 (dat bedrag geldt in 2024). Tot dat bedrag hoef je namelijk geen revisierente (een boete van 20% van de afkoopsom) te betalen; bij lijfrentes boven dat bedrag moe je die boete wel betalen.
Bedraagt het lijfrentekapitaal meer dan dit bedrag? Dan is het meestal fiscaal ongunstig om voor afkopen te kiezen. Je moet dan namelijk veel belasting betalen: een revisierente van maximaal 20% van de afkoopsom en inkomstenbelasting over de hele afkoopsom. Er blijft dan relatief weinig van het oorspronkelijke bedrag over.
Persoonlijk advies over lijfrentes?
Of je nu nabestaandenlijfrente wilt opbouwen voor een nabestaande of deze ontvangt na een overlijden, het is best complexe materie. Gelukkig sta je er niet alleen voor: schakel een financieel adviseur in voor persoonlijk advies over jouw lijfrente. Dan ontdek je al snel wat er voor jou mogelijk is én waar jij goed aan doet.
Plan een gesprek met een financieel adviseur van Van Bruggen bij jou in de buurt. Diegene helpt je graag op weg. Het eerste gesprek kost je niets en is geheel vrijblijvend.
Veelgestelde vragen nabestaandenlijfrente
In het testament van de overledene staat voor wie de lijfrente is afgesloten. Je moet dan zelf binnen de wettelijke termijn van twee jaar na het overlijden aangeven wat je met het lijfrentebedrag wilt doen. Je kunt dit periodiek laten uitkeren of kunt nog even wachten met het uitkeren. De lijfrente afkopen kan ook, maar is meestal fiscaal minder aantrekkelijk. Alleen bij kleine lijfrentes kan dit boetevrij.