Volgens de NVM is de gemiddelde transactieprijs in het tweede kwartaal van 2025 met bijna 21% gestegen vergeleken met 2021. Toen lag de prijs op € 410.000, nu is dat € 495.000.
Het gemiddelde hypotheekbedrag van starters en doorstromers steeg in diezelfde periode veel minder hard: van € 348.000 naar € 373.000. Een toename van slechts 7%.
Omdat de huizenprijzen sneller stegen dan de hypotheken, moesten kopers meer eigen geld inleggen. Het gat tussen de koopprijs en de hypotheek groeide van € 62.000 naar € 122.000. Doorstromers hadden voordeel van de overwaarde op hun vorige woning. Starters moesten juist harder sparen of kregen meer hulp van hun ouders.
Netto maandlast steeg minder hard door belastingvoordeel
De bruto maandlast van een gemiddelde hypotheek steeg van € 1.201 in 2021 naar € 1.781 in 2025. Dat is een stijging van ruim 48%.
Die toename komt vooral door de fors hogere rente, en nauwelijks door een groter hypotheekbedrag. De rente voor een 10 jaar vaste hypotheek zonder NHG ging van 1,5% naar 4,0%.
Toch hoefde de koper die hogere lasten niet helemaal zelf te dragen. Dankzij de hypotheekrenteaftrek nam de overheid een flink deel voor haar rekening.
De netto maandlast steeg daardoor minder hard: met 26%, van € 1.105 naar € 1.389 – inclusief het eigenwoningforfait. Dat is nog wel iets meer dan de gemiddelde loonstijging in diezelfde periode (22,4%). Daardoor besteden kopers nu iets meer van hun inkomen aan woonlasten dan in 2021.
Meeste huiseigenaren geven minder uit aan hun hypotheek
Huiseigenaren die de afgelopen vijf jaar niet verhuisden, zien hun financiële situatie juist verbeteren. Hun inkomen is gestegen, terwijl de hypotheeklasten gelijk zijn gebleven. Dat komt doordat veel mensen hun hypotheekrente lang geleden al hebben vastgezet – tegen een lage rente. Daardoor geven ze nu minder uit aan hun maandlasten.
Ze houden dus meer geld over voor andere dingen. En daar komt bij: hun woning is in waarde gestegen.