Januari is achter de rug en dat is een maand waarin vaker vaste inkomsten en uitgaven veranderen dan in andere maanden. Het goede nieuws: voor de meeste mensen is er netto in de maand januari meer salaris binnengekomen dan in december. Daar staat tegenover dat bepaalde uitgaven omhoog gaan. Voor de meeste mensen is de premie voor de ziektekostenverzekering en de gemeentelijke belastingen hoger. Sommige bedrijven hebben per 1 januari de prijzen voor hun producten en diensten verhoogd.
Het is goed om aan het begin van een nieuw jaar de balans op te maken. Wat zijn mijn vaste inkomsten en uitgaven. Hoeveel houd ik over om te sparen? Ben ik aan het sparen voor een bepaald doel? We zetten hieronder op een rij hoe je zelf meer regie kunt krijgen over je financiën.
1. Maak een maandbegroting
Zorg dat je inzicht hebt in je maandelijkse inkomsten en uitgaven door een begroting te maken. Een begroting klinkt zwaar, maar in feite kun je eenvoudig op een A4tje, in een Excel spreadsheet of via een app je inkomsten en uitgaven op een rij zetten.
Aan de ene kant zet je de vaste inkomsten, zoals je netto salaris en de toeslagen die je krijgt van de Belastingdienst en eventuele andere inkomsten.
Aan de andere kant zet je de vaste uitgaven zoals hypotheek of huur, energiekosten, zorgverzekeringen, schade verzekeringen, gemeentelijke belastingen, tv-internet abonnement, kinderopvang, vervoer, contributies, reservering voor nieuwe auto, telefoon abonnement enzovoort.
Daarnaast is het goed om op een rij te zetten wat je gemiddeld per maand kwijt bent aan variabele uitgaven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan boodschappen, uitgaanskosten, maar ook de kleine uitgaven voor een kop koffie bij de Starbucks en andere kleine uitgaven. Als je toch al bijna alles via je bankrekening laat lopen, dan kun je op je digitale afschriften heel makkelijk uitgaven terugvinden en op een rij zetten. Houd er rekening mee dat de totale variabele kosten per maand kunnen verschillen. Zorg dat je daarom een redelijk gemiddeld hebt.
Als je alles op een rij hebt gezet, dan kun je de vaste en variabele uitgaven aftrekken van je inkomsten. Hopelijk houd je dan een bedrag over. Is dat niet het geval, dan heb je een probleem en moet je gaan bezuinigen op je vaste of variabele uitgaven. Of je moet je inkomsten verhogen door bijvoorbeeld meer te gaan werken als dat mogelijk is.
Houd je geld per maand over dan kun je sparen of beleggen.
2. Maak een jaarbegroting
Met alleen een maandbegroting ben je er nog niet. Het is ook aan te raden om een jaarbegroting te maken. Want naast de maandelijkse vaste inkomsten en uitgaven, zijn er mogelijk ook nog andere grote incidentele inkomsten en uitgaven gedurende een jaar. Voorbeelden van eenmalige inkomsten zijn bijvoorbeeld vakantiegeld, belastingteruggave of een bonus. Voorbeelden van een eenmalige uitgaven zijn bijvoorbeeld een vakantie(s) of onderhoud aan de auto of een verbouwing of onderhoud aan de woning. Sommige van deze incidentele uitgaven vinden misschien niet eens plaats in 2024 maar in toekomstige jaren. Denk bijvoorbeeld de aanschaf van een andere auto. Het is goed om hiervoor te reserveren en het geld dat je hiervoor spaart al in je maandelijkse begroting mee te nemen.
Met een jaarbegroting weet je hoeveel extra inkomsten en uitgaven je hebt. Je kunt dan bepalen of het bedrag dat je maandelijks kunt sparen, zoals vastgesteld bij de maandbegroting, voldoende is. Of dat je het aan moeten vullen met een nog lopende spaarpot.
Houd je voldoende geld over, dan is het verstandig om een goede spaarbuffer op te bouwen. Is die er al, dan kun je bedenken voor welk langer termijn doel je wilt sparen, of als je iets risicovoller bent ingesteld, waarvoor je wilt beleggen.