Op woensdag 29 oktober mag je stemmen voor de Tweede Kamer. Voor ruim twee derde van de kiezers is het belangrijkste verkiezingsthema de woningmarkt en de woningbouw. Niet zo gek, want iedereen wil ergens kunnen wonen. Het tekort van 400.000 woningen raakt dagelijks veel mensen. Jonge mensen vinden geen huur- of koopwoning. Ouders zien dat hun kind geen woning vindt en noodgedwongen thuis blijft wonen. Oudere woningeigenaren willen graag kleiner wonen, maar vinden geen passend huis. En stellen die uit elkaar gaan, moeten op zoek naar een nieuwe betaalbare woning.
Alle politieke partijen willen meer woningen realiseren
De meeste partijen willen het woningtekort aanpakken, onder meer door flink bijbouwen. Veel plannen lijken op elkaar. Deze maatregelen komen vaak terug:
- Bezwaar- en beroepsprocedures beperken
Partijen willen het makkelijker maken om een bouwvergunning te krijgen. Het huidige kabinet zette al stappen, maar die zijn nog niet allemaal van kracht.
- Woningen optoppen en splitsen
Optoppen en splitsen van woningen is een slimme manier om bestaande gebouwen beter te benutten. In theorie kunnen dit tot 2030 zo’n 160.000 tot 200.000 extra woningen opleveren. Het is goed als de politiek obstakels wegneemt, maar de verwachtingen zijn soms hoger dan wat haalbaar is. Tussen 2020 en 2024 kwamen er 11.000 woningen bij door splitsing, en maar enkele honderden per jaar door optopping.
- Een straatje erbij
Een extra straat of wijk bouwen in elk dorp of stad klinkt logisch. Maar er is vaak extra geld nodig van de overheid, die niet elke partij ter beschikking stelt. Bovendien zorgen vergunningen en regels, zoals stikstof, voor vertraging. De doorlooptijd kan makkelijk tien jaar zijn.
- Fabrieksmatig bouwen
Door woningen prefab te bouwen en de bouweisen te versoepelen, kunnen projecten sneller gerealiseerd worden.
- Minder winst op bouwgrond
Partijen willen voorkomen dat bouwgrond blijft liggen, zodat er echt gebouwd wordt.
- Minder migratie
Sommige partijen willen arbeids- en asielmigratie beperken. Zo groeit de woningvraag minder hard.
Toch denken partijen niet overal hetzelfde over. Bijvoorbeeld over waar het geld naartoe gaat: sociale huur, middenhuur of koopwoningen.
Sommige partijen geven verhuurders in de vrije sector meer ruimte, anderen juist minder. Ook over verduurzaming lopen de meningen uiteen. De één wil minder regels, de ander juist meer stimulering. En dan is er nog de hypotheekrenteaftrek. Een onderwerp waar de meningen misschien wel het meest over verschillen en de meeste aandacht in de media krijgt.
Over de hypotheekrenteaftrek zijn de meningen verdeeld
Sommige partijen, zoals PVV, VVD, BBB, FvD en 50Plus, willen de hypotheekrenteaftrek behouden. In het verkiezingsprogramma van JA21 staat niks over de hypotheekrenteaftrek, waardoor het erop lijkt dat ze die niet willen wijzigen. Andere partijen willen de regeling wel aanpassen. Hoe ze dat doen, en wat er met het geld gebeurt, verschilt per partij:
- CDA wil de hypotheekrenteaftrek in 30 jaar afbouwen. De opbrengst gaat naar lagere belastingtarieven voor iedereen.
- GL-PvdA wil de renteaftrek in 12 jaar afbouwen.
- D66 kiest ook voor afbouw in 12 jaar. Tijdens die periode mag je de rente nog voor de helft van de resterende looptijd aftrekken. De opbrengst gaat naar lagere belastingtarieven.
- ChristenUnie wil de aftrek in 15 jaar afbouwen. Een deel van het geld gebruiken ze om het eigenwoningforfait te verlagen.
- SP wil de aftrek boven € 600.000 al in de komende kabinetsperiode afbouwen. De opbrengst gaat naar een Nationaal Woonfonds, dat zorgt voor de bouw van betaalbare en duurzame huurwoningen. Op termijn wil SP de hele regeling afschaffen.
- Partij voor de Dieren wil de aftrek boven de NHG-grens versneld afbouwen.
- Volt wil de aftrek in vier jaar afbouwen. Tegelijk verhuist de eigen woning naar box 3.
- Denk laat de aftrek bestaan, met uitzondering voor de ultra rijken met superdure woningen.
Waarom partijen de hypotheekrenteaftrek willen beperken
Er zijn twee vaak genoemde redenen om de hypotheekrenteaftrek aan te passen:
- De regeling droeg bij aan de snelle stijging van huizenprijzen in de afgelopen tien jaar. Daardoor is een koopwoning voor veel jongeren onbereikbaar geworden. Tegelijk zijn er door overheidsbeleid te weinig betaalbare huurwoningen beschikbaar.
- Huurders krijgen geen financiële steun van de overheid, terwijl kopers dat via de renteaftrek wel doen. Dat voelt oneerlijk. Door de stijgende huizenprijzen bouwen kopers vaak meer vermogen op dan huurders. De hypotheekrenteaftrek speelt daar een rol in.
Veel gestelde vragen over de hypotheekrenteaftrek
In een eerdere nieuwsbrief bespraken we de belangrijkste vragen over een mogelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek. We wilden vooral onnodige zorgen wegnemen. Veel mensen denken dat ze in de financiële problemen komen als de renteaftrek geleidelijk daalt naar nul. Maar dat is meestal niet zo.
