Wonen is het belangrijkste verkiezingsthema voor de Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober. Dat komt door het grote woningtekort. Veel mensen merken daar direct of indirect de gevolgen van. Daarom willen politieke partijen meer woningen toevoegen. Dat kan bijvoorbeeld door nieuwbouw, het splitsen van woningen of het optoppen van bestaande huizen. Een onderwerp dat dit keer extra aandacht krijgt, is de hypotheekrenteaftrek. Veel woningeigenaren hebben hier vragen over. Daarom zetten we de 10 meest gestelde vragen én de antwoorden voor je op een rij.

1. Wat is hypotheekrenteaftrek?

Als je een koopwoning hebt, mag je de rente over je hypotheek meestal aftrekken bij je belastingaangifte. Dit heet hypotheekrenteaftrek. Je krijgt dan een deel van de betaalde rente terug van de Belastingdienst. Voor de meeste mensen is dat 37,48%. Stel je betaalt € 10.000 aan rente per jaar. Dan krijg je € 3.748 terug van de Belastingdienst.

Maar er is ook een bijtelling: het eigenwoningforfait. De Belastingdienst telt een bedrag bij je inkomen op. Meestal is dit 0,35% van de WOZ-waarde van je woning. Stel de WOZ-waarde van je woning is € 600.000 dan tel je € 2.100 bij je inkomen op. Hierover betaal je belasting. Heb je een hoog inkomen? Dan betaal je over dat bedrag ongeveer € 1.040 belasting.

2. Waarom bestaat de hypotheekrenteaftrek?

De overheid voerde de hypotheekrenteaftrek al in 1893 in. Na de Tweede Wereldoorlog werd deze regeling gebruikt om mensen te stimuleren een huis te kopen. Die doelstelling is wel bereikt, want inmiddels woont bijna 6 op de 10 huishoudens in een koopwoning.

3. De hypotheekrenteaftrek is toch al ingeperkt?

Dat klopt. De inperking van de hypotheekrenteaftrek is al jaren aan de gang. Hieronder zie je wat er sinds 1997 al veranderde:

1997: Je mag geen rente meer aftrekken van een hypotheek voor consumptieve uitgaven, zoals een auto.

2001: Invoering van de 30-jaarstermijn. Dat betekent dat de aftrek van de hypotheekrente maximaal 30 jaar is.

2004: Invoering van de bijleenregeling. Verkoop je je woning met winst (overwaarde)? Dan moet je dat bedrag gebruiken voor je volgende woning. Doe je dat niet, dan mag je over dat deel van de nieuwe hypotheek geen rente aftrekken.

2013: Je mag de rente alleen aftrekken als je je hypotheek in 30 jaar annuïtair of lineair aflost. Heb je al een aflossingsvrije hypotheek van vóór 2013? Dan blijft de rente meestal aftrekbaar.

2014-2023: De maximale aftrek is stap voor stap verlaagd. Eerst met 0,5% per jaar in de jaren 2014 tot en met 2019 en vervolgens met 3% per jaar in de jaren 2021 tot en met 2023. De maximale aftrek daalde van 52% in 2013 naar 37,48% nu.

4. Zijn er plannen om de hypotheekrenteaftrek in één keer af te schaffen?

Nee, er is geen politieke partij die de hypotheekrenteaftrek in één keer wil afschaffen. Wel willen sommige partijen de regeling geleidelijk afbouwen. Hoe snel dat gaat, verschilt per partij.

5. Wat kost het mij als een volgend kabinet besluit om de hypotheekrenteaftrek af te bouwen?

Eerst is het afwachten of een nieuw kabinet de hypotheekrenteaftrek verder wil afbouwen. En als dat zo is, dan is de vraag hoe snel dat gebeurt. De meeste partijen die voor afbouw zijn, kiezen voor een lange periode: tussen de 15 en 30 jaar. Dat betekent dat je maandlasten heel geleidelijk stijgen.

Hoeveel dat is, hangt af van je hypotheekbedrag en de rente. Hier een voorbeeld:

  • Stel: je koopt een woning van € 363.000 met 3,75% rente.
  • De hypotheekrenteaftrek wordt afgebouwd in 15 jaar.
  • Elk jaar wordt de aftrek dan bijna 3% minder, zoals eerder gebeurde tussen 2021 en 2023.
  • Je maandlast stijgt dan elk jaar met ongeveer € 20 tot € 30.
  • Na 15 jaar eindigt de gehele aftrek en ben je in dit voorbeeld € 278 per maand duurder uit.

Let op: het is ook de vraag wat de overheid doet met het geld dat ze hierdoor besparen. Verlaagt de overheid de belastingtarieven of het eigenwoningforfait? Dan zijn de financiële gevolgen voor jou kleiner.

6. Kan ik de hypotheeklasten nog betalen als uiteindelijk de hypotheekrenteaftrek helemaal afgebouwd wordt?

Voor de meeste mensen is dat geen probleem. De maandlasten stijgen namelijk langzaam. Bovendien stijgt het inkomen meestal sneller dan je hypotheeklasten. Daardoor geef je waarschijnlijk elk jaar een kleiner deel van je inkomen uit aan je hypotheek.

7. Gaat de afbouw van de hypotheekrenteaftrek ook gelden voor bestaande hypotheken?

Ja, dat is waarschijnlijk wel het geval. Ook bij de vorige afbouw, tussen 2014 en 2023, gold dit voor bestaande hypotheken. De kans is dus groot dat een nieuwe afbouw óók invloed heeft op lopende hypotheken.

8. Waarom willen sommige politieke partijen de hypotheekrenteaftrek afbouwen?

De hypotheekrenteaftrek was halverwege de vorige eeuw vooral bedoeld om mensen te stimuleren om een woning te kopen. Die stimulans is niet meer nodig. Voor de meeste mensen die een huis kunnen kopen is dat een interessantere optie dan een woning huren.

Mede door de renteaftrek zijn huizen de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld in prijs. Daardoor lukt het veel jonge mensen, zoals twintigers en dertigers, niet om een woning te kopen. Alleen wie hulp krijgt van ouders of een goed inkomen heeft, maakt nog kans op de woningmarkt.

9. Gaan de huizenprijzen dalen bij een geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek?

Volgens economen stijgen huizenprijzen minder hard als de hypotheekrenteaftrek verder wordt afgebouwd. De kans bestaat dat huizenprijzen op lange termijn iets dalen. Maar op korte termijn is dat niet waarschijnlijk. Er is namelijk een woningtekort van zo’n 400.000 huizen. Als de prijzen minder snel stijgen, bijvoorbeeld alleen met het inflatiepercentage, krijgen meer jonge mensen zoals twintigers en dertigers weer een kans op de woningmarkt.

10. Klopt het dat voor sommige mensen de hypotheekrenteaftrek al in 2031 eindigt?

Ja, dat klopt. Heb je vóór 1 januari 2013 een aflossingsvrije hypotheek afgesloten? Dan mag je de rente nog aftrekken. Maar er geldt een maximumtermijn van 30 jaar. Die 30 jaar begint te lopen vanaf het moment dat je de hypotheek afsloot. Heb je later een extra bedrag geleend, bijvoorbeeld voor een duurder huis? Dan begint voor dat extra deel een nieuwe termijn.

De overheid stelde deze 30-jaarstermijn in op 1 januari 2001. Voor hypotheken van vóór die datum begon de teller dus op dat moment te lopen. Dat betekent: voor veel oudere hypotheken stopt de renteaftrek in 2031. Gelukkig gaat het dan vaak om kleinere hypotheekbedragen.

Na 2031 stopt de renteaftrek geleidelijk voor steeds meer mensen. In 2043 kan niemand meer rente aftrekken van een aflossingsvrije hypotheek die nog onder de oude regels valt.