Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

Wat is overbruggingslijfrente?

Je kunt een overbruggingslijfrente aankopen als je lijfrentetegoeden hebt die zijn opgebouwd vóór 2006. Een overbruggingslijfrente is een aanvullend pensioen dat je zelf opbouwt om een periode te overbruggen. Deze lijfrente gebruik je als je eerder wilt stoppen met werken dan de AOW-gerechtigde leeftijd. Je overbrugt er dan de periode mee tussen het moment dat je met pensioen gaat en de officiële AOW-gerechtige leeftijd of de datum waarop je werkgeverspensioen ingaat.

Hoe werkt dat, overbruggingslijfrente tot de AOW-gerechtigde leeftijd?

Overbruggingslijfrente is een speciaal lijfrenteproduct dat je dus specifiek gebruikt ter overbrugging van de periode tot je pensioen. Normaal gesproken komt de lijfrente namelijk pas vrij op het moment dat je de AOW-leeftijd hebt bereikt of dat je pensioen ingaat. Maar onder bepaalde voorwaarden kun je lijfrente ook specifiek gebruiken als overbrugging van de periode tot die tijd. Vanuit de overbruggingslijfrente krijg je een periodieke uitkering tot het moment dat je pensioen ingaat of dat je AOW ontvangt.

Overbruggingslijfrente voorwaarden: oude en nieuwe regime

Sinds 2006 gelden er strengere regels voor de overbruggingslijfrente. Zo mag je maximaal € 63.288,- bruto per jaar aan overbruggingslijfrente uitgekeerd krijgen (die grens geldt in 2023). De regels voor lijfrenteproducten zijn verschillend in het oude en nieuwe regime.

Oude regime

Je lijfrente valt voor de Belastingdienst onder het oude regime als…

  • …je een eenmalige storting hebt gedaan vóór 1 januari 1992.
  • …je een lijfrenteverzekering hebt met een ingangsdatum vóór 16 oktober 1990 én als je periodiek premies hebt betaald die allemaal op of vóór 31 december 2000 zijn gedaan.

Nieuwe regime

Het nieuwe regime geldt als…

  • …je een eenmalige storting hebt gedaan op of na 1 januari 1992.
  • …je periodiek premies hebt betaald en de ingangsdatum van je lijfrenteproduct na 15 oktober 1990 ligt.
  • …als je lijfrenteverzekering is ingegaan vóór 16 oktober 1990 én je periodiek premies hebt betaald na 31 december 2000. (Het nieuwe regime geldt dan voor het bedrag dat je na 31 december 2000 hebt opgebouwd.)
  • …als je één keer of periodiek geld hebt gestort op een bankspaarrekening als lijfrente.

Overbruggingslijfrente voorwaarden

In het oude regime mocht je nog zelf bepalen wanneer je lijfrente ingaat en hoe lang je de lijfrente-uitkering laat lopen. Er gold geen maximum voor het uitgekeerde bedrag. Ook in het nieuwe regime mag je de ingangsdatum zelf bepalen. Wel gelden in het nieuwe regime diverse voorwaarden voor overbruggingslijfrente:

  • Er geldt een maximaal uitkeringsbedragper jaar. In 2023 ligt de grens bij € 63.288,- bruto.
  • De uitkering loopt maximaal tot het jaar waarin je 65 wordt, tot het jaar waarin je de AOW-leeftijd bereikt of tot het moment dat je pensioen ingaat (hierin mag je zelf een keuze maken).
  • Je kunt alleen nog een overbruggingslijfrente afsluiten via een verzekering. Via bankspaarrekeningen of met lijfrente beleggingen kun je dus geen overbruggingslijfrente opbouwen.

Het komt er in grote lijnen op neer dat je lijfrente alleen als overbruggingslijfrente mag gebruiken als je dit lijfrentekapitaal vóór 2006 hebt opgebouwd. Heb je voor je lijfrente ook premie betaald of geld ingelegd na 31 december 2005? Dan mag je alleen het bedrag dat je vóór die tijd hebt opgebouwd gebruiken als overbruggingslijfrente.

Overbruggingslijfrente uitkeren

Op het moment dat de lijfrente vrijkomt, heb je een paar opties. In principe laat je de overbruggingsrente periodiek uitkeren vanaf een zelf gekozen datum. Die uitkering loopt – zoals gezegd – tot maximaal het jaar waarin je 65 wordt, het jaar waarin je pensioenuitkering ingaat of het jaar waarin je voor het eerst AOW ontvangt. Je kiest zelf hoe vaak je uitgekeerd krijgt: elke maand, elk kwartaal of elk jaar.

Een andere optie is om het uitkeren van de overbruggingslijfrente nog even uit te stellen. Je kunt de lijfrente verlengen om zo nog wat langer kapitaal op te bouwen. Het is dan geen overbruggingslijfrente meer, maar een gewone lijfrente die ingaat vanaf je pensioen. Het voordeel daarvan is dat je voor een ander lijfrenteproduct kunt kiezen als dat mogelijk meer rendement oplevert. Houd er wel rekening mee dat je de lijfrente niet later mag laten uitkeren dan tot 31 december vijf jaar na het jaar waarin je de AOW-leeftijd bereikt hebt.

Een laatste optie, die in de praktijk niet vaak voorkomt, is lijfrente afkopen. Dit betekent dat je de lijfrente in één keer laat uitkeren. Dit is alleen fiscaal niet voordelig. Je betaalt dan namelijk een flinke som belasting: je moet meestal revisierente (een boete van maximaal 20% van de afkoopsom) betalen en betaalt daarnaast inkomstenbelasting over de totale afkoopsom. Daardoor blijft er onderaan de streep vaak weinig van de opgebouwde lijfrente over.

Waar doe jij goed aan voor je pensioen?

Heb jij plannen om eerder te stoppen met werken? Of wil je gewoon zeker weten dat je pensioen goed geregeld is? Dan is het verstandig om een financieel adviseur in te schakelen. Die kan precies voor je uitzoeken wat jouw opties zijn om je pensioen aan te vullen en of je lijfrentekapitaal hebt dat je kunt gebruiken voor een overbruggingslijfrente.

Maak een gratis eerste afspraak om samen te ontdekken hoe een van onze financieel adviseurs jou kan helpen. Ook bij jou in de buurt staat er een Van Bruggen-adviseur voor je klaar.

Maak een afspraak

VEELGESTELDE VRAGEN OVER OVERBRUGGINGSHYPOTHEEK

Van tevoren spreek je met je hypotheekaanbieder een vast rentepercentage af. Je kunt ervan uitgaan dat je voor je overbruggingshypotheek meer rente betaalt dan voor een gewone hypotheek. Een hypotheekadviseur kan voor je uitzoeken hoeveel in jouw geval een overbruggingshypotheek aan rente kost.

Als je woning voor minder verkocht wordt dan verwacht, dan kun je misschien niet de hele overbruggingshypotheek aflossen met de overwaarde. In dat geval leg je eigen geld bij om dit gat op te vullen. Een andere optie is om dit verschil mee te financieren in je hypotheek, zodat je deze kosten verspreidt over een periode van 30 jaar. Een hypotheekadviseur kan je goed adviseren over een passende optie voor jou.

Je maandlasten voor een overbruggingshypotheek bestaan enkel uit een bedrag aan rente. Van een maandelijkse aflossing is bij dit type hypotheek geen sprake; je lost het krediet in één keer af.

Dit doe je zodra je je woning hebt verkocht. Je betaalt de overbruggingshypotheek dan in één keer terug met de overwaarde die je voor je woning hebt ontvangen. Houd daarbij wel rekening met de maximale looptijd voor je overbruggingshypotheek. Die verschilt per hypotheekaanbieder en is meestal tussen de 6 en 24 maanden.

Ja, ook bij een overbruggingshypotheek kun je de rente aftrekken van je inkomen in box 1 bij de Belastingdienst.

Als je woning op papier al verkocht is, dan bereken je je maximale overbruggingshypotheek vaak als volgt: de afgesproken verkoopprijs minus de restschuld minus de verkoopkosten. Als de verkoop nog niet is vastgelegd, dan geldt een wat lager bedrag. Vaak zo’n 90% van de getaxeerde verkoopprijs na aftrek van de restschuld en de verwachte verkoopkosten.

Hiervoor moet je voldoen aan een aantal voorwaarden, die per hypotheekaanbieder kunnen verschillen. Een voorwaarde is sowieso dat je overwaarde op je huis hebt en vaak wordt ook een bedrag aan eigen geld verwacht. Verder is het belangrijk om de voorwaarden van de hypotheekaanbieder goed te bekijken. Een adviseur van Van Bruggen Adviesgroep staat je hierin graag bij.

Ja, je kunt alleen een overbruggingshypotheek afsluiten als je verwacht je woning voor meer te verkopen dan de restschuld die op je woning rust. Een taxateur kan je adviseren hoeveel je woning ongeveer zal opleveren bij verkoop.

Afspraak maken?

Ga in gesprek met een van onze financieel adviseurs.

Maak een afspraak

Afspraak maken?

Ga in gesprek met een van onze financieel adviseurs.

Maak een afspraak