D66 en CDA kwamen als winnaars uit de verkiezingen. Zij lijken bijna zeker een plek te krijgen in een nieuw kabinet. Een centrumlinks kabinet is geen optie. Daarom is de kans groot dat ook de VVD meedoet. Als het kabinet uit maximaal vier partijen bestaat, is alleen een samenwerking met GroenLinks-PvdA mogelijk. Die combinatie levert een ruime meerderheid op: 86 zetels. Een echt middenkabinet dus. Tijdens de verkiezingen sloot de VVD een samenwerking met GroenLinks-PvdA nog uit. De vraag is of ze daar nu wél voor openstaan.
Een centrumrechts kabinet met D66, CDA, VVD en JA21 haalt met 75 zetels geen meerderheid (met BBB of SGP erbij wel). Maar dan heb je wel vijf partijen, wat de stabiliteit van een kabinet niet vergroot.
In dit artikel vergelijken we het woningmarktbeleid van deze vier partijen. Wat zijn de overeenkomsten en waar liggen obstakels? Maar eerst kijken we naar de situatie op de woningmarkt voor woningeigenaren en starters.
Veel woningeigenaren staan er goed voor
De gemiddelde Nederlander bestaat niet – en dus ook niet de gemiddelde woningeigenaar. Toch zijn er ontwikkelingen die voor veel mensen met een koopwoning gelden:
- Veel woningeigenaren hebben lage woonlasten. Zeker vergeleken met huurders met een vergelijkbaar inkomen.
- De woonlasten als percentage van het inkomen daalden de afgelopen jaren. Dat kwam doordat de inkomens harder stegen dan de hypotheeklasten.
- Vóór 2022 zetten veel mensen hun rente voor lange tijd vast tegen een lage rente.
- De huizenprijzen stegen flink. Daardoor nam het vermogen van veel woningeigenaren fors toe.
- Veel mensen verduurzaamden hun huis. Zo hielden ze hun energierekening betaalbaar.
Maar er zijn ook zorgen. Niet alles gaat even makkelijk:
- Wie wil verhuizen, merkt dat het aanbod beperkt is. Vooral senioren vinden moeilijk een passende woning. Dat komt doordat het woningaanbod te langzaam meebeweegt met hoe Nederland verandert: er zijn minder gezinnen, maar juist meer senioren en eenpersoonshuishoudens.
- Steeds meer woningeigenaren krijgen oog voor mogelijke risico’s aan hun woning. Denk aan funderingsproblemen of klimaatrisico’s, zoals overstromingen.
- In veel gemeenten stijgen de lokale belastingen harder dan de inflatie.
- Kinderen die thuis wonen en op zichzelf willen wonen, vinden vaak geen geschikte woning.
Starters hebben het moeilijk op de woningmarkt
Veel jonge twintigers en dertigers vinden het lastig om een woning te vinden. Er is een tekort van zo’n 400.000 woningen, zowel koop als huur. Vooral starters vallen vaak tussen wal en schip.
Ze verdienen te veel voor een sociale huurwoning, maar te weinig voor een koopwoning. En in de vrije huursector zijn woningen schaars of juist onbetaalbaar.
Een alleenstaande starter die een koopwoning zoekt, verdient gemiddeld € 69.500 per jaar. Bij stellen ligt dat zelfs boven de € 100.000. Starters die wél een huis kopen, krijgen vaak een financiële schenking van hun ouders. Maar voor veel jongeren zonder hoog inkomen of steun van thuis, blijft een koopwoning voorlopig buiten bereik.
Sommige starters hadden geluk. In 2024 en 2025 besloten veel beleggers hun huurwoningen te verkopen. Daardoor kwamen er extra koopwoningen beschikbaar.
Mogelijkheden en obstakels voor het nieuwe kabinet
Laten we beginnen met het goede nieuws: D66, CDA, VVD en GroenLinks-PvdA willen allemaal iets doen aan het woningtekort. Over een aantal punten zijn ze het eens:
- Sneller mogen bouwen mogelijk maken: D66, CDA, VVD en GroenLinks-PvdA willen bezwaarprocedures korter maken en minder beroepen toestaan. Zo wordt het makkelijker om een bouwvergunning te krijgen.
- Woningen splitsen of delen: Het moet eenvoudiger worden om samen in een huis te wonen, of een woning op te splitsen in meerdere kleinere.
- Optoppen en verbouwen makkelijker maken: Meer ruimte creëren door bestaande woningen te verhogen of aan te passen, moet makkelijker kunnen.
- Heel veel bouwen: Alle vier willen fors meer woningen bouwen. Niet alleen wat extra huizen, maar complete wijken, of zoals D66 wil, zelfs nieuwe steden.
- Bouwen in de fabriek: Prefabbouwen maakt woningen goedkoper en sneller te realiseren. Daar willen ze ruimte voor maken, met minder lokale bouwregels.
- Minder migratie: Alleen bouwen is niet genoeg. Ook het aantal huishoudens moet minder snel groeien. Daarvoor willen partijen strenger kijken naar arbeids- en asielmigratie.
- Betere doorstroming: Door meer woningen voor senioren te bouwen, komen gezinswoningen vrij voor jonge gezinnen en starters. Een andere mogelijkheid is om samenwonen onder senioren te stimuleren. Bijvoorbeeld twee mensen die geen stel zijn, maar wel een woning delen.
Alle partijen willen starters en ouderen helpen. Maar ze verschillen in hoe ze dat willen doen. GroenLinks-PvdA wil bijvoorbeeld de huurmarkt strakker reguleren. De overheid krijgt dan een grotere rol. VVD wil juist dat de markt meer ruimte krijgt en zet in op liberalisering.
Een lastig punt wordt de hypotheekrenteaftrek. D66, CDA en GroenLinks-PvdA willen die aftrek langzaam afbouwen. Ze verschillen wel over het tempo. Het geld dat daarmee vrijkomt, willen ze inzetten voor woningbouw en belastingverlaging. De VVD is hier fel op tegen. Lijsttrekker Dilan Yesilgöz zei tijdens de campagne: “Ik ga niet in een kabinet zitten dat de hypotheekrenteaftrek bij mensen thuis wegneemt.” De grote vraag: lukt het een formateur om hier een compromis over te sluiten?
Ook het stikstofbeleid wordt spannend. Er zijn duidelijke meningsverschillen. Maar die zijn mogelijk wél overbrugbaar. Zeker vergeleken met partijen als BBB of de PVV. Wat de vier partijen in elk geval wél delen: ze willen sneller vergunningen voor woningbouwprojecten die voldoen aan de stikstofnorm. Denk aan maatregelen als:
- Strengere normen, snellere vergunning
- Projecten die weinig stikstof uitstoten of die uitstoot op andere plekken compenseren, krijgen voorrang.
- Meer innovatie in de bouw
- Bijvoorbeeld door gebruik van elektrische machines of nieuwe bouwmaterialen.
Tot slot
Een nieuw kabinet kan veel doen om het woningtekort aan te pakken. Maar mensen moeten zich ook realiseren: bouwen kost tijd. Zelfs als er sneller vergunningen komen, de stikstofregels soepeler worden en we fabriekswoningen kunnen bouwen.
