Persbericht – Vijftigplusser remt doorstroming op huizenmarkt

Apeldoorn, 20 april 2020 – Vijftigplussers zijn zwaar ondervertegenwoordigd bij de doorstromers op de huizenmarkt, terwijl ze over het algemeen vaak meer financiële ruimte hebben en makkelijker kunnen doorstromen. Dat blijkt uit een marktanalyse van Van Bruggen.

Slechts 45 procent van de doorstromers op de huizenmarkt is vijftigplusser. “Dat is heel weinig en opvallend want die groep heeft wat ons betreft de sleutel in handen om de doorstroming op de huizenmarkt te versnellen. Juist deze groep bezit ook veel koopwoningen”, vertelt Michiel Meijer, directeur bij Van Bruggen. “Met hen wordt veel te weinig rekening gehouden om de huidige problemen van de woningmarkt op te lossen en om nieuwe problemen wegens verdergaande vergrijzing te voorkomen. Misschien moeten we de crisis van nu aangrijpen om eens kritisch naar onze zienswijze op de huizenmarkt te kijken.”

Starters in de knel

Volgens Michiel Meijer wordt er bij het uittekenen van de bouwplannen vooral gedacht aan jongeren op de huizenmarkt: “Den Haag staart zich op dit moment helemaal blind op de starter. Dat is op zich geen gekke gedachte. Niemand gaat ontkennen dat de woningmarkt daar krap is, maar je lost de problemen juist voor een deel op door eerst aan de vijftigplusser te denken. Die groep stroomt nu nauwelijks door en daardoor zitten ook de starters in de knel.”

De vrees van Van Bruggen is ook dat de woningen die nu worden gerealiseerd te weinig aansluiten bij de wensen van mensen die ouder worden. Van Bruggen roept op om meer seniorenwoningen te bouwen die ingesteld zijn op een verhoogde toegankelijkheid door bijvoorbeeld gelijkvloers te bouwen, maar ook om out of the box te denken en woningen bijvoorbeeld uit te rusten met liften.

Ook het bouwen van meer woongemeenschappen voor senioren is een mogelijkheid, waarbij een eigen woning gecombineerd wordt met onder andere gezamenlijke zorgfaciliteiten, tuin, logeergelegenheid en gemeenschappelijke ruimtes. “Grote pensioenfondsen zouden hier als belegging meer naar moeten kijken en het sluit qua dienstverlening ook nog eens aan bij de behoeften van de eigen klanten. Je hebt een overheid en grote partijen nodig die aan deze ontwikkelingen richting geven”, vindt Michiel Meijer.

Financiële slagkracht onbenut

Uit de analyse van Van Bruggen komt ook naar voren dat oudere huizenbezitters gemiddeld een hypotheek hebben die 100.000 euro lager uitvalt dan bij mensen die jonger dan vijftig zijn. “Deze belangrijke en omvangrijke groep in de woningmarkt heeft dus financieel wel degelijk vaker de kans om door te stromen. Maar toch blijven ze vaak trouw aan hun huidige woning. En dat terwijl deze niet altijd ideaal is om oud in te worden.”

De wil om te verhuizen neemt af naarmate mensen ouder worden

Naarmate mensen ouder worden, verhuizen zij minder vaak en besteden zij hun geld vaker aan woningaanpassingen, zo becijferde het CBS onlangs. Van de 55- tot 65-jarigen wil 43 procent nog wel verhuizen, maar van de 65- tot 70-jarigen is daar nog maar dertig procent van over. Van de mensen boven de 75 is dat percentage geslonken tot 17 procent. Meijer: “Als oudere mensen al verhuizen dan doen ze dat vaak op wat jongere leeftijd. Later blijken ze vooral te investeren in woningaanpassingen in plaats van te verhuizen naar een andere woning. Ik ben bang dat ze dat doen omdat er geen betere opties zijn.”

Kenmerken woning van doorslaggevend belang

Recent is duidelijk geworden dat woonomstandigheden voor veel 55-plussers doorslaggevend zijn bij hun keuze om te verhuizen. Van hen geeft veertig procent aan dat zij wel bereid zijn om de woning te verlaten wanneer deze te groot wordt. Daar ligt volgens Michiel Meijer een kans: “Er is wel degelijk een groep mensen die bereid is te verhuizen. Door tegemoet te komen aan de wensen van deze groep, komen er woningen vrij waardoor bijvoorbeeld veertigers weer door kunnen schuiven. Op die manier komt er ook weer ruimte voor starters.