Vele kleine rentestapjes leiden tot grote lastenverlaging: kijken we een jaar terug, dan zien we dat alle kleine renteverlagingen leiden tot een bijna 0,6% lagere rente (10 jaar vast met NHG) dan in maart 2015.
Lagere rente heeft invloed op de maandlast
Een rekenvoorbeeld laat zien wat het effect van de lagere rente op de maandlast is. Uitgangspunten zijn een annuïteitenhypotheek van € 230.000 en een rente van 10 jaar vast met NHG.
Maart 2016 | Januari 2016 | Maart 2015 | |
Gemiddelde hypotheekrente | 2,1% | 2,25% | 2,7% |
Bruto maandlast | € 862 | € 879 | € 933 |
Netto maandlast | € 759 | € 765 | € 784 |
Afgelost op hypotheek in 10 jaar tijd | € 61.254 | € 60.214 | € 57.149 |
* In de berekening van de maandlast is alleen uitgegaan van de rente en aflossing en is voor het eigenwoningforfait uitgegaan van een koopsom van € 230.000.
In een jaar tijd is dezelfde hypotheek dankzij de lagere rente netto € 25 per maand goedkoper geworden. Bovendien los je sneller af bij een lagere rente, dat scheelt in 10 jaar tijd ruim € 4.000. Inclusief de lagere netto maandlast ben je in 10 jaar tijd bijna € 8.000 goedkoper uit in vergelijking met de hogere rente van een jaar geleden.
Huizenprijzen hoger, maar betaalbaarheid hypotheek koopwoning stijgt nog
Lenen is goedkoper geworden, maar de huizenprijzen zijn gestegen. Als uitgangspunt is genomen een woning met een koopsom van € 230.000. Uitgaande van de gemiddelde prijsstijging van 4%, kostte die woning in maart 2015 ruim € 221.000. Dat betekent dat je nu dus ongeveer € 9.000 extra moet lenen om hetzelfde huis te kunnen kopen. Dat kost je aan rente en aflossing ongeveer netto € 20 extra per maand.
Kortom: de daling van de maandlasten als gevolg van de gemiddelde hypotheekrentedaling over het afgelopen jaar is al met al iets groter dan de stijging van de maandlasten als gevolg van de gemiddelde stijging van de woningprijs. De betaalbaarheid van een koopwoning stijgt dus nog. Het gaat daarbij natuurlijk wel om gemiddelden omdat op sommige plekken de prijsstijging veel hoger ligt dan het gemiddelde van 4%.